Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Een moedige oorlogscorrespondente uit Australië

(voor Louise Mack (1870 - 1935))

Jij bent geboren als Marie Louise Hamilton Mack op 10 oktober 1870 in de hoofdstad van Tasmanië Hobart. Jouw ouders waren dominee Hans Hamilton Mack uit Downpatrick en Jemima James uit Armagh. Jij had 12 broers en zussen. Jouw vader was een Wesleyaanse dominee. De Wesleyaanse of Methodistische theologie is gebaseerd op de bediening van John en Charles Wesley. John Wesley (1703 - 1791) was een theoloog/evangelist en de leider van een opwekkingsgeloof. Hij was voor christelijke perfectie (de inwoning van de Heilige Geest, eenheid met God, volledige heiliging, volmaakte liefde) en tegen het calvinisme en de predestinatie. Charles was zijn broer en hun ouders waren de Church of England geestelijke en dichter Samuel Wesley en Susanna Annesley. Charles schreef ruim 6500 hymnen, zoals 'Christ the Lord is Risen Today' uit 1739. Vanwege het werk van jouw vader verhuisden jullie van staat naar staat. Wonend in Sydney ging jij naar de middelbare school. Jij ging naar de Sydney Girls' High School, opgericht in 1883 aan Elizabeth Street, waar sinds 1927 het warenhuis David Jones staat. In het begin waren er 37 leerlingen.

De meisjes kregen les op de eerste verdieping en de jongens op de begane grond. Op school ontmoette jij Ethel Turner, de latere romanschrijfster en kinderboekenschrijfster, geboren als Ethel Sibylle Burwell op 24 januari 1870 in Doncaster, Engeland. Haar oudere zus was de schrijfster Lilian Wattnall Burwell. Ethel en Lilian zaten beiden op de Sydney Girls' High School en zij verzorgden hun tijdschrift 'Iris' en jij verzorgde jouw tijdschrift 'Gazette'. Later hadden zij het maandblad 'Parthenon'. Jij was idolaat van de krantenbaron Lord Northcliffe, voor wie jij romantische feuilletons schreef. Jouw serie 'In an Australian City' uit 1895 zorgde voor een breuk met Ethel, omdat jij onverhuld over jouw vrienden en kennissen schreef. Ethel trouwde in 1896 met de schrijver/advocaat Herbert Raine Curlewis, met wie zij 2 kinderen kreeg, Ethel Jean Sophia en Adrian. Ethel Jean Sophia was een romanschrijfster, die op 30 maart 1930 in Algiers door tuberculose overleed en 32 jaar werd. Jean's man was Dr. Leo Charlton en haar zeer persoonlijke debuutroman was 'The Ship that Never Set Sail'. Adrian was een advocaat en kapitein.

Jij publiceerde poëzie en verhalen in 'Sydney Bulletin' en de literaire redacteur A.G. Stephens was jouw mentor en hij plaatste jouw gedichten op zijn 'Red Page'. Jij was bevriend met de dichter Will Ogilvie. Jij trouwde op 8 januari 1896 in Mosman met de ongelukkige advocaat John Percy Creed uit Dublin. Zijn ouders waren Richard en Olivia Creed. Hij was een studievriend van jouw broer Sid Mack. Zijn zware alcoholisme en jouw chaotische, sociale leven deden de relatie ineenstorten. Als journaliste bezocht jij vaak feesten, concerten, theatervoorstellingen en kunst- en literaire bijeenkomsten. In 1896 verscheen jouw debuutroman 'The World is Round'. In 1897 verscheen 'Teens' en in 1898 'Girls Together' bij Angus & Robertson.

