Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Het haatdragende kwaad kon jouw tegenstem niet verdragen

(voor Cato Bontjes van Beek (1920 - 1943))

Je bent geboren op 14 november 1920 in Bremen. Jouw vader was de Deense beeldhouwer/keramist Jan Botjes van Beek (1899 - 1969), geboren op 18 januari 1899 in Vejle, Jutland, waar de kunstschilderes/transgender Lili Elbe ook geboren is. Zij werd als Einar Morgens Andreas Wegener geboren. Jouw vader had Nederlandse ouders. Hij ging naar Fischerhude, waar hij in 1920 met jouw moeder, de schilderes/danseres/beeldhouwster Olga Breling (1896 - 1995), trouwde. Jouw jongere zus was Mietje en jouw jongere broer was Tim.

In jouw jeugd verbleef jij in de Fischerhude kunstenaarskolonie van jouw oom, de landschapsschilder Otto Modersohn (22 februari 1865, Soest - 10 maart 1943, Rotenburg), mede-oprichter van de Kunstkolonie Worpswede. Zijn derde vrouw was de zangeres/schilderes Louise Breling, de dochter van de schilder Heinrich Breling, de hofschilder van koning Ludwig II. Louise was een zus van jouw moeder. Otto's eerste vrouw was Helene Schröder, met wie hij dochter Elsbeth kreeg. Zijn tweede vrouw was de bijzonder begaafde schilderes Paula Becker (1876 - 1907), die op haar 31-ste door een postpartum embolie overleed, na de geboorte van Mathilde. Otto en Louise kregen twee zonen: Ulrich (1913 - 1943) en Christian.

Jouw moeder woonde van 1929 tot 1933 in Amsterdam, waar zij Nederlands leerde. Jij was ook vanaf 1929 in Amsterdam, waar jij naar de Duitse school ging. In 1933 zijn jouw ouders gescheiden. In 1937 was jij een tijd au-pair in Winchcombe, Gloucestershire, een middeleeuws marktstadje, met vlakbij Sudeley Castle, waar koningin Catherine Parr begraven is. Catherine overleed door postpartum infecties na de geboorte van Mary Seymour, die twee jaar werd. Catherine's vierde man, baron Thomas Seymour, werd een jaar na Catherine's overlijden vermoord. Hij werd 41 jaar. Catherine werd 36 jaar. De Angelsaskische heilige Kenelm of Cynehelm (786 - 17 juli 811) is in Winchcombe begraven. Kenelm was een jonge koning van Mercia, die door een ambitieus familielid is vermoord. Sint Kenelm wordt door Geoffrey Chaucer in zijn 'The Canterbury Tales' uit 1400 genoemd.

In Engeland ontmoette jij jouw eerste liefde John Hall, een student. Jullie hadden beiden interesse in het boeddhisme. Jij was een echte grapjas. Terug in Duitsland werd jij op Heinz Strelow verliefd. Heinz was met Lieselotte getrouwd. Jij vergat John, die sinds het begin van de oorlog niets meer van zich liet horen. Jouw moeder en Lieselotte probeerden jouw liefde voor Heinz te ontnuchteren en te verminderen. Je ging drie weken in het Beierse Woud wandelen en dat veranderde jou.

