Het roomse juk afgeworpen

(voor Amalia Guglielminetti (1881 - 1941))

Jij bent geboren op 4 april 1881 in Turijn. Jouw rijke ouders waren Pietro Guglielminetti en Felicita Lavezzato. Jouw zussen waren Emma en Erminia en jouw broer was Ernesto. Rond 1858 is jouw overgrootvader Pietro Guglielminetti van Cravanzana naar Turijn verhuisd. In Cravanzana staat een prachtig kasteel, wat van markies Gian Giacomo Fontana (1674 - 1751) was. Gian Giacomo kreeg samen met zijn vrouw Anna Maria Francesca Faussone 2 zoons; Ignazio Amedeo en Maurizio Nicolò. In Turijn begon hij een klein bedrijf met houten materialen, genaamd Fratelli Guglielminetti. Hij was leverancier van het Koninklijk Leger en rond 1860 heeft hij een houten waterfles uitgevonden, die vanaf 1912 van aluminium werden gemaakt. In 1886 overleed jouw geliefde vader en verhuisden jullie naar opa Lorenzo, die jou aan religieuze scholen liet studeren, o.a. een meisjesschool met verrekt strenge nonnen. Lorenzo was 'een oude, zuinige industrieel, rigide klerikaal en een strikte huisbewaker'.

Vanaf 1900 werkte jij samen met de 'Gazzetta del Popolo', met als hoofdredacteur en mede-eigenaar Baldassarre Cerri tot 12 juni 1902. Jij publiceerde gedichten in de zondagsbijlage, waarvan een deel in jouw dichtbundeldebuut 'Voci di giovinezza' uit 1903 verscheen. Dit zijn scholastieke en gekunstelde gedichten, die literair gezien in Turijn geen indruk maakten. In 1907 had jij wel succes met jouw tweede dichtbundel 'Le vergini folli', die door de dichter/professor in de Italiaanse/Neolatijnse literatuur Arturo Graf werd bejubeld. Hij schreef: 'Een kostbare reeks van mooie en nieuwe verzen, haar inspiratie is levend, openhartig, delicaat zoveel als men kan zeggen, wonderbaarlijke kunst. Met allervriendelijkste meisjes- en vrouwenfiguren en sonnetten van een voortreffelijk vakmanschap. Het geheel lijkt zo spontaan te komen!'. In 1883 heeft Arturo samen met de filologen Francesco Novati en Rodolfo Renier de 'Giornale storico della letteratura italiana' opgericht. In 1894 pleegde zijn broer Ottone zelfdoding, wat Arturo meer spiritualistisch/religieus maakte. Arturo overleed op 31 mei 1913 in Turijn.

Jij was een metgezellin van de dichter/schrijver Guido Gustavo Gozzano, die jij in de Società di Cultura ontmoette. Hij kreeg literatuurlessen van Arturo Graf. Vlak na de publicatie van 'Voci di giovinezza' begon jij een liefdesrelatie met Guido Gozzano, die jou zijn dichtbundel 'La via del rifugio' uit 1907 stuurde, waarna jij hem jouw dichtbundel 'Le vergina foli' stuurde. Guido noemde jouw poëzie 'superieur aan die van Gaspara Stampa'. Guido was van 1907 tot 1909 jouw minnaar. Vanwege ernstige pleuritis woonde Guido vanaf mei 1907 in San Giuliano d'Albaro, Ceresole Reale, Ronco, Bertesseno en Fiery. Hij ging met een cruiseschip vanuit Genua naar Colombo en Bombay, waar hij in 1912-1913 een tijd verbleef, maar dit verbeterde zijn ademhalingsstoornis niet. Hij schreef nog aan een filmscript over Franciscus van Assisi, wat nooit verfilmd is. Guido is op 9 augustus 1916 in Turijn door tuberculose overleden. Hij werd 32 jaar. Hij werd eerst in Agliè begraven en in 1951 in de kerk van San Gaudenzio.

In 1909 overleed jouw zus Emma na een slepende ziekte van jaren. In 1909 verscheen jouw dichtbundel 'Le seduzioni'. Jij bent door Raviglione geschilderd. Jij schreef met name erotische literatuur, geïnspireerd door jouw vele minnaars. Eenmaal bevrijd van de roomse, mannelijke tirannie ging jij helemaal en zonder scrupules los, ook in jouw literaire werk.

Jij was ook de geliefde van Dino Segre (Pitigrilli), die jouw literaire salon bezocht. Zijn vader was Joods en zijn moeder was rooms-katholiek. Hij was 12 jaar jonger en van 1918 tot 1920 waren jullie een vast stel. Hij vond jouw poëzie beter dan die van Dante. In 1921 verscheen Dino's geweldige roman 'Cocaïne', over drugsgebruik en seks, geïnspireerd door zijn tijd in de literaire en artistieke kringen van Parijs. In 1924 richtte hij het literaire tijdschrift 'Grandi Firme' op. In 1926 is jouw relatie met Dino op een heftige wijze met advocatengedoe geëindigd. Door de intense relatie met Dino kreeg jij een zenuwinzinking. Op 17 maart 1931 werd jij vrijgesproken van de aanklacht tot laster, vanwege het 'tijdelijk onvermogen om te begrijpen en te willen' en een 'totale voorbijgaande mentale zwakheid'. In 1935 verraadde Dino, als lid van de geheime politie van fascistisch Italië, de redactie van 'La Cultura', met o.a. Cesare Pavese, Carlo Levi en Piero Martinetti. Dino Mantovani zag in jou een groepslid van de dichteressen Gaspara Stampa (1523 - 1554) en Sappho.

Tussen 1916 en 1925 schreef jij kinderboeken, zoals 'La reginetta Chiomadoro' uit 1923. Van 1926 tot 1928 was jij redactrice van het tijdschrift 'Le seduzioni'. In 1934 verscheen jouw laatste dichtbundel 'I serpenti di Medusa'. In 1935 verhuisde jij naar Rome om in de journalistiek carrière te maken, wat mislukte, waardoor jij in 1937 weer naar Turijn ging. Jouw laatste jaren in Turijn waren erg eenzaam. Jij was altijd walgelijk eenzaam en pijnlijk depressief. Jij schreef 4 theaterstukken en in 1940 verscheen jouw laatste novelle 'Passione'. Jij overleed op 4 december 1941 door de gevolgen van een bloedvergiftiging. Vanwege de alarmsirenes voor een bombardement probeerde jij naar de schuilkelder te rennen, maar jij viel van de trap, wat een wond opleverde. Enkele dagen later ben jij door de bloedvergiftiging als gevolg van die wond overleden. Jij werd 60 jaar en jij bent in de Monumentale Begraafplaats van Turijn begraven.

Amalia Guglielminetti

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 51