Een slap handje met een tijgerhart

(voor Jean Lorrain (1855 - 1906))

Je bent geboren als Paul Alexandre Martin Duval op 9 augustus 1855 in de vissersplaats Fécamp, in Normandië. Jouw moeder was Pauline Mulat en jouw vader was Amable Duval, een reder. Jij studeerde van 1864 tot 1869 aan het Lycée du Prince impérial in Vanves. In 1163 behoorde het dorp Vannes tot de Abbaye Sainte-Geneviève de Paris, in 502 opgericht door Clovis de Eerste, koning van alle Franken, en zijn vrouw koningin St. Clotilde. In 1700 werd het Lycée Michelet opgericht, waar Victor Hugo studeerde. De dichteres Marina Tsvetaïeva woonde van juli 1934 tot juli 1938 op 65, rue J.B. Potin.

In 1869 was jij stagiair bij de Dominicanen van Arcueil aan het Albert-le-Grand College. Daar schreef je jouw eerste gedichten. In 1873 ontmoette je tijdens jouw vakantie in Fécamp de brievenschrijfster Judith Gautier. Zij was o.a. de minnares van Victor Hugo, Charles Baudelaire, Gustave Flaubert, Theodore de Banville, Edmund de Goncourt, de schrijver Champfleury, de brievenschrijver Arsène Houssaye en Gustave Doré. In 1875 was je vrijwilliger bij de Huzaren en in 1876 ging je in Parijs rechten studeren. In 1878 stopte je met jouw studie en zat je in literaire redacties en in cafés. Je verbleef veel in Le Chat Noir van de cabaretier Rodolphe Salis. Je had contact met de Hydropathes en de Cercle des poètes Zutiques, zoals met Paul Verlaine, Arthur Rimbaud, Charles Cros, de cartoonist/animator Émile Cohl, de cartoonist/schilder/zanger André Gill, de dichters Léon Valade, Albert Mérat, Germain Nouveau en Gustave Pradelle en de componist Charles de Sivry.

In 1880 kreeg jij last van spasmofilie en ging je in een appartement in Montmartre wonen. In 1882 verscheen jouw dichtbundeldebuut 'Le Sang des dieux' bij de uitgever Alphonse Lemerre. Je werkte samen met de tijdschriften 'Le Chat Noir' en 'Le Décadent'. In 1883 verscheen jouw dichtbundel 'La Forêt bleue'. Je bezocht de salon van de schrijver Charles Buet, waar je o.a. Jules Barbey d'Aurevilly, François Coppée, Léon Bloy en de dichter Laurent Tailharde ontmoette. In 1885 verschenen de dichtbundel 'Modernités' en jouw debuutroman 'Les Lépillier'. Je was bevriend met de brievenschrijfster Marguerite Eymery. Tot jouw overlijden was Edmund de Goncourt jouw belangrijkste beschermheer. Je was openlijk homoseksueel en je kleedde je als een dandy of een travestiet. Je was gedrogeerd en vermomd en je wilde provoceren. Op het Bal des Quat'z'Arts liep je in een panterhuidbroekje en een roze trui. Je liep graag in smakeloze kledij, tot afschuw van Robert de Montesquiou. Je vertoefde niet alleen in de verfijnde, rijke kringen, maar ook in de vulgaire en ruige delen van het Parijse nachtleven. Jij gebruikte make-up en jij bepoederde jezelf. Je droeg aan elke vinger een ring en je verfde jouw haar met henna.

In 1886 overleed jouw vader. Je schreef enkele toneelstukken voor Sarah Bernhardt, wat geen succes was. Jouw roman 'Très russe' verscheen en jouw jeugdvriend Guy de Maupassant wilde bijna met jou gaan duelleren, omdat hij dacht, dat hij het romankarakter Beaufrilan was. In 1892 reisde je naar Spanje en Algerije. Jouw moeder ging bij jou in Auteuil wonen. In 1893 schreef je enkele liedjes voor de zangeres/actrice Yvette Guilbert. In 1894 ontmoette je de biseksuele danseres/courtisane Anne-Marie Chassaigne, die in een bevallig privéhotel op 15, rue de la Néva woonde. Je werkte voor het dagblad 'Le Journal'. Jouw columns en kronieken waren evenveel geliefd als gevreesd. Je viel o.a. Robert de Montesquiou, Marcel Proust en Gabriel Yturri aan. Gabriel was de secretaris en minnaar van Robert de Montesquiou én jouw minnaar. Hij was eerder de secretaris van de homoseksuele Baron Doasan. Je hebt het bijgelegd met Gabriel. Hij overleed op 6 juli 1905 in Neuilly-sur-Seine door diabetes. Hij werd 45 jaar. Antonio de La Gandara portretteerde hem in 1886. Hij was voorzeker een knappe, elegante man.

In 1897 verscheen jouw meesterwerk 'Monsieur de Bougrelon'. Je had een stevige kritiek op 'Les Plaisirs et les Jours' van Marcel Proust. Op 6 februari 1897 duelleerde jij in Meudon met Proust, omdat je had gesuggereerd dat Marcel een homoseksuele relatie met de schrijver Lucien Daudet had, de zoon van de schrijver Alphonse Daudet, die op 17 december 1897 overleed. Alphonse had nog een dochter, Edmée, en een oudere zoon, Léon, die schrijver/journalist/parlementslid was. Léon was een jeugdvriend van Marcel Proust en een vooraanstaand lid van de rechts-nationalistische Action française. Hij was vier jaar getrouwd met Jeanne Hugo, de kleindochter van Victor Hugo. In 1898, 1901 en 1904 reisde je naar Venetië. In 1900 verhuisde je naar de Franse Rivièra. In 1901 verscheen jouw meesterwerk 'Monsieur de Phocas'. In 1904 verscheen 'La Maison Philibert', wat over een bordeel gaat. Jouw gebruik van etherdrugs en de syfilis ondermijnden jouw gezondheid. Je kuurde in Peïra-Cava, Le Boréon en Châtel-Guyon.

Jij overleed op 30 juni 1906 door peritonitis, als gevolg van jouw poging om een klysma in jouw darmen te verankeren. Dat was in de kliniek van Dr. Samuel Pozzi in Parijs. Jouw moeder was bij jou. Zij was de enige, die jou trouw gebleven was. Je werd 50 jaar en je bent op 4 juli 1906 in Fécamp begraven.



Lunatique


Dans l'herbe folle et l'ortie,
La paupière appesantie,
Rôde un chat maigre au poil roux.

Le mur dans l'ombre blafarde,
Où s'entrechoquent des houx,
Se crevasse et par les trous
La lune errante regarde.

Le chat maigre en s'étirant
De sa voix traînante et rauque
Miaule, et dans son oeil glauque
S'allume un feu transparent,

Mirage, où, spectre enivrant,
On voit danser toute nue
Hécate, au ciel inconnue.



Grillig


In het gekke kruid en de brandnetels,
Het lome, verzwaarde ooglid,
Het is een magere, roodharige kat.

De muur in de schaduwen vaalbleek,
Waar hulsten met elkaar botsen,
door spleten en door de gaten
Kijkt de zwervende maan toe.

De magere kat die zich uitstrekt
Met zijn slepende en hese stem
miauwende, en in zijn zeegroene oog
Wordt een transparant vuur aangestoken,

Luchtspiegeling, waar het bedwelmende spookbeeld
Is om jou naakt te zien dansen
Hecate, richting de onbekende hemel.


Jean Lorrain

Jean Lorrain Marcel Proust Gabriel Yturri

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

5.0 met 2 stemmen 41