Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Met Madeleine als een eindeloze zomerliefde

(voor Louise Catherine Breslau (1856 - 1927))

Je bent geboren als Maria Luise Katharina Breslau op 6 december 1856 in München. Jouw vader was een verloskundige en een gynaecoloog. In 1859 verhuisden jullie naar Zürich, omdat jouw vader professor en medisch directeur van de Universiteit van Zürich werd. In december 1866 overleed jouw vader door een niethylococcal infectie, die hij tijdens een autopsie kreeg. Jij ging naar een klooster bij het Bodenmeer om jouw chronische astma te verzachten. In dat klooster zijn jouw artistieke talenten zichtbaar geworden. Je kreeg tekenles van Eduard Pfyffer en in 1874 verhuisde je met jouw moeder naar Parijs.

Je was de eerste vrouw aan de Académie Julian. Je kreeg vooral les van Tony Robert-Fleury. Marie Bashkirtseff was een medeleerlinge van jou en net als haar kreeg je al snel erkenning. Je concurreerde met Marie en met Amélie Beaury-Saurel, die ook jouw vriendin was. Amélie trouwde op 9 januari 1895 met Rodolphe Julian. Een andere medeleerlinge was Magdeleine Delsarte, die met haar neef, de beeldhouwer Desire Réal del Sarte getrouwd was. Hun zoon Maxine was een beeldhouwer en hun dochter Genevieve was een kunstschilderes. De medeleerlinge Anna Klumpe, een grote vriendin van de dierenschilderes Rosa Bonheur. Anna en Rosa woonden vanaf 1933 samen, totdat Rosa op haar 85-ste in haar château in By overleed. Rosa had een levenslange partner, Nathalie Micas. Verdere medeleerlingen waren Agnes Goodsir, met als partner Rachel Dunn, Jenny Zillhardt, de zus van de kunstenares Madeleine Zillhardt, Julie Delance-Feurgard en jouw vriendin Sarah Henrietta Purser.

In 1879 debuteerde je in de Parijse Salon met 'Tout passe', een portret van jouw vriend, de dichter Henry Davison. In Bretagne ontmoette jij de schilder/dichter Jules Breton, een idool van Vincent van Gogh, maar toen Vincent zijn inspiratieloze atelier zag, haakte hij af. In 1883 maakte jij 'Thé de Cinq Heures' en 'Portrait des amies'. Op 31 oktober 1884 overleed Marie Bashkirtseff door tuberculose. Zij werd 25 jaar. In 1886 portretteerde je de beeldhouwer/keramist Jean-Joseph Carriès, die op 1 juli 1894 door pleuritis overleed. Hij werd 39 jaar. Op 'Sous les pommiers' schilderde jij Julie Delance-Feurgard, die op 11 januari 1892 overleed. Zij werd 32 jaar. In 1886 ging jij samenwonen met de schilderes/schrijfster Madeleine Zillhardt (1863 - 1950), van wie jij in 1884 een portret maakte. Madeleine was tot jouw overlijden jouw metgezel, steun, model en muze.

In 1886 portretteerde jij de schilder Ernst Josephson, die aan schizofrenie leed, met een borrel en een saffie. Je portretteerde Robert Thegerström, getrouwd met Elin Lamm, de nicht van Emma Zorn, de echtgenote van de schilder/beeldhouwer Anders Zorn. Je was bevriend met de schrijver/dichter Gottfried Keller en met de schrijver Anatole France, die in 1921 de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg. Zijn minnares en muze was Léontine Lippmann. Een andere minnares van hem was de aanlokkelijke, bijzonder intelligente, tedere actrice Jeanne Brindeau. In 1898 schilderde jij de hoogstaantrekkelijke Madeleine in het softerotische 'La Toilette'. Dit verraadt meteen de lesbische passie tussen jullie. In 1901 was jij de eerste buitenlander en de derde vrouw, die tot Chevalier de la Légion d'Honneur benoemd werd. In 1902 maakte jij het meesterwerk 'Gamines' ('ondeugende meisjes'), een afbeelding van Madeleine en jou. Dit deed je op verzoek van de schilder Pierre Puvis de Chavannes, een merkwaardig heerschap en de voorzitter van Société nationale des beaux-arts. Pierre was o.a. een leerling van de Nederlandse Henry Scheffer, die van Charles Baudelaire een lovende recensie kreeg, waarin hij met Jean-Auguste-Dominique Ingres werd vergeleken.

In 1904 had je jouw eerste solo-expositie in de galerie van Georges Petit. In 1906 schilderde je 'La Vie pensive', waarop je Madeleine en jouw opnieuw afbeeldde. Je portretteerde hertogin Élisabeth de Clermont-Tonnerre, een brievenschrijfster, die een lange, lesbische relatie met de salonnière Nathalie Clifford Barney had. Haar halfbroer Armand de Gramont was een grote vriend van Marcel Proust. Zij werkte heel haar leven met Proust samen en zij schreef een boek over hun vriendschap. Rond 1910 maakte jij 'Paresse matinale', Madeleine, die topless op bed ligt. Ze ligt bijna in dezelfde houding als op 'Gamines', maar met de linkeronderarm voor haar ogen. De rozenkweker Joseph Pernet-Ducher heeft in 1912 een roos aan jou opgedragen, die zeer geliefd was. In de Eerste Wereldoorlog schilderde jij vele portretten van artsen, verpleegsters en militairen voor hun familieleden. Je schilderde o.a. de oorlogsvlieger/kapitein Georges Guynemer, die op 11 september 1917 nabij Poelkapelle tijdens een luchtgevecht is vermoord. Hij werd 22 jaar.

In 1925 werd jij ziek en schilderde jij de bloemen in jouw tuin. Je overleed op 12 mei 1927 in Parijs. Je werd 70 jaar en je bent in Baden, naast jouw moeder, begraven. De zwaar getroffen Madeleine overleed op 16 april 1950 in Neuilly-sur-Seine. Zij werd 86 jaar.

Schrijver: Joanan Rutgers, 31 maart 2020


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 23



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)