Op mysterieuze wijze in Monte Carlo vermoord

(voor Leon Radziwill (1880 - 1927))

Jij bent geboren als Leon Constantin Nicolaus Mathias prins Radziwill op 6 september 1880 in Ermenonville. Jij behoorde tot de Poolse, adellijke familie Radziwill, die oorspronkelijk uit Litouwen komt en gerelateerd is aan Poolse koningen en het Duitse, keizerlijke huis Hohenzollern, wat uit Zwaben stamt. Het motto van jouw familie is 'Bóg Nam Radzi' (God geeft ons raad). Het kasteel van Njasvizj, kasteel Mir en het kasteel van Olyka waren van jouw familie. Jouw ouders waren Constantin prins Radziwill (1850 - 1920) en Louise Blanc, vrouwe van Ermenonville (1856 - 1911), de dochter van François Blanc en een rijke erfgename. François was de stichter van het casino in Monte Carlo. Jouw moeder was de eigenaresse van het château Ermenonville, wat jij erfde en waar jij woonde. Jouw zus Lise is op 9 januari 1877 in Monte Carlo geboren.

Château Ermenonville is in 987 gebouwd en toen markies René Louis de Girardin het bewoonde, ontwikkelde hij het park. René was getrouwd met Cécile Brigitte Adélaide Berthelot en zij kregen 4 kinderen. René was goed bevriend met de filosoof Jean-Jacques Rousseau, die ergens bij het kasteel een hut had, waar hij geheel volgens zijn principes zijn gang kon gaan. Rousseau is in het kasteel overleden en hij werd op het kleine Ile des peupliers begraven. Zijn graf werd o.a. bezocht door Napoleon Bonaparte, Marie Antoinette, haar broer Jozef II van Oostenrijk, koning Gustav III van Zweden, tsaar Paul I van Rusland, Friedrich Schiller, Chateaubriand, Robespierre, Danton, Thomas Jefferson, Mirabeau en Benjamin Franklin. In 1794 werden Rousseau's overblijfselen in het Parijse Pantheon geplaatst.

Jouw tante, de brievenschrijfster prinses Marie de Castellane, bezat het grote Radziwill-kasteel in Nieswiez en zij had een salon in het Radziwill-paleis aan de Wilhelmstrasse in Berlijn, later in het paleis aan de Pariser Platz. Zij was getrouwd met Frederik Willem Antonius, prins Radziwill, hertog van Nieswill. Zij kregen samen 4 kinderen; Jerzy, Elisabeth, Hélène en Stanislas. De dandy/politicus Boni de Castellane ging met Marie in het Ritz te Parijs dineren. Ze schreef hem: 'Ik ben je bijzonder dankbaar dat je me naar de herberg hebt gebracht, waar ik nog nooit had gegeten'. Marie overleed op 10 juli 1915 in haar kleine kasteel in Kleinitz. Lise trouwde in 1894 met Armand de La Rochefoucauld, met wie zij de dochter Marie Françoise Nicole en de zonen Sosthènes en Armandde kreeg.

Jij was een neef van prins Michel Radziwill, die in 1897 in Sint-Petersburg met Marie de Benardaky trouwde, een jeugdliefde van Marcel Proust en model van twee van zijn personages. Nichel sloeg haar zodanig, dat zij haar been brak. Zij kregen twee kinderen, Antoni en Leontyna. In 1915 was hun huwelijk voorbij. In juli 1886 ontmoette Proust Marie in de tuinen van de Champs-Élysées, waar hij speelde. Hij heeft zijn liefde niet aan haar verklaard en hij verloor haar uit het oog. Later noemde hij die tijd 'de dronkenschap en wanhoop van zijn jeugd'. Jij was lid van de vriendenkring van Proust, net als o.a. Louis d'Albufera en Emmanuel en Antoine Bilesco, die ook in de Rue de Courcelles opgroeiden. Antoine bezocht Marcel vaak 's avonds om hem op komische wijze de laatste nieuwtjes van de wereldburgers te vertellen. Jij was erg lang en Marcel beschreef jouw blauwe ogen als 'expressief onexpressief'. Marcel Proust stelde jou teleur in zijn vriendschap. De kunstschilderes/mecenas Nélie Jacquemart kocht een groot deel van jouw landgoed, wat zij in 1902 aan het Institut de France schonk.

