Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De vrouw achter de occultist Éliphas Lévi

(voor Marie-Noémi Cadiot (rond 1830 - 1888))

Je bent geboren op 12 december 1828 of 1832 in Parijs. Je was een schrijfster en beeldhouwster. Jouw moeder was Alexandrine-Zoé de Montbarbon en jouw vader was de journalist Louis Florian Marcellin Cadiot. Jouw pseudoniem was Claude Vignon. Jij woonde in het Chandeau Institution in Choisy-le-Roi, waar een koninklijk kasteel van Lodewijk XV stond. Madame de Pompadour woonde daar ook. In 1843 ontmoette jij Eugenie Chenevier, een lerares aan het Chandeau Institution. Eugenie was bevriend met jou. Alphonse-Louis Constant ging samen met jullie stappen. Eugenie wilde met Alphonse trouwen en op 29 september 1846 werd hun zoon Xavier Henri Alphonse Chenevier geboren. Xavier leefde tot 1916 en zijn zoon Peter zette het nageslacht van Alphonse en Eugenie voort.

Jij werd smoorverliefd op Alphonse-Louis Constant, die zichzelf Éliphas Lévi noemde. Alphonse werd op 8 februari 1810 aan de Rue des Fossés-Saint-Germain-des-Prés geboren. Zijn moeder was Jeanne Agnès Beaucourt en zijn vader was de schoenmaker Jean Joseph Constant. Jij schreef vurige liefdesbrieven aan Alphonse en op jouw 18-de vluchtte jij naar de zolder van Alphonse. Jouw vader betichtte Alphonse van ontvoering van een minderjarige en hij eiste dat Alphonse met jou zou trouwen. Op 13 juli 1846 ben jij in het stadhuis van het 11-de arrondissement van Parijs met Alphonse getrouwd. Jouw familie wilde de bruiloft niet bekostigen, zodat de feestmaaltijd slechts uit gebakken aardappelen bestond, gekocht op Pont Neuf. Jij stimuleerde Alphonse om de politiek in te gaan.

De moeder van Alphonse had zelfdoding gepleegd door zichzelf met de kolenkacheldampen te verstikken. Alphonse zat op het seminarie van Saint-Nicolas-du-Chardonnet op 23, Rue des Bernardins. In 1830 overleed zijn vader en ging hij naar het seminarie van Issy om zijn filosofiestudie te voltooien. Op het seminarie van Saint-Sulpice studeerde hij theologie. Hij ontmoette de oma van Paul Gauguin, de schrijfster Flora Tristan, die op 14 november 1844 door de tyfus overleed. Ze werd 41 jaar. Flora was zijn vriendin en hij voltooide haar laatste werk onder de titel 'De emancipatie van de vrouw of het testament van de Paria'. Flora was in 1838 bijna doodgeschoten door haar ex-man Alain Chazal. Er bleef een kogel nabij haar hart zitten. Alphonse ontmoette Honoré de Balzac en hij zat in de abdij van Solesmes, waar hij Gnosis-boeken las, boeken van kerkvaders, Jean Cassien, asceten, mystici en Madame Guyon. In 1841 publiceerde hij de 'Bijbel van Vrijheid' en daarna zat hij 11 maanden in de gevangenis van Sainte-Pélagie. Hij las Emanuel Swedenborg en hij werd een Rozenkruiser en esotericus. Hij componeerde liederen en hij illustreerde twee boeken van Alexandre Dumas. Hij woonde op 10, Rue Saint-Lazare in Parijs en samen met zijn vriend, de filosoof/journalist/vrijmetselaar Charles Fauvety, stichtte hij het tijdschrift 'The Truth about All Things'.

In 1847 werd jullie dochter Marie geboren, die in 1854 overleed en 7 jaar werd. Jullie kregen meerdere kinderen. In 1850 omarmde Alphonse Constant constant het occultisme en de esoterie. Tussen 1854 en 1856 verscheen zijn boek 'Dogme et Rituel de la Haute Magie'. Jij wilde hem niet op deze spirituele weg volgen en jij verliet hem. Jij kreeg een liefdesrelatie met de Markies de Montferrier, de zwager van de Poolse filosoof/wiskundige Josef Hoené-Wronski, getrouwd met de markiezin Henriette Victoire Sarrazin de Montferrier. De geschriften van Josef Hoené-Wronski hadden een grote invloed op de occultisten Gérard Encausse, jouw ex-man Alphonse (Ëliphas Lévi) en de dichter/schrijver/geleerde Alexandre Saint-Yves d'Alveydre, getrouwd met gravin Marie Victoire Keller, een familielid van Ewelina Hánska, de vrouw van Honoré de Balzac.

Jij ging in de leer bij de beeldhouwer/schilder Jean-Jacques Pradier en je werkte mee aan de bas-reliëfs van de Fontaine Saint-Michel op de Place Saint-Michel. Je ging naar de vrouwenclub van de schrijfster Eugénie Niboyet en je schreef literaire soaps in het satirische weekblad 'Le Tintamarre' en in 'Le Moniteur du Soir', als Claude Vignon, een naam uit de roman 'Béatrix' van Honoré de Balzac. Vanaf 1862 kreeg jij van Napoleon III een pensioen van 6000 franc. In 1865 heb jij de relatie met Markies de Montferrier stopgezet. Van 1859 tot 1880 was jij politiek correspondente van het dagblad 'Belgian Independence', in 1831 opgericht door de journalist Marcellin Faure, die in 1850 ook de krant 'L'Étoile Belge' oprichtte. Jij volgde het parlementaire werk in Parijs.

In 1866 was jij de architecte van het herenhuis op 148, Rue de la Tour in Parijs, wat je liet bouwen en waar je in woonde. De gedecoreerde inrichting liet je door de schilder Pierre Puvis de Chavannes verzorgen. Pierre was getrouwd met de Roemeense prinses Marie Cantacuzène. De Rue de la Tour is vernoemd naar de molen, die nog in 1810 bestond en bij het landhuis van koning Philippe IV Le Bel (1268 - 1314) behoorde, die op zijn 46-ste in het Château de Fontainebleau overleed. Jouw huis 'Hotel de Vignon' werd in 1912 verwoest. In 1866 maakte je het marmeren beeld 'Daphné changée en laurier', wat nu in het Musée des Beaux-Arts in Marseille staat.

Op 3 september 1872 trouwde jij met de staatsman/vrijmetselaar Maurice Rouvier, geboren op 17 april 1842 in Aix-en-Provence. Op 31 mei 1887 werd Maurice premier van Frankrijk en minister van Financiën. Na jouw huwelijk met Maurice publiceerde jij ook onder het pseudoniem H. Morel.

Jij overleed op 10 april 1888 in Saint-Jean-Cap-Ferrat. Je werd 59 jaar en je bent in de Cimetière du Père-Lachaise begraven. Op jouw graf staat een buste van jou, die jezelf gemaakt hebt.

Schrijver: Joanan Rutgers
16 september 2020


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 41



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)