Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De artistieke bloei na het liefdesverdriet

(voor Nils Dardel (1888 - 1943))

Jij bent geboren als Nils Elias Kristofer von Dadel op 25 oktober 1888 in Bettna. Jij was van adel en jouw ouders waren de landeigenaar Fritz August von Dadel en Sofia Matilda Norlin. Jouw opa was de illustrator/striptekenaar Fritz Ludvig von Dardel, die op 27 mei 1901 overleed. Hij was adjudant van de kroonprins/koning Carl Ludvig Eugen XV van Zweden, getrouwd met Louise van Nederland, met wie hij 2 kinderen kreeg; Louise Josephine Eugenie (1851 - 1926), die met koning Frederik VIII van Denemarken trouwde, en Oscar Carl Vilhelm Frederik (1852 - 1854). Louise van Nederland overleed op 30 maart 1871 in Stockholm door een longontsteking en zij werd 42 jaar. Van 1908 tot 1910 studeerde jij aan de Koninklijke Academie in Stockholm.

In 1910 ging jij samen met Sigrid Hjertén, Isaac Grunewald, Einar Jolin en Per Leander Engström naar Parijs. Per Leander studeerde een jaar bij Henri Matisse en in 1913 trouwde hij met Mary Edlund. Hun tweelingzonen Kjell en Tord waren ook kunstenaars. Per Leander overleed op 6 februari 1927 in Stockholm en hij werd 41 jaar. Sigrid was een favoriete studente van Matisse. Zij trouwde met de Joodse Isaac Grunewald en hun zoon was Iván. Jouw schilderijen 'Meisje in blauwe kleding' (1910) en 'Twee Meisjes'(1911) doen aan Van Gogh en Gauguin denken. In 1913 portretteerde jij jouw Joodse galeriehouder Alfred Flechtheim, die verliefd op jou werd. Alfred was getrouwd met Betty Goldschmidt (1881 - 1941). Alfred en jij hadden een korte, seksuele affaire met elkaar. Jij was biseksueel. Alfred begon in 1913 met zijn galerie op de Königsallee 34 in Düsseldorf. Vestigingen in Berlijn (Lützowufer 13), Frankfurt, Keulen en Wenen volgden. Alfred overleed op 9 maart 1937 door een spoedoperatie wegens een ziekte in Londen. Hij was verarmd en hij werd 58 jaar. Op 15 november 1941 pleegde zijn weduwe Betty zelfdoding op de Düsseldorfer Strasse 44 in Berlijn.

In 1914 keerden jullie, de groep De Unga (De Jongeren), naar Stockholm terug. In 1917 ontmoette jij Nita Wallenberg in Japan, tijdens de Hanami, het kersenbloesemfestival. Voordat het liefdesdrama gebeurde, schilderde jij in 1917 het schone 'Portret van Nita Wallenberg'. In 1919 vroeg jij de kunstenares Ebba Maria Sassnitza (Nita) Wallenberg, geboren op 11 april 1896, ten huwelijk. Jij was in het geheim met haar verloofd. Haar moeder Annie Adelsköld was van adel. Haar vader/familie keurde jou af en heeft de verloving in 1919 nietig verklaard. Jij werd niet van nut voor het bedrijf Wallenberg bevonden. Verder verfoeide haar vader, de diplomaat/zakenman/politicus Gustaf Oscar Wallenberg, jouw wilde nachtleven. Daarna schilderde jij veel vrouwen, die op Nita lijken. Op het schilderij 'Exekution' uit 1919 staat Nita's vader als een gevoelloze beul, die een jongeman over een steile heuvel schopt. Nita moest al jouw liefdesbrieven verbranden en zij kreeg een baan binnen het familiebedrijf. Zij trouwde met Carl Johan Kierullf en later met de zakenman Carl Axel Söderlund. Zij kreeg 3 kinderen. Op 'Crime passionel' uit 1921 wordt er iemand (jij) door een jonge vrouw (Nita) doodgeschoten. Dit psychologische, Japanse tafereel verbeeldt jouw gevoelens na het verraad, de mokerslag van het negatieve oordeel. Het is de vraag of jij het ooit hebt kunnen accepteren, dat Nita niet echt bij jou paste.