Na 1903 verbrak Marcel de vriendschap tijdelijk en gaf hij jou een inktpot terug, waar 'Een echte vriend is een lief ding!' op stond. In 1903 publiceerde hij ook het venijnige artikel 'Portrait du prince Léon Radziwill'. Hij noemde jou een 'vervloekte, hoerige ziel' en hij schreef, dat jij 'duizend dingen voor een vriend zou doen, behalve om zijn vriend te zijn'. Jij was een fuifnummer/boemelaar en in 1905 stuurde Marcel jou nog een afscheidsbrief. Toch heeft Marcel jou in 1908 nog voor een diner uitgenodigd en in 1909 voor het theater. In 'À la recherche du temps perdu' sta jij model voor het personage Robert de Saint-Loup, die de minnaar van de pianist Charles Morel was. Voor Morel stond de pianist/componist Léon Delafosse model, die composities voor Proust en Robert de Montesquiou maakte, maar beide heren wilden later geen contact meer met hem. Jouw vader stond model voor de prins de Guermantes, een notoire homoseksueel, die het vooral met zijn voetknechten deed.

Jij leek alleen nog genegenheid te voelen voor jouw zus Lise, hertogin van Bisaccia, die door haar achterklap en dominante geest veelal gehaat werd. Begin 1905 werd er gesproken over een verloving van jou met Marguerite de La Rochefoucauld, maar jij wilde dat niet. Met Pasen 1905 was jij op theevisite bij jouw tante en ontmoette jij Claude de Gramont (1885 - 1942) en haar familie. Haar vader vond jou 'intelligent, openhartig en goodlooking'. Haar moeder vond, dat jij Claude wel wat meer moest versieren. Jouw zus Lise wilde graag, dat jij met Claude trouwde en zij beïnvloedde jou. Jouw vader leefde inmiddels gescheiden van jouw moeder, omdat hij homoseksueel was. Jij was al jouw fortuin aan het uitgeven, dus kwam een huwelijk wel goed uit, al zou jij het alleen maar voor jouw moeder doen. Jouw vriendin Corisande de Gramont gaf jou positieve informatie en zodoende trouwde jij op 17 juni 1905 met Claude, maar na 10 dagen wilde jij jouw slaapkamer niet meer met Claude delen. In oktober 1905 heb jij de echtelijke woning verlaten en in november 1905 schreef jouw schoonvader, dat jij 'een beruchte ellendige volkomen hulpeloze bent, die nooit had mogen trouwen'. In het voorjaar van 1906 was de echtscheiding geregeld.

In 1910 kwam jij via Proust in contact met de verbluffende en betoverende schoonheid Miss Gladys Marie Deacon, maar spoedig daarna ontmoette zij Charles Spencer-Churchill, 9-de hertog van Marlborough, met wie zij in 1921 trouwde, nadat hij van Consuelo Vanderbilt scheidde. De schrijver Gabriele D'Annunzio viel flauw, toen hij de beauty-queen Deacon zag. Jij had een affaire met de actrice Christiane Lorin en in 1910 ben jij door Bernard Boutet de Monvel geportretteerd in de polokledij van Bagatelle. In 1911 werden jouw ouders geëerd door een monumentale fontein op place Jean-Jacques Rousseau in Ermenonville. In 1914 werd jij de burgemeester van Ermenonville. In 1921 trouwde jij met prinses Dolores Radziwill (1886 - 1966). Op 2 maart 1927 werd jij in Monte Carlo vermoord. Jij werd 46 jaar en jij bent in de begraafplaats van Ermenonville begraven. De inwoners van Ermenonville hadden een grote eerbied voor jou en op het stadhuisplein is een monumentaal gedenkteken voor jou geplaatst. De dochter en de zonen van Lise erfden jouw bezittingen. Tegenwoordig is het château Ermenonville aan de Rue René de Girardin een chic hotel-restaurant van Philippe Savry. Het heeft diverse luxe kamers, zoals de Koninklijke Suite. Er worden ook bruiloften, recepties en seminars gedaan.