Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De heilige verpleegster van Villa Greierul te Bucium

(voor Geneviève Hennet de Goutel (1885 - 1917))

Jij bent geboren op 11 april 1885 in Parijs. Jouw moeder was de schilderes Anne Marie Pauline Victorine Balze (1852 - 1918) en jouw vader was Alfred Pierre Émile Hennet de Goutel (1855 - 1935), afdelingshoofd van de Caisse des dépôts et consignations op 56, rue de Lille en 3, quai Anatole-France. Jouw overgrootvader was de grootkamerheer van koning Karel IV van Spanje. Jouw opa was de historieschilder Jean-Antoine-Raymond Balze, die op 25 februari 1909 overleed en 90 jaar werd. Raymond was een leerling van Jean-Auguste-Dominique Ingres en getrouwd met Vittoria Anne Ackerman. In 1840 schilderde hij 'L'Enfance de Bacchus'. Met jouw opa bezocht jij het Louvre en dat deed jij later met de arme meisjes van Parijs. Jouw ouders hebben elkaar in het atelier van Ingres ontmoet, want hun ouders waren leerlingen van Ingres. Jij was de oudste van drie dochters. Op jouw 12-de reisde jij naar het Lac de Bourget, de Abbey de Hautecombe en Les Grottes des Echelles. Jij maakte ook een pelgrimage naar de Notre Dame de Myans.

Jij bent afgestudeerd als lerares, maar dat wilde jij niet zijn. Jij ging filosofie, literatuur en beeldende kunst studeren. Jij las o.a.: Victor Hugo, Paul Verlaine, Nietzsche, Seneca, Kant, Plato, Anatole France, Père Gratry, Sint-Augustinus, Sint-Paulus en vooral Blaise Pascal. Jij was dol op de bergen en jij was lid van de Société des peintres de Montagne, in 1898 opgericht door de bergbeklimmer/landschapsschilder Franz Schrader. Jean Desbrosses en Alexandre Nozal waren destijds de voorzitters. Jij hebt jouw berglandschappen met waterverf bij die club tentoongesteld. Naast aquarelliste was jij een diepzinnig schrijfster. Op jouw 18-de schreef jij: 'Maeterlinck is mijn enige remedie tegen de marteling van de eenzaamheid.'. Jij werd lid van de politieke en ideologische, sociaal-katholieke beweging Le Sillon, in 1894 opgericht door de politicus/journalist Marc Sangnier, met de Foyer du Sillon op 38, boulevard Raspail. Jij kwam op voor de meest kansarmen en jij wilde het culturele en ideologische niveau van de arbeiders verhogen. Jij verzorgde de werkplaatsen, jij gaf schilderles, lezingen, muziekles en borduurles aan jonge meisjes. Jij schilderde posters voor de Compagnie des chemins de fer Paris-Lyon-Marseille om de zomerkampen van de meisjes te financieren.

Jij organiseerde theatervoorstellingen, die jij schreef, regisseerde en interpreteerde. In februari 1908 werd jouw toneelstuk 'Le Miracle des Fuseaux' in de Salle du Luxembourg opgevoerd. Daardoor konden 100 Parijse kinderen op vakantie naar het platteland. Dit toneelstuk verscheen ook in boekvorm. Jij schreef er pianomuziek bij, net als bij 'La Dame de Ceans' van Jeanne de Balze. Jij schreef de Kerstmis fantasie 'Nuit de Cristal' en het mysteriespel 'Les Saints Dormants'. Je schreef: 'Spreek vanuit jouw ziel en jij zult altijd begrepen worden.'. Voor Le Sillon werkte jij in een bijna koninklijk kasteel in Langeais, samen met de briljante Madame S., die jij vanwege haar liefhebbende daadkracht adoreerde. Jij gaf de meisjes ook les in eerste hulp en Gregoriaanse zang. Jij ging vaak naar de Benedictijnse Kapel met Benedictijnse nonnen op 20, rue Monsieur in Parijs, opgericht in 1816 door prinses Louise-Adélaïde de Bourbon-Condé, die ook de laatste abdis van de Abdij van Remiremont was. De Benedictijnse Kapel is in 1938 jammer genoeg gesloopt. Jij studeerde Gregoriaanse zang bij Dom Poitevin. Jij was koorleidster en er werd met de meisjes een Gregoriaanse mis gezongen. Verder speelde jij graag Beethoven (de Maanlicht Sonate) en César Franck voor hen.