In 1921 trouwde jij met de schrijfster Thora Maria Theresia Alexandra Axelsdotter Klinckowström, geboren op 24 mei 1899 in Stockholm. Thora studeerde beeldhouwkunst bij Sigrid Blomberg, Jens Bregno en Antoine Bourdelle. Zij is ook door Amedeo Modigliani geschilderd. Op 27 mei 1922 werd jullie dochter Ingrid von Dardel geboren. Ingrid was een kunstenares/schilderes/danseres, die met Gustav Unger trouwde, met wie zij de zoon Henry (1945) en de dochter Denise kreeg. Met haar volgende man Lage Ekwall kreeg zij de zoon Nils (1954), net als Henry een kunstenaar. Op jouw schilderij 'Marthe' uit 1930 staat een heerlijke jongedame met haar naakte borsten. Door de houding van haar armen accentueert zij haar prachtige, volle, rijpe borsten, die zij zelf ook erg mooi vindt. Haar armen lijken op een extra omlijsting voor het gerezen natuurwonder. In 1934 zijn Thora en jij gescheiden en ontmoette jij de schrijfster Edith (Edita) Dagmar Emilia Toll-Morris, geboren op 5 maart 1902 in Örebro. Met Edita deelde jij de rest van jouw leven. Zij was in 1925 met de journalist/schrijver Ira Victor Morris getrouwd. Edita en Ira waren politieke activisten, die voor de nucleaire ontwapening streden. Vanaf 1930 schilderde jij Edita. Zo is zij op 'Een hart in vlammen' te zien. Zij bleef wel met Ira getrouwd.

Jij was bevriend met de kunstverzamelaar Rolf de Maré, die in Parijs de leider van de Ballets Suédois was. In 1918 werd Rolf de minnaar en beschermheer van de danser/choreograaf Jean Börlin, die de opvolger van Vaslav Nijinsky was, die in 1919 vanwege schizofrenie in psychiatrische inrichtingen verbleef en nooit meer danste. Jean Börlin overleed op 6 december 1930 in New York door kanker en hij werd 37 jaar. Rolf was ook jouw beschermheer/weldoener. Jij reisde veel en ver zonder ooit echt te settelen. Jij was zelfdestructief. Op 'Terug naar de speeltuinen van de jeugd' staan 4 naakte jongedames bij een meer. Aan de overkant van het meer zit een oude man op de schouders van zijn dienaar hopeloos te zwaaien. Er resten hem slechts twee koeien om eventueel aan te raken. In 1940 heb jij veel Mexicanen geschilderd. In 1940 was er een retrospectief van jouw leven en werk in de Liljevalchs konsthall op Djurgarden in Stockholm, wat jouw doorbraak in Zweden markeerde. Jij overleed op 25 mei 1943 in New York City en jij werd 54 jaar. Jij overleed in jouw slaap in een kunstenaarshotel. Jij had een ernstige hartafwijking. Jij bent in de begraafplaats bij de kerk in Ekerö buiten Stockholm begraven.

Ingrid overleed op 10 november 1962. Thora was van 1934 tot 1944 met graaf Mac Hamilton getrouwd. Zij overleed op 19 maart 1995 in Stockholm. Ingrid en Thora zijn bij jou in de Ekerö-begraafplaats begraven. Edita overleed op 15 maart 1988 en zij is in Nesles begraven. De zoon van Edita en Ira was de schrijver Ivan Morris (1925 - 1976). In 1988 is bij het veilinghuis Bukowskis op Arsenalsgatan 2 in Stockholm 'De stervende dandy' uit 1918 voor 13 miljoen kronen verkocht.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
27 april 2022


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 104



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)