In het 'Bulletin' verzorgde jij als Gouli Gouli 'A Woman's Letter'. Deze column werd eerder 8 jaar geschreven door Alexina Maude Wildman. Zij gebruikte het pseudoniem Sappho Smith. Alexina inspireerde jouw zus Amy en jou. Alexina overleed op 15 november 1896 in Cowper Street in Waverley door nefritis en zij werd 29 jaar. In 1901 zijn John en jij gescheiden. Jij was een columniste voor 'The Bulletin', totdat jij in 1901 naar Londen ging en voor de 'Review of Reviews' ging schrijven. In 1901 verscheen jouw enige dichtbundel 'Dreams in Flower'. In 1902 verscheen 'An Australian Girl in Londen' bij T. Fisher Unwin. De knappe, meedogenloze Lord Alfred Charles William Harmsworth, 1st Viscount Northcliffe, was jouw sponsor. Hij was op 15 juli 1865 in Chapelizod geboren. Zijn vrouw was Lady Mary Elizabeth Milner. Met de 16-jarige dienstmeid kreeg hij de zoon Alfred Benjamin Smith, die in 1930 in een psychiatrische inrichting overleed. Met zijn minnares Kathleen Wrohan kreeg hij Alfred (1910 - 1987), Geraldine (1912 - 1968) en Harold (1914 - 1999). Kathleen was getrouwd met Henry Wrohan en zij overleed in 1923. Van 1904 tot 1910 woonde jij in Florence. Jij redigeerde de Engelstalige, Italiaanse Gazette en jij was bevriend met Banjo Paterson. In 1904 verscheen 'Children of the Sun', in 1909 'The Red Rose of a Summer'en in 1910 'Theadora's Husband' en 'In a White Palace'. In 1910 ging jij naar Londen terug.

In 1914 was jij in België de oorlogscorrespondente voor de Evening Post en de Daily Mail. In oktober 1914 ben jij van het bezette Brussel naar Antwerpen teruggekeerd. Jij schuilde samen met twee andere correspondenten, o.a. de Australische Frank Fox, in een hotelkelder. De twee gingen er vandoor en jij zag de huizen 'verbrijzeld en op slot en stil en verlaten'. Jij liep het grote gevaar om als een spionne te worden vermoord, dus vermomde jij jezelf als een hotelmeid. Jij was getuige van de Duitse invasie en in de restaurants in Antwerpen serveerde jij broodjes aan de Duitse soldaten. Jij verliet de stad met een vals paspoort. Via Nederland ging jij naar Engeland terug. In 1915 werd jouw ooggetuigenverslag van de Duitse invasie van Antwerpen gepubliceerd en 'A Woman's Experiences in the Great War'. Jij was de eerste, vrouwelijke oorlogscorrespondente en de eerste Australische. In Antwerpen lag jij 36 uur onder vuur en jij ging dwars door de Duitse linies naar Brussel. Door deze moedige daad werd jij zeer bekend in Australië. Op 14 februari 1915 overleed John Creed in Flinders, wat jij pas in 1924 ontdekte. In 1916 ging jij naar Australië terug, waar jij lezingen over jouw oorlogservaringen gaf. Jij schreef geregeld voor The Sydney Morning Herald, The Bulletin en andere kranten/tijdschriften. Via jouw lezingen verzamelde jij geld voor de Australian Red Cross Society.

Op 1 september 1924 trouwde jij in Melbourne met de 33-jarige, 20 jaar jongere kapitein Allen Illingworth Leyland, die in de Eerste Wereldoorlog vocht en daarna de rest van zijn leven aan de nare gevolgen van vergassing leed. Hij was een Nieuw-Zeelandse Gallipoli-veteraan. Allen overleed op 25 juli 1932 in Randwick, New South Wales. Hij werd 40 of 41 jaar en hij is in de Rookwood General Cemetery begraven. In de jaren 30 publiceerde jij humoristische artikelen in The Australian Women's Weekly, opgericht in 1933. Deze rubriek heette 'Louise Mack Advises'. In 1933 overleed Allen's vader Arthur en in 1934 Allen's moeder Emily. Zijn broer Reginald Arthur overleed in 1947, zijn zus Winifred Eleanor in 1954 en zijn broer Charles in 1960. Jij schreef in totaal 16 romans en jij overleed op 23 november 1935 in Mosman, Sydney. Jij werd 64 jaar en jij bent begraven in het Northern Suburds Crematorium. Dominee D.P. Macdonald deed de begrafenisdienst.


Of a Wild White Bird

To soar as a wild white bird,
With a song unbound and fetterless!
With a gush of song in the throat,
Loosened and loud and letterless,
And the wind its only accompaniment.

To sing and soar and look down
On a world one leaves when one tires of it:
With a glancing wing for a sail,
Dashing, when one desires of it,
Through the spray of the great sea-wilderness.

Or wheeping with mighty curves
From land to sky, and to land again:
To cast off Time, and to stay
Where one's will alone lays hand on one:
Not to own or owe in the universe.

Sudden and swift some day
Meet Death, and know no fear of Him,
But close the eyes and have done
... When a wild bird dies none hear of him.
He has sung and ceased, and is happiest.


Louise Mack

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
23 september 2022


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 58



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)