Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De bloedende engel van Czestochowa

(voor Halina Poswiatowska (1935 - 1967))

Je bent geboren als Halina Myga op 9 mei 1935 in Czestochowa, Polen. Jouw moeder was Stanislawa Mygowa (1915 - 2013) en jouw vader was Feliks Myga (1909 - 1977). Jouw zussen waren Elzunia (1942 - 1945) en Malgorzata. Jouw broer is Zbigniew, geboren op 12 november 1939 in Myszkow. Elzunia overleed op 9 december 1945 en zij werd 3 jaar. Jij ging naar het gymnasium 'Wetenschap en Werk' en naar de 1e Algemene Middelbare School Juliusz Slowacki in Czestochowa. De actrices Anna Ciepielewska en Kalina Jedrusik gingen ook naar deze school. Van 15 januari 1945 tot de bevrijding van Szestochowa zat jij met jouw familie in de kelder ondergedoken. Daar was het koud en vochtig, waardoor je angina pectoris kreeg. Door de streptococcus bacteriën kreeg je artritis en vervolgens een hartafwijking, defecten van de mitralisklep.

Omdat deze hartafwijking destijds ongeneeslijk was verbleef jij grotendeels in ziekenhuizen en sanatoria. Hier ontmoette jij Adolf Ryszard Poswiatowski (1930 - 1956), een ernstig zieke schilder en student aan de Staatsfilmschool in Lódz. Op 30 april 1954 zijn Adolf en jij in Czestochowa getrouwd. Adolf werd door jouw moeder verzorgd en hij overleed in 1956 door hartfalen. Hij werd 21 jaar en jouw moeder vertelde jou, dat hij was overleden. In 1958 ging jij met het oceaanschip MS Batory naar Amerika en kreeg jij een ingewikkelde hartoperatie in Philadelphia. Dat was dankzij een inzamelingsactie van Amerikaanse Polen. Je ging niet naar Polen terug, maar je vroeg een totale beurs aan bij het Smith College in Northampton, Massachusetts, opgericht in 1871 door Sophia Smith. Deze particuliere vrouwenuniversiteit is voor rijke jongedames. Sylvia Plath studeerde daar ook. Jij kreeg de beurs, ondanks jouw magere kennis van de Engelse taal. Na drie jaar was jij aan de dichtersuniversiteit afgestudeerd. Je mocht met een totale beurs naar de Stanford University nabij San Francisco om voor een doctoraat aan het Ministerie van Filosofie te gaan studeren, maar jij verlangde naar een gezin en jij ging naar Polen terug.

In 1956 debuteerde jij met enkele gedichten in het tijdschrift 'Gazeta Czestochowa', geplaatst door de dichter Tadeusz Gierymski, die dat aanvankelijk uit medelijden deed, vanwege jouw ernstige hartziekte. In 1958 verscheen jouw dichtbundeldebuut 'De lofzang van Afgoderij', in 1963 de dichtbundel 'Vandaag', in 1966 'Ode aan de Handen' en postuum in 1968 'Nog één Herinnering'. Kort voor jouw overlijden verscheen jouw autobiografische roman 'Het Verhaal voor een Vriend'.

Jij had vele liefdesrelaties, die tragisch verliepen. Naast Adolf had je o.a. een relatie met de blinde dichter Irenaeus Morawski, Helmut Gillner en met de schrijver/acteur Jan Adamski (1923 - 2010), die met de beroemde dichteres Anna Swirszczynska (1909 - 1984) was getrouwd, met wie hij de dochter Lyudimia kreeg. Anna was verzetsstrijdster en militair verpleegkundige geweest. Ze heeft ooit een uur lang op haar executie moeten wachten, wat gelukkig niet werd voltrokken. Jan Adamski beloofde jou om bij Anna weg te gaan, wat hij niet deed, of ja, maar pas na jouw overlijden, in 1968. Je had ook een relatie met jouw ethiekprofessor, de dichter Joseph Margolis, die getrouwd was en vader van drie kinderen.

Jij woonde in Krakau en jij studeerde aan de Jagiellonian Universiteit, Duifstraat 24, in 1364 opgericht door koning Casimir III de Grote en in 1390 gereactiveerd door koningin Hedwig van Andegawenska, die volgens de portretschilder Marcello Bacciarelli ook een schoonheidskoningin was. Overigens is zij in 1997 door paus Johannes Paulus II, die in 1985 door mijn aura liep, heilig verklaard. Jij slaagde voor het vierde jaar filosofiestudie, jij gaf les aan studenten en jij was assistente op de afdeling Natuurfilosofie. Jij ging naar het Schrijvershuis in de Krupnica Straat. In 1967 had jij een zeer slechte gezondheid qua ademhaling en motoriek. In de hete zomer van 1967 lag jij in een kliniek en was jouw moeder bij jou. Jij ging naar het ziekenhuis in Warschau, waar jij op 3 oktober 1967 opnieuw een hartoperatie kreeg. Op de vooravond van deze operatie wilde jij alleen jouw moeder zien, die bij jou in het ziekenhuis was om jou zoveel mogelijk te verzorgen. Op 11 oktober 1967 overleed jij door trombo-embolische complicaties. Jij werd 32 jaar en jij bent in de begraafplaats van St. Rocha op de St. Rocha Straat 79 in Czestochowa begraven, de oudste, actieve, Poolse begraafplaats uit 1641. Naast jouw man Adolf, Elzunia Myga en jouw moeder en vader. In jouw ouderlijk huis op de Jasna Góra-straat 23 in Czestochowa is nu een museum over jou gevestigd. Aan de hoofdstraat in Czestochowa staat een bronzen beeld van jou. Jij zit aan de rechterkant op een bank, met een poes aan jouw voeten.

Schrijver: Joanan Rutgers
1 april 2021


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 48



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)