Erudiete vrienden in een Berlijnse salon
(voor Elisa von Ahlefeldt (1788 - 1855))
Jij bent geboren als Elisa Davidia Margarethe gravin von Ahlefeldt op 17 november 1788 in kasteel Tranekaer op het Deense eiland Langeland. Jouw vader was graaf Friedrich von Ahlefeldt-Laurvigen. Jij was het enige overlevende kind en jij kreeg een uitstekende opleiding. Jij had een ongelukkige jeugd. Jouw ouders maakten veel ruzie, wat meestal door de spilzucht en losbandigheid van jouw vader werd veroorzaakt. In 1806 trouwde jij met de Deense kroonprins Christian Fredrik VIII, geboren op 18 september 1786 in Kopenhagen. Dit huwelijk was tegen de wens van Christian's vader en werd geheim gehouden. Op 21 juni 1806 trouwde Christian in Ludwiglust met zijn nicht Charlotte Frederique von Mecklenburg-Schwerin. In 1807 werd de dochter van Christian en jou geboren. Tijdens een reis met jouw moeder naar Bad Nenndorf ontmoette jij de Pruisische generaal-majoor/baron Ludwig Wilhelm Adolph von Lützow, geboren op 18 mei 1782 in Berlijn. Adolph was aan het herstellen van zijn wonden, die hij tijdens de Slag bij Kölberg in 1807, van majoor Ferdinand von Schill tegen Napoleon, had gekregen. In 1808 ging Adolph uit het Pruisische leger en begon hij het Lützowsche Freikorps. Jij speelde een belangrijke rol bij de oprichting van het Lützowsche Freikorps. Jij was enthousiast over het werven en bewapenen van vrijwilligers en jij verzorgde de gewonden.
Op 8 april 1807 werd de zoon van Christian en Charlotte geboren, Christian-Frédéric, die ook op die dag overleed. Op 6 oktober 1808 werd hun zoon Frederik geboren, die koning werd (1848 - 1863). Op 20 maart 1810 ben jij met Adolph getrouwd, tegen de wil van zijn vader, generaal-majoor Johann Adolph von Lützow. Op 7 februari 1811 werd Adolph weer opgenomen in het Pruisische leger. Op 31 maart 1810 zijn Christian en Charlotte gescheiden. Charlotte had een affaire met haar muziekleraar Édouard Du Puy. Charlotte overleed op 13 juli 1840 in Rome en zij werd 55 jaar. Na de vrede woonden jullie in Berlijn en Königsberg. Vanaf 1817 woonden jullie in Münster. Jouw trouwste vrienden waren de dichter/toneelschrijver Theodor Körner, de pedagoog Karl Friedrich Friesen en luitenant-generaal Friedrich von Petersdorff, getrouwd met Johanna Maria von Homeyer, die op 28 mei 1813 overleed en 29 jaar werd. In 1816 hertrouwde hij met Lucinde Rippel, met wie hij 3 kinderen kreeg. Theodor's familie had o.a. contact met Friedrich von Schiller, Goethe, Heinrich von Kleist, Friedrich en Auguste Schlegel en Novalis. Auguste Schlegel was de minnaar van barones Germaine de Staël. Theodor overleed op 26 augustus 1813 tijdens de gevechten in het Rosenow-bos nabij Lützow. Hij werd 21 jaar en hij is in de begraafplaats van Wöbbelin begraven.
Op 16 maart 1814 overleed Karl Friesen tijdens de Franse veldtocht. Hij werd in Lalobbe gevangengenomen en vermoord. Hij werd 29 jaar en hij is in 1845 in het Invalidenfriedhof in Berlin-Mitte begraven. Daar heb jij voor gezorgd. Adolf was in Münster gelegerd. Daar ontmoette jij in het voorjaar van 1821 de advocaat/schrijver/dichter Carl Leberecht Immermann, geboren op 24 april 1796 in Maagdenburg. Jij werd verliefd op hem en in 1824 verliet jij Adolf. In 1825 werd de scheiding officieel. Adolph hertrouwde met de weduwe van zijn broer Wilhelm Auguste Uebel, wat slecht verliep. Adolph overleed op 6 december 1834 in Berlijn. Hij werd 52 jaar en hij is in de Oude Garnizoensbegraafplaats in Berlin-Mitte begraven. Het Lützowhaus staat nog steeds in Schöneiche bei Berlin, vies en verwaarloosd. Met Carl deelde jij een literaire en artistieke interesse en de liefdesrelatie duurde 17 jaar. In 1824 werd Carl in Maagdenburg tot rechter benoemd. Na de scheiding van generaal Adolph verhuisde jij naar Dresden. Jij weigerde met Carl te trouwen, maar jij volgde hem wel naar Maagdenburg en Düsseldorf. Carl en jij regisseerden een theater in een landhuis, de 'Collenbach'schen Gut', op de Ratinger Chaussee in 'Derendorf' (nu Pempelfort).
