Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Tenslotte jouw ware gezicht getoond

(voor Hanns Heinz Ewers (1871 - 1943))

Jij bent geboren op 3 november 1871 in Düsseldorf. Jouw moeder was Johanna Bertha Hubertina Feldman-Simons, de dochter van een rijke industrieel in de zijde- en fluweelindustrie. Haar eerste man Jakob Friedrich Aus'm Weerth kwam ook uit een belangrijke, industriële familie. Ze woonden in een groot huis in Bonn met veel bedienden en uitbundige feesten. Ze jaagden het familiefortuin er doorheen en het bedrijf ging failliet. Ze kregen 3 dochters en in Berlijn ontmoette ze jouw vader, de hof- en genreschilder Heinz Ewers. Ze had interesse voor het occulte en ze was veelbelezen. Toen jij jong was, bedacht ze samen met jou sprookjes en ze vertaalde o.a. Frédéric Boutet en Claude Farrère. Jouw broer was Ernst Gustav Ewers, geboren op 29 september 1873. Jullie woonden op de Immermannstrasse 22 in Düsseldorf. Ook met jouw oma Maria Aus'm Weerth. Ernst ging bij de keizerlijke marine en in 1920 werd hij schout-bij-nacht van de Voorlopige Reichsmarine.

Jij was een verlegen en dromerig kind. Jij ging naar het Koninklijk Gymnasium in Düsseldorf en vanaf het voorjaar van 1888 naar het Koninklijk Gymnasium in Kleef, net als Joseph Heinrich Beuys en de heilige Karl Leisner, die in de concentratiekampen Sachsenhausen en Dachau zat. Hij is daar door bisschop Gabriël Piguet tot priester gewijd en hij werd 30 jaar. Wegens slechte cijfers moest jij naar een andere school. Op jouw 17-de begon jij gedichten te schrijven, eerst hommages en liefdesgedichten, beïnvloed door Heinrich Heine. Jij behaalde jouw schooldiploma met de hakken over de sloot en jij diende bij het Keiser Alexander Garde-Grenadier-Regiment Nr. 1 in Berlijn, waar jij liever in het nachtleven dook en na 44 dagen wegens bijziendheid werd ontslagen. Jij studeerde rechten aan de Friedrich-Wilhelm-Universität in Berlijn en in Bonn, waar jij in 1894 slaagde. Jij bleef meer van het nachtleven houden en jij was lid van het Corps Normannia Berlin, het Corps Alemannia Wien en het Corps Guestphalia Bonn, waar jij aan schermwedstrijden deed. Jij studeerde literatuur, filosofie, occultisme en hypnose.

Jouw eerste, literaire publicaties verschenen in het eerste, homoseksuele tijdschrift 'Der Eigene' van Gustav Adolph Franz Brand, die in 1920 met de verpleegster Elise Behrendt trouwde en zijn homoseksualiteit accepteerde. De nazi's ontnamen hem zijn homoseksuele activisme en op 26 februari 1945 werd hij samen met Elise in hun huis op de Bismarckstrasse 7 in Berlijn-Wilhelmshagen door geallieerde bombardementen vermoord. Klaus en Thomas Mann publiceerden ook in 'Der Eigene', net als de Joodse filosoof/schrijver Theodor Lessing, die in 1933 door de nationaal-socialisten werd vermoord. In 1909 verscheen jouw debuutroman 'De Tovenaarsleerling'. In 1911 verscheen 'Alraune'. Op 28 december 1911 pleegde Maria Munk zelfdoding na het lezen van deze roman. Gustav Klimt schilderde Maria. Vanwege Oscar Wilde's gevangenisstraf kreeg jij een afkeer van de justitie. In 1895 was jij uiterst kritisch over een spiritualistische bijeenkomst, wat tot een juridisch geschil leidde en een maand gevangenisstraf in Festung Ehrenbreitstein in Koblenz. In 1898 werd in Leipzig jouw dochter geboren, die door haar moeder aan een verpleeghuis van het Rode Kruis werd gegeven. Jij werd sterk beïnvloed door de filosofie van de schrijver Johann Caspar Schmidt, wat jouw individualisme en egocentriciteit verklaarde.

