Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Bowen's Court is onherroepelijk verdwenen, maar jij niet

(voor Elizabeth Bowen (1899 - 1973))

Jij bent geboren als Elizabeth Dorothea Cole Bowen op 7 juni 1899 op 15 Herbert Place in Dublin, waar jij de eerste zeven winters woonde. Jouw vader was de advocaat Henry Charles Cole Bowen (1862 - 1930), die van Welshe, adellijke afkomst was. Jouw moeder was Florence Isabella Pomeroy, die in 1912 overleed. Zij was de dochter van Henry FitzGeorge Pomeroy Colley, de kleinzoon van de 4-de burggraaf Harberton, en de kleindochter van de 4-de burggraaf Powerscourt. Jij bent in de St Stephen's Church aan Upper Mount Street gedoopt, ook wel The Pepper Canister genoemd. Jouw ouders brachten jou naar de grootouders van jouw vaderskant, waar jij in de zomers verbleef. Dat was in het historische landhuis Bowen's Court in Farahy, nabij Kildorrery, in Cork. In 1907 werd jouw vader geestesziek en verhuisde jij met jouw moeder naar Engeland, waar jullie tenslotte in de kustplaats Hythe woonden. In Hythe stond de Mackeson Brewery en Hythe werd ooit door Saltwood Castle en Lympne Castle verdedigd, 11-de en 13-de eeuws. De muziekband Wings heeft in Lympne Castle 6 nummers voor hun laatste album 'Back to the Egg' (1979) opgenomen. Het landgoed 'Waterfall' van de McCartneys lag vlakbij het kasteel. In 2021 stond Lympne Castle voor 11 miljoen pond te koop, een buitenkansje, waar ik helaas te laat van op de hoogte was gebracht.

In september 1912 overleed jouw moeder. Jij was 13 jaar en jij werd daarna door jouw tantes in Engeland en Ierland opgevoed. Jouw vader hertrouwde in 1918. Jij studeerde aan de Downe House School in Cold Ash, bij Thatcham, een school voor meisjes van 11 tot 18 jaar. Deze school in het voormalige huis van Charles Darwin is in 1907 opgericht door Olive Margaret Willis en haar vriendin Alice Carver. Olive was de directrice. Andere leerlingen op die school waren o.a. de sociaal antropologe Audrey Isabel Richards, de beeldhouwster Elizabeth Marion Rea, de schrijfsters/biografen Alethea Catharine Hayter en Priscilla Napier en de dichteres Anne Barbara Bradley, bevriend met C.S. Lewis, de secretaresse van T.S. Eliot en getrouwd met de drukker Vivian Hughes Ridler, met wie zij 4 kinderen kreeg; Jane, Kate, Benedict en Colin. Jij ging een tijd naar de kunstacademie in Londen en daarna besloot jij om full-time schrijfster te zijn.

In 1923 trouwde jij met de onderwijsadministrateur Alan Charles Cameron, die ook voor de BBC werkte. Voor Alan had jij affaires met de schrijver Seán Proinsias Ó'Faoláin (John Francis Whelan), de journalist Goronwy Rees en de academicus Humphry House, die getrouwd was. Jij had contact met de Bloomsbury Group en jij was dik bevriend met de schrijfster Lady Emilie Rose Macaulay, bekend van haar roman 'The Towers of Trebizond' uit 1956. Zij hielp jou bij het zoeken naar een uitgever. In 1923 verscheen jouw korte verhalenbundel 'Encounters' bij New York Boni and Liveright Notes, jouw debuut. Alan en jij woonden eerst in Oxford, waar jullie contact hadden met de literatuurcriticus Sir Cecil Maurice Bowra, een homoseksueel, die aan sekscruisen deed. Cecil stond model voor Mr Samgrass in 'Brideshead Revisited' van Evelyn Waugh. In 1925 werd Alan minister van Onderwijs voor Oxford. Jullie hadden ook contact met de schrijver/historicus/politicus John Buchan, 1st Baron Tweedsmuir, en zijn vrouw, de schrijfster/barones Susan Charlotte Grosvenor, bevriend met Virginia Woolf. In oxford ontmoette jij ook David Cecil en Isaiah Berlin, vrienden voor het leven. In 1927 verscheen jouw debuutroman 'The Hotel', in 1929 opgevolgd door 'The Last September'. In 1930 was jij de eerste en enige vrouw, die Bowen's Court erfde. Bowen's Court is in 1770 door Henry Cole Bowen gebouwd en jij was de laatste eigenaar. In 1931 verscheen 'Friends and relations' en in 1932 'To the North'. In 1935 verhuisden jullie naar 2 Clarence Terrace in Londen, vanwege Alan's werk. Jullie waren beiden zwaar aan de alcohol en tabak verslaafd.