In mei 1829 bezocht jij Adolph, die klaagde over zijn huwelijk met Auguste. Van 1827 tot 1839 hielp jij Carl in Münster met de vertaling van 'Ivanhoe' van Walter Scott. In 1831 kreeg jij van koning Frederik VI jouw meisjesnaam terug. In 1835 reisde jij met Karl Immermann en Caroline Lauska naar Nederland. In 1838 verloofde Carl met Wilhelmine Marianne Niemeyer en in augustus 1839 verliet jij Düsseldorf. In 1839 trouwde Carl met Wilhelmine, de dochter van een Maagdenburgse arts. Jij reisde met jouw vriendin Johanna Dieffenbach, de schrijver Ernst Moritz Arndt en Philipp Kaufmann. Begin 1840 verhuisde jij met Johanna naar Berlijn. Op 12 augustus 1840 kregen Carl en Wilhelmine de dochter Caroline (1840 - 1909), die in 1860 met de diplomaat Friedrich Heinrich Geffcken trouwde, met wie zij 4 zonen en 2 dochters kreeg. Carl overleed op 25 augustus 1840 op de Ratinger Strasse 45 in Düsseldorf. Hij werd 44 jaar en hij is in het Golzheim Friedhof in Düsseldorf begraven. Carl dichtte over die begraafplaats: 'Der Friedhof liegt ruhig am wallenden Strom. Die Wolke fliegt leise über der Linden Dom. Die Gräber sind für alle Zeiten ein festes Haus. Fluth, Wolken und Wind flüstern vergebens Ihr Todten heraus.'. Jij bleef bevriend met Wilhelmine en Caroline.
Van 1840 tot 1855 verzorgde jij een salon in Berlijn. Eerst op 38 Potsdamer Chaussee, vanaf 1846 op 1A Schulgartenstrasse (nu Ebert-strasse) en vanaf 1850 op 7 Dessauer Strasse. Jouw salon werkte soms samen met de salons van de schrijfsters Rosa Ludmilla Assing, Clara Maria Regina Müller (Mundt- Mühlbach) en Fanny Lewald. Jouw gasten waren o.a.: de schrijfster Therese von Struve, de dichter Karl Isidor Beck, de dichter/schrijver Rudolf von Gottschall, de schrijfster Barbara Elisabeth Glück, de kunstschilder Karl Wilhelm Wach, de schilderes Caroline Lauska, jouw vriendin Katharina Dietz, de schilder Louis Ammy Blanc, de schilder Peter von Cornelius, Johanna Dieffenbach, de schrijver Friedrich Adolf Krummacher, de schrijver Emil Palleske en zijn vrouw, de schrijver Gustav zu Putlitz, getrouwd met gravin Elisabeth von Königsmarck, met wie hij 6 kinderen kreeg, de dichter Ludwig Tieck, de schrijver Max Ring, de kroniekschrijver Karl August Varnhagen von Ense, de beeldhouwer Christian Daniel Rauch, de schrijvers Heinrich Steffens, Feodor Wehl, Gustav Kühne, Heinrich Laube en Hermann Sagert, en de schrijfster Henriette Paalzow, bevriend met prinses Marie Anne Amalie von Hessen-Homburg, bevriend met de dichter/baron Friedrich de la Motte Fouqué.
Jij overleed op 20 maart 1855 in Berlijn. Jij werd 66 jaar en jij bent in de Friedhöfe vor dem Halleschen Tor begraven.
19 november 2022
Geplaatst in de categorie: idool