Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Duizenden occultistische veldslagen in één man

(voor Arthur Machen (1863 - 1947))

Jij bent geboren als Arthur Llewellyn Jones op 3 maart 1863 in Caerleon, Monmouthshire. De Round Tower is een overblijfsel van Caerleon Castle. In de 'Historia regum Britanniae' van Geoffrey van Monmouth is Caerleon de hoofdstad, gesticht door koning Belinus de Grote. Sir Thomas Malory van 'Le Morte d'Arthur' liet Arthur in Caerleon opnieuw gekroond worden. Het Romeinse amfitheater in Caerleon is geassocieerd met de Ronde Tafel. Caerleon was vaak de locatie in jouw schrijfwerk. Alfred Tennyson logeerde in 'The Hanbury Arms' uit 1565, toen hij daar zijn 'Morte d'Arthur' schreef. Jouw geboortehuis staat tegenover de 'Olde Bull Inn' op The Square of Caerleon en het grenst aan het Priory Hotel. Jij had veel liefde voor het schitterende landschap van Monmouthshire. Er zaten veel geestelijken in jouw voorgeslacht uit Carmarthenshire. Jouw moeder was de Schotse Janet Robina Machen. In 1864 werd jouw vader John Edward Jones vicaris van de parochie van Llanddewi Fach met Llandegveth. Jouw vader liet daar een stevige en mooie pastorie bouwen, waarin jij bent opgegroeid.

Op jouw 8-ste las jij in 'Household Words' van Charles Dickens uit de pastoriebibliotheek. Jij las een artikel over alchemie, waardoor jouw interesse in het occulte geprikkeld werd. Op het Pontypool Road Railway Station kocht jij 'Confessions of an English Opium Eater' van Thomas De Quincey en jij leende 'Don Quichot' van Mrs Gwyn van de Llanfrechla Rectory. In de pastoriebibliotheek vond jij ook 'The Waverley Novels' van Sir Walter Scott en een vroeg werk van Alfred Tennyson. Op jouw 11-de ging jij naar de Hereford Cathedral School en in 1881 publiceerde jij het lange gedicht 'Eleusinia', over de Eleusinische Mysteriën, die volgens sommige geleerden door psychedelische drugs ontstaan zijn, het LSD-achtige moederkoren in de drank kykeon, wat verder wijn of water, gerst, geraspte geitenkaas, honing en pennyroyal bevat. In Londen, waar jij vergeefs examens voor de toelating tot de medische school deed, leefde jij in tamelijke armoede en probeerde jij als journalist, uitgever en kinderleraar wat te verdienen. 's Avonds schreef jij en maakte jij lange wandelingen door Londen.

In 1884 publiceerde jij de pastiche 'The Anatomy of Tobacco' en jij werd catalogiseerder en tijdschriftredacteur bij de uitgever/boekhandelaar George Redway. Jij vertaalde uit het Frans Marguerite de Navarre, Béroalde de Verville en Casanova. In 1887 overleed jouw vader en trouwde jij met Amelia (Amy) Hogg, een karaktervolle muzieklerares, die veel van theater hield en literaire bohemiens als vrienden had. Zij bracht jou in contact met de schrijver/occultist Arthur Edward Waite, die één van jouw beste vrienden werd. Waite bestudeerde in het British Museum vele esoterische stromingen en in 1881 ontdekte hij het werd van Eliphas Levi. In 1887 trouwde hij met Ada Lakeman, met wie hij de dochter Sybil kreeg. Door jou beïnvloed, schreef Waite over de Heilige Graal. Jij had ook contact met de schrijvers Matthew Phipps Shiell en Edgar Alfred Jepson, getrouwd met Frita Bisham Holmes, met wie hij twee kinderen kreeg, de misdaadschrijver Selwyn Jepson en de schrijfster/kunstenares Margaret Jepson, die twee dochters kreeg, Jane Birkinshaw en Fay Weldon (1931, Londen), een beroemde schrijfster. Van Schotse familieleden erfde jij voldoende geld om rustig te kunnen schrijven en rond 1890 begon jij in literaire tijdschriften te publiceren.