In Zwitserland beklom jij de berg Hörnli (1133 meter) en jij schilderde de Mont Blanc, de berg Dru, de Arve rivier, skiërs in Chamonix en lachende kinderen. Jij schilderde ook in de Provence, o.a. de restanten van het 10-de eeuwse Château des Baux, in de Savoy-bergen, de Mayeuse en de Malmajour. Op 25 augustus 1910 beschuldigde paus Pius X Le Sillon van 'sociaal modernisme' en werd de beweging ontbonden. Hierna ging jij naar de verpleegstersschool van het Croix-Rouge Française (S.S.B.M.) op 8, Place des Peupliers. Jij studeerde aan deze École d'infirmières van de Société de secours aux Blessés militaires, opgericht in 1908 door Marie Génin. Het lag aan de Rue de la Colonie, ook wel de Place des Peupliers en nu 8, Place de l'Abbé-Georges-Hénocque. Jij verbleef in het oorspronkelijke gebouw uit 1895 van de architect Hector Degeorge. Jij kreeg o.a. les van Marie Génin. In het begin van de Eerste Wereldoorlog werkte jij in de militaire ziekenhuizen in Laval en Nevers. Via het initiatief van de bevriende, Roemeense families Bibesco en Brancovan ging jij met het eerste gezondheidsteam naar Roemenië, een onderdeel van de militaire missie van generaal Henri Berthelot, die het Roemeense leger reorganiseerde en moderniseerde.

De S.S.B.M. ging eerst een ziekenhuis in Boekarest oprichten. Jij was verantwoordelijk voor de opleiding van Roemeense verpleegkundigen. Helaas werd Boekarest al gauw door de Duitsers bezet. Velen gingen naar de noordoostelijke, vrijgebleven regio van Roemenië. Jij ook. Nabij Iasi heeft de arts Pierre Édouard Jean Clunet, geboren op 28 januari 1878 in Parijs, in de Villa Greierul (Le Grillon) een ziekenhuis opgericht, in het dorp Bucium. Het was het daar het enige, grote gebouw, al verkeerde het in een slechte staat. Hier werden de met tyfus besmette zieken behandeld. De tyfus-epidemie duurde tot het voorjaar van 1917. De vrouw van Clunet, Marguerite, werkte er ook als verpleegster. Het dorp werd overspoeld door vluchtelingen. Jij was één van de vier verpleegsters. De andere twee waren de verpleegster Alphonsine Julie (Andrée) Flippes (19 april 1885 - 26 maart 1917) en de verpleegster Antoinette Roux (1848 - 1917). Jij haalde de zieken met een ambulance op van het station in Iasi en jij was onvermoeibaar in de verzorging. Er was ook nog zorgverlening door tien zusters van de Congregatie van Saint-Vincent-de-Paul. En er waren de priesters Placid en Gervais, dokter Pascal, dokter Ripert en de Roemeense hoofdzuster Pucci, een vriendin van koningin Marie-Alexandra Victoria van Roemenië.

Jij raakte zelf door de tyfus besmet en jij bent dag en nacht door zuster Andrée Flippes verzorgd. Op 22 februari 1917 gaf de hofdame Lahovary jou namens koningin Marie het Regina Maria Ordekruis. Priester Gervais gaf jou het Sacrament van de Zieken en hij bad met jou. Op 4 maart 1917 ben jij overleden. Jij werd 31 jaar en jij bent eerst in de begraafplaats van Eternitatea nabij Jassy begraven, bij de Zusters van Notre Dame de Sion. Jouw besmetting met tyfus doet denken aan de heilige pater Damiaan (Jozef De Veuster), die op Molokai met lepra besmet raakte. Jij bent vervolgens in de Cimetière du Montparnasse begraven.

Schrijver: Joanan Rutgers
18 juli 2021


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 37



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)