Jij was geen lid van de Bund Deutscher Mädel, maar veel anderen waren dat wel. Via jouw broer Tim ontmoette jij sergeant Helmut Heinrich Waldemar Schmidt (1918 - 2015) van de Luftwaffe, die vanaf 1937 in Bremen-Vegesack zijn militaire dienst uitvoerde. Hij had een sterke vriendschapsband met jouw familie, maar hij verbrak de vriendschap, toen hij in Berlijn officier bij het Oberkommando der Luftwaffe onder Hermann Göring werd. Hij was Oberleutnant van de luchtafweer aan het Westelijk Front en in april 1945 werd hij door de Engelsen gevangen genomen. In 1958 werd hij Hauptmann van de Bundeswehr reserve. Hij was lid van de SPD en van 1974 tot 1982 was hij kanselier van West-Duitsland. Vanaf 1940 woonde jij met Mietje bij jouw vader in Berlijn, die daar al vanaf 1933 woonde. Bij hem ontmoette jij vrienden, die in het verzet zaten. Jij probeerde pilote te worden en je was lid van het Nationalsozialistisches Fliegerkorps, een paramilitaire organisatie, geleid door Friedrich Christiansen, de latere Wehrmachtbefehlshaber in Nederland. Hij gaf het bevel tot een razzia/vergeldingsmisdaad in Putten, waarbij 552 mannen en 1 vrouw werden vermoord. 6 mannen en 1 vrouw werden direct vermoord en de anderen in concentratiekampen. Mari Silverster Andriessen maakte in 1948 het oorlogsmonument 'Rouwende weduwe', wat in Putten staat. Christiansen zat van 1948 tot december 1951 in de gevangenis. Hij overleed op 3 december 1972 in Aukrug. Dus nog ruim 21 jaar op vrije voeten. Zeg het maar.

Jij leerde ook zweefvliegen, maar tenslotte wilde je net als jouw vader pottenbakker worden. Jouw vader was ook een grote tegenstander van het nationaalsocialisme. In 1940 werd er een Joodse familie uit hetzelfde gebouw, waar jouw vader woonde, gedeporteerd. Mietje en jij hielpen de Franse krijgsgevangenen met het geven van brood, sigaretten, zeep en naaigaren. Jullie wisselden ook brieven uit. Dit gebeurde op de Berlijnse S-Bahn. In de herfst van 1941 ontmoette jij de verzetsstrijdster Libertas Schulze-Boysen van de Rote Kapelle. Jij begon met het verzetswerk. Samen met jouw vriend, de schrijver Heinz Strelow, verspreidde jij anti-nazistische lectuur/folders. Op 20 september 1942 werd jij in de pottenbakkerij van jouw vader op Kaiserdamm 22 in Berlijn-Westend door de Gestapo gearresteerd. Jouw vader werd ook gearresteerd. Op 18 januari 1943 werd jij door het Reichskriegsgericht ter dood veroordeeld, omdat jij volgens hen medeplichtig was aan een samenzwering tot het plegen van hoogverraad. Jouw beroep om clementie werd door Adolf Hitler geweigerd, hoewel het hof uitstel van executie had voorgesteld.

Op 15 maart 1943 schreef jij aan jouw moeder: 'Das, was in mir ist, kann und wird nicht sterben. Aber meine Liebe zu den Menschen ist noch viel grösser geworden. Ich hätte in der Nacht nach dem Urteil Bände über die Liebe schreiben mögen, ich war übervoll davon!'. Je schreef Heinz over een weerzien na de dood: 'Zigaretten werde ich Dir dann aber nicht mitbringen, ich glaube, dass macht einen zu schlechten Eindruck bein lieben Gott.'.
Op 5 augustus 1943 schreef jij aan jouw moeder: 'Mein Herz ist so übervoll, um Dir zu danken, und die Liebe zu Euch allen werde ich dalassen. Schade, dass ich nichts auf der Welt lasse als nur die Erinnerung an mich.'

Op 5 augustus 1943 ben jij in de Plötzensee gevangenis met de guillotine vermoord, net als 12 andere vrouwen en 3 mannen en Liane Berkowitz, die op 12 april 1943 dochter Irina kreeg, die op 16 oktober 1943 in het ziekenhuis in Eberswalde overleed. Liane werd 19 jaar en jij werd 22 jaar.

Jouw moeder wist pas in 1999 de officiële omkering van jouw veroordeling te bewerkstelligen, vier jaar na haar overlijden. Mietje overleefde de nazi-verschrikkingen en zij overleed in 2012 in Fischerhude.

Schrijver: Joanan Rutgers
5 februari 2021


Geplaatst in de categorie: idool

5.0 met 1 stemmen 49



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)