In 1894 verscheen jouw succesvolle novelle 'The Great God Pan', geïnspireerd door de ruïnes van een heidense tempel in Wales en uitgegeven door John Lane. Vanwege de seksuele en gruwelijke inhoud werd jij volop aangeklaagd, maar dat deed de verkoop stijgen. In 1895 verscheen de horrorroman 'The Three Imposters'. In 1899 overleed Amelia door kanker, wat jou verwoestte en waarna jij enkele mystieke ervaringen kreeg. Deels door Waite herstelde jij en werd jij lid van de Gouden Dageraad. In 1901 werd jij een acteur en lid van het gezelschap van Sir Francis Robert Benson, getrouwd met de actrice/schrijfster Gertrude Constance Cockburn Samwell, met wie hij twee kinderen kreeg, Eric William en Brynhild Lucy. Eric werd in 1916 bij de Slag aan de Somme vermoord en hij werd 28 of 29 jaar. Jij schreef de inleiding in Gertrude's autobiografie 'Mainly Players' uit 1926. In 1903 trouwde jij met Dorothy Purefoy Hudleston. In 1906 verscheen 'The House of Souls' en in 1907 'The Hill of Dreams', een semi-autobiografisch meesterwerk, die met veel enthousiasme door Lord Alfred Douglas werd gerecenseerd. Het werd ook bewonderd door de schrijver Lord Dunsany. Jij publiceerde jouw opvattingen over het Keltische christendom, de Heilige Graal en koning Arthur in 'The Academy' van Lord Alfred Douglas en in de roman 'The Secret Glory' uit 1922.

In 1910 werd jij fulltime journalist bij 'Evening News' van Alfred Harmsworth, 1ste burggraaf Northcliffe. In februari 1912 werd jullie zoon Hilary geboren. In 1914 verscheen het verhaal 'The Bowmen', waarin de geesten van de boogschutters uit de Slag bij Agincourt de Britse troepen helpen. Dit is de oorsprong van de legende van de Engelen van Bergen. Jij ontdekte het werk van de Welshe schrijver David Caradoc Evans, die Thomas Dylan beïnvloedde. In 1917 werd jullie dochter Janet geboren en in 1919 verhuisden jullie naar een groter huis met een tuin in St John's Wood, waar jij o.a. Augustus John, D.B. Wyndham Lewis en Jerome Klapka Jerome ontmoette. In 1921 nam jij ontslag bij 'Evening News' en in 1922 verscheen het eerste deel van jouw autobiografie 'Far Off Things', in 1923 het tweede deel 'Things Near and Far' en in 1924 het derde en laatste deel 'The London Adventure'. Jij had ook succes in Amerika en de 'Caerleon Edition' verscheen. Het geld stroomde met hoge golven naar binnen en jouw nieuwe vriend, de schrijver Oliver Stoner, bezocht jou in jouw huis op Melina Place en later in Amersham, Buckinghamshire. Oliver was in 1933-1934 getrouwd met de Ierse schrijfster Eleanor Lucy Hoult, met wie hij in The Cottage in Windsor Great Park woonde.

In 1926 kelderden jouw inkomsten en van 1927 tot 1933 was jij manuscriptlezer voor de uitgever Sir Ernest Benn. In 1929 verhuisde jij met jouw gezin naar Amersham. Jij schreef een voorbarige, boosaardige necrologie voor Lord Alfred Douglas, wat jou financieel ruïneerde. Alfred trouwde op 4 maart 1902 met de biseksuele Lady Olive Eleanor Custance, met wie hij op 17 november 1902 de zoon Raymond Wilfred Sholto Douglas kreeg. Olive had een relatie met, daar heb je haar weer, de schrijfster Natalie Clifford Barney. Raymond kreeg op zijn 24-ste de diagnose schizofrenie met een bipolaire stoornis. In 1927 werd hij in het psychiatrische St Andrew's Hospital in Northampton opgenomen, waar hij tot zijn overlijden op 10 oktober 1964 zat. Lucia Anna Joyce, die ook aan schizofrenie leed, zat er vanaf 1951 tot haar overlijden op 12 december 1982. Het was dus wel een beetje gemeen van jou, die giftige necrologie van jou. Jij verheerlijkte de literaire extase. Volgens jou is literatuur pas echte literatuur, wanneer het bij de lezer extase teweeg brengt. Op 3 april 1947 is Dorothy begraven en op 15 december 1947 ben jij overleden. Jij werd 84 jaar en jij bent in de St Mary the Virgin Churchyard in Amersham begraven.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
8 januari 2022


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 47



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)