Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De liefdesband tussen Sandringham House en St Andrew's Hospital

(voor James Kenneth Stephen (1859 - 1892))

Jij bent geboren op 25 februari 1859 in Londen. Jouw vader was de advocaat/rechter/schrijver/filosoof Sir James Fitzjames Stephen, 1st Baronet (1829 - 1894). Hij was de oom van Virginia Woolf. Jouw moeder was Mary Richenda Cunningham. Jouw oudere zus was Katharine, geboren op 26 februari 1856 in Kensington, die bibliothecaresse en directrice van het Newnham College was. Jouw oudere broer was Herbert (1857 - 1932), advocaat en griffier van Assisen. Jouw jongere broer was Harry Lushington, geboren op 2 maart 1860 en getrouwd met de schrijfster Margaret Thyra Barbara Shore Smith, een nicht van Florence Nightingale. Harry en Margaret kregen de zoon James Alexander. Jouw jongere zussen waren Helen (1862 - 1908), Rosamond Emily (1868 - 1951), een lekenzendelinge in de Church of Ireland in Belfast, en Dorothea Jane (1871 - 1965), een godsdienstlerares in India. Jij was een neef van Virginia Woolf en jij had net als haar een bipolaire stoornis.

Jij ging naar het Eton Collage als een King's Scholar, met een zwarte, academische toga over het schooluniform, wonend in de oude universiteitsgebouwen, etend in de College Hall en zonder schoolgeld te betalen. Enkele King's Scholars waren: premier Boris Johnson en de schrijvers Aldous Huxley, George Orwell, Cyril Connolly, Andrew Sinclair, Pico Iyer en Lord Adam Nicolson, de kleinzoon van Lady Victoria Mary Sackville-West. Adam was getrouwd met de schrijfster Olivia Fane, met wie hij 3 zonen kreeg; Thomas, William en Ben. Met zijn huidige vrouw, de schrijfster/tuinvrouw Sarah Clare Raven, kreeg hij 2 dochters, Rosie en Molly. Ze wonen op de Perch Hill Farm in Sussex. Jij was een geweldige speler van de Eton Wall Game, omdat jij groot, zwaar en sterk was. De spelmuur werd in 1717 gebouwd en het is een soort voetbal. Boris Johnson was keeper. Van 1874 tot 1877 speelde jij het op St Andrew's Day. In 1876 en 1877 was jij de keeper en won jouw team. In een toast van College Wall wordt jij nog steeds herdacht met de zin 'In Piam Memoriam J.K.S.!'. Jij was een echte intellectueel en jij sprak op een pedante, deftige, acterende, zeer welbespraakte en onderhoudende manier.

Jij was lid van de Cambridge Apostles, in 1820 opgericht door George Tomlinson, van 1842 tot 1863 de Anglicaanse bisschop van Gibraltar. Lord Alfred Tennyson was ook lid, net als zijn vriend, de dichter Arthur Henry Hallam, die was verloofd met de zus van Alfred, Emilia Tennyson. Arthur overleed op 15 september 1833 in Wenen door een beroerte. Hij werd 22 jaar en hij is in de St Andrew's Church in Clevedon begraven. In 1850 voltooide Alfred zijn poëtische meesterwerk 'In Memoriam A.H.H.', wat 2916 regels telt. In 1880 was jij president van de Cambridge Union Society. In 1883 werd jij de leraar en metgezel van prins Albert Victor, hertog van Clarence en Avondale, ook wel gewoon Eddy genoemd en geboren op 8 januari 1864 in het Frogmore House in Windsor. Hij was het oudste kind van koning Edward VII en koningin Alexandra. Jij probeerde Albert klaar te stomen voor Trinity College in Cambridge, maar hij had weinig interesse voor de studie, maar wel voor het losbollige studentenleven. Hij kende nauwelijks de betekenis van de woorden, waarin hij zijn toekomstige lezingen zou krijgen. Hij ging naar de feesten van de homoseksuele geschiedenisleraar Oscar Browning en hij bezocht een mannelijk bordeel in Cleveland Street te Londen. Sommige biografen noemden hem voorzichtig 'mogelijk biseksueel, waarschijnlijk homoseksueel'. In 1885 werd jij Fellow of King's College.