Jouw man Alan was 6 jaar ouder en hij leerde jou hoe jij jezelf moest kleden. Alan was voortdurend ontrouw aan jou en jullie huwelijk werd kameraadschappelijk en aseksueel. Jij had diverse, buitenechtelijke liefdesrelaties, ook met Seán Proinsias Ó'Faoláin, wat dus tijdens jouw huwelijk gewoon voortduurde. Seán was getrouwd met de kinderboekenschrijfster Eileen Gould, met wie hij 2 kinderen kreeg, de schrijfster Julia (1932 - 2020) en Stephen. Seán was mede-oprichter en redacteur van 'The Bell', waarin jij ook publiceerde. Jij had ook een liefdesrelatie met de dichteres Eleanore Marie Sarton, geboren in Wondelgem (Gent). Eleanore had ook relaties met de schrijfster/beeldhouwster Lady Mary Juliette Baillot-Huxley
en haar man Sir Julian Huxley en Judith Matlack. Jij had 32 jaar een liefdesrelatie met Charles Ritchie. Bij hem kon jij jezelf zijn. Toen jij hem in 1941 ontmoette was jij 41 jaar en 18 jaar getrouwd en hij was 34 en vrijgezel. Hij was een Canadese diplomaat met een grote charme en intelligentie. Toen hij jou voor het eerst helemaal naakt zag, vond hij jouw lichaam het mooiste wat hij ooit zag. Jullie liefdesrelatie voedde jouw creativiteit. Jouw liefdesbrieven aan Charles en zijn dagboeken zijn bewaard gebleven. Jij ontving hem 1 of 2 keer per jaar op Bowen's Court.

In Bowen's Court werd jij o.a. bezocht door Virginia Woolf, Iris Murdoch, Eudora Alice Welty, Carson McCullers en Lady Cicely Veronica Wedgwood. Jouw vriend, de schilder Patrick Anthony Hennessy, heeft jou in Bowen's Court geportretteerd. Charles trouwde in 1948 met zijn nicht Sylvia. Jij koesterde een wrok jegens Sylvia, omdat jij met Charles getrouwd wilde zijn. Vanuit Rome schreef je; 'Ik leid een zeer homoseksueel, amusant, glamoureus weelderig leven!'. Charles was heel bang dat jij met jouw vriend Eddy Sackville-West zou trouwen. De jaloezie was dus over en weer. 'The Heat of the Day' uit 1948 heb jij aan Charles opgedragen. In 1952 ging Alan met pensioen en woonde hij tot zijn overlijden op 26 augustus 1952 in Bowen's Court. In de jaren 50 kreeg jij een zenuwinzinking en in 1959 moest jij Bowen's Court verkopen. Jij liet onbetaalde rekeningen en lonen achter en jij ging bij vrienden en in hotels wonen. Een ontwikkelaar uit Cork heeft het familiehuis Bowen's Court in 1960 gesloopt. Die botterik was gevoelloos voor de historische waarde. Jij ging een flat in Oxford huren, nabij de Berlins. Vanaf 1965 woonde jij in 'Carbery' op Church Hill in Hythe. In 1968 verscheen jouw 10-de en laatste roman 'Eva Trout'. In 1972 kreeg jij longkanker en jij bent op 22 februari 1973 in het University College Hospital in Londen overleden. In het ziekenhuis ben jij o.a. door Lady Ursula Vernon, Sir Isaiah Berlin, de schrijfster Rosamond Nina Lehmann en jouw literair agent Spencer Curtis Brown bezocht. Jij werd 73 jaar en jij bent bij Alan in de St. Colman's Churchyard in Farahy, Cork, begraven.

Bij de ingang van de St. Colman's Church uit 1721 is een gedenkplaat voor jou aangebracht. Bowen's Court stond naast deze kerk met begraafplaats. Alan en jij zijn dichtbij de poorten van Bowen's Court begraven. De woorden op de gedenkplaat zijn van de advocaat/boekenverzamelaar John Hanbury Angus Sparrow, president van de Oxford University Society of Bibliophiles. In het tijdschrift 'Encounter', o.a. opgericht door de homoseksuele Stephen Spender, publiceerde Sparrow een artikel over 'Lady Chatterley's Lover' na het obsceniteitsproces in 1960 tegen de uitgever Allen Lane van Penguin Books. Sparrow vond de vrijspraak verkeerd, omdat de roman de illegale praktijk van sodomie bevorderde. Het is dus zeer onjuist en absurd dat juist deze man de woorden voor jouw gedenkplaat mocht bedenken. Pas in 1967 was sodomie niet meer strafbaar in Engeland.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
18 augustus 2022


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 63



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)