Jij werd de artistiek leider van het literair cabarettheater Buntes Brettl, opgericht door Ernst Freiherr von Wolzogen, getrouwd met de luitzangeres Elsa Laura Seemann von Mangern en hun kinderen waren Hans en Sigrid. Jij ontmoette de vrijdenker/predikant Bruno Wille en de anarchist/schrijver Erich Mühsam. Jouw boeken met cabaretteksten waren bestsellers en op 15 mei 1901 trouwde jij met de superknappe illustratrice/mode-ontwerpster/tekenares Ilna Wunderwald, lid van de kunstenaarsvereniging Malkasten in Düsseldorf, waar jij haar ontmoette. Jullie reisden o.a. naar Rusland, Capri, Spanje, Mexico, Cuba, India, China en Australië. Op 19 april 1912 zijn jullie gescheiden. Ilna had ook liefdesrelaties met de componist Gustav Krumbiegel en de beeldhouwster Elly Unkelbach. Jij schreef reisverhalen voor Duitse kranten en samen met Erich Mühsam kinderboeken. Jij experimenteerde met alcohol en drugs, zoals hasj en mescaline, waarbij jij de roes als inspiratiebron gebruikte. In jouw werk maakte jij reclame voor de rederij H.A.P.A.G., bij wie jij gratis mocht reizen. De novelle 'De tomatensaus' uit 1905 gaat over een menselijk hanengevecht in Spanje. Jij verfoeide de stierengevechten en dierenmishandelingen in Spanje. Door Midden-Amerika werd jij niet geïnspireerd, behalve door Haïti en de voodoo-rituelen. Jij was zeer kritisch over Argentinië en jouw reis naar India werd ook door jouw uitgever Georg Müller bekostigd.

In 1913 begon jij samen met de acteur Paul Wegener 6 films te maken, zoals 'Der Student von Prag', 'Die Eisbraut' en 'Der Verführunge', met Grete Berger(Margarethe Berg), die op 23 mei 1944 in Auschwitz is vermoord, net als haar collega Margarete Reich. Paul's derde vrouw Lyda Salmonova speelde in vele films mee. In 1914 maakte jij 2 films, o.a. 'Die Launen einer Weltdame', met Ottilie Godeffroy in de hoofdrol. In 1919 verscheen 'Alraune und der Golem', met Lucia Toelle in de hoofdrol. In 1928 verscheen 'Alraune', met Brigitte Schittenhelm in de hoofdrol. In 1930 verschenen 'Fundvogel' en 'Alraune', opnieuw met Brigitte Schittenhelm. In 1952 verscheen er weer een versie van 'Alraune', met Hildegard Knef in de hoofdrol. In de Eerste Wereldoorlog was jij in Amerika, waar jij propaganda voor het Duitse Rijk maakte. Jij ontmoette Aleister Crowley, Ernst Hanfstaengl en Josefine Bumiller, die later jouw vrouw werd. Jij zat een jaar in Fort Oglethorpe gevangen en in augustus 1920 was jij terug in Duitsland. In 1921 trouwde jij in Berlijn met Josefine Bumiller. Op 18 juli 1926 overleed jouw moeder in Düsseldorf. Jouw roman 'Reiter in der Deutscher Nacht' uit 1931 was koren op de molen van de nazi's. Jij had contact met de SA-leider Ernst Röhm en met Joseph Goebbels.

In 1932 verscheen 'Horst Wessel. Ein Deutsches Schicksal', over de SA-Sturmführer Wessel, die op 23 februari 1930 door de 22-jarige communist Albrecht Höhler werd vermoord. Waarschijnlijk kende jij Wessel persoonlijk. De NSDAP en de familie Wessel eisten alsmaar veranderingen in jouw boek, vooral over de relatie van Horst met zijn verloofde Erna Jaenichen, die een prostituee in de Münzstrasse in Berlijn-Mitte was geweest en daarna bij Horst in de Grosse Frankfurter Strasse 62 woonde. De verhuurster, de weduwe Salm, wilde Horst en Erna per direct op straat zetten. Toen dat niet lukte, ging zij naar restaurant Baer op de Dragonerstrasse 48, waar zij enkele communisten vroeg om Horst aan te pakken. Toen Horst zijn kamerdeur opende, schoot Albrecht hem meteen in zijn mond. De nazi Alfred Rosenberg en zijn kliek waren tegenstanders van jouw romans. Na de Röhm Putsch op 30 juni 1934 was jij bij de nazi's uit de gratie en kwam jij op de liquidatielijst van de SS te staan. Al jouw boeken werden verbannen, behalve 'Reiter in der Deutscher Nacht'. Op 14 november 1940 overleed jouw broer Ernst. Jij gaf jouw Joodse vrienden uitreisvisa voor de VS en Engeland. Jij overleed op 12 juni 1943 in Berlijn en op 15 oktober 1943 is jouw as in de Nordfriedhof in Düsseldorf begraven. Kort na jouw overlijden verscheen 'Die schönsten Hände der Welt' bij Zinnen-Verlag in München, met twee satires over het nationaal-socialisme.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
25 januari 2022


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 45



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)