Volgens de schrijver Maurice Desmond Rohan had jij een seksuele relatie met prins Albert, die op 17 juni 1885 eindigde, toen Albert officier bij de 10th Royal Hussars werd. Op 29 december 1886 was jij bij de bankier/politicus Felix Cobbold in Felixstowe en kreeg jij een ernstig hoofdletsel, waardoor jouw bipolaire stoornis verergerde en jij een steeds grilliger gedrag vertoonde. Volgens jou hadden de artsen jou verteld, dat jij zou sterven of helemaal gek zou worden. Jouw arts was Sir William Withey Gull, maar die kon niets met jou beginnen, want jij ging mentaal en fysiek snel bergafwaarts. Jij dwaalde alsmaar af en jij had totaal geen concentratie. Toch verschenen er in 1891 twee dichtbundels van jou; 'Lapsus Calami' en 'Quo Musa Tendis'. Jij blikte op een satirische wijze terug op jouw Eton-tijd, zo noemde jij o.a. de spookverhalenschrijver Montague Rhodes James en jouw vriend Harry Chester Goodhart, die Latijn-professor aan de Universiteit van Edinburgh werd en die op 21 april 1895 door een longontsteking overleed en 36 jaar werd. Zijn vrouw was Rose Ellen Rendel en hun zoon was Harry Stuart.

'Lapsus Calami' verscheen bij de uitgeverij/boekhandel 'Macmillan & Bowes' op 1 Trinity Street in Cambridge. Jij woonde op kamers op 18 Trinity Street, dus vlakbij. Deze uitgeverij/boekhandel is opgericht door Robert Bowes, getrouwd met Fanny Brimley. Hun dochter waren Mabel Ethel en Janet Mabel, hun zoon was George Edmund. Op 24 november 1891 stond jij naakt voor het raam van jouw kamers, toen jouw hospita jou vond. Jij had jouw bezittingen op straat gegooid en jij dacht gearresteerd te zijn. Sinds jouw hoofdletsel leed jij aan een permanente psychose. Jouw broers Herbert en Harry kwamen vanuit Londen naar jou toe en zij brachten jou naar het St Andrew's Hospital, een psychiatrisch ziekenhuis in Northampton. Op 14 januari 1892 overleed prins Albert Victor in het Sandringham House in Sandringham, Norfolk, door een longontsteking. Hij werd 28 jaar en hij is in de St George's Chapel in Windsor Castle begraven. Albert zou op 27 februari 1892 met prinses Victoria Mary van Teck gaan trouwen. De Gaiety Theatre-koormeisjes Lydia Miller en Louisa Lancey waren zijn minnaressen. Lydia pleegde zelfdoding door carbolzuur te drinken.

Op 14 januari 1892 vernam jij dat Albert Victor was overleden, waarna jij weigerde nog langer te eten. Jij moet wel zielsveel van hem gehouden hebben en 20 dagen later, op 3 februari 1892 ben jij door uithongering overleden. Door jouw zelfdoding werd jij 32 jaar en jij bent in de Kensal Green Cemetery begraven. Bij jouw zus Margaret Emily (1861 - 1862), jouw broer Leslie Henry (1866 - 1867) en jouw zus Frances Cunningham (1863 - 1880). Prins Albert Victor, jouw arts William Withey Gull en jij werden ervan verdacht Jack de Ripper te zijn geweest. Volgens de schrijver Michael Harrison zou jij de moorden gepleegd hebben 'uit een verwrongen verlangen naar wraak', vanwege de verbroken, homoseksuele liefdesrelatie met prins Albert, en dat in combinatie met jouw mentale achteruitgang. Hij dacht ook dat jij jouw gedicht 'Air: Kaphoozelum' naspeelde, waarin de hoofdpersoon 10 moorden pleegt. Verder dacht hij dat Albert jouw handlanger was. Alle beschuldigingen richting Albert, William en jou zijn weerlegd en die Harrison was zelf niet goed snik en een psychopathische theoriedrammer.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
23 april 2022


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 49



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)