Na een halve eeuw in een Siciliaans kasteel overleden
(voor William Sharp (1855 - 1905))
Jij bent geboren op 12 september 1855 in Paisley, Schotland, waar de 12-de eeuwse Paisley Abbey staat. In 1316 viel de zwangere prinses Marjorie Bruce nabij deze abdij van haar paard. Zij was de dochter van koning Robert de Bruce en Isabella van Mar, die op 12 december 1296 in het kraambed overleed en 18 of 19 jaar werd. Op 2 maart 1316 werd Marjorie's zoon geboren, een vroeggeboorte door de val. Hij werd de latere koning Robert II. Marjorie werd door Edward I in het Gilbertijnse klooster in Watton opgesloten, toen zij 10 jaar was, vanaf juni 1306. Dat was in Watton Priory, een dubbelklooster, in 1150 gesticht door Eustace fitz John, die in juli 1157 door de Welshmen werd vermoord. Zij zat er in totaal 8 jaar gevangen. Toen Edward I op 7 juli 1307 overleed, knoopte Edward II er nog eens 7 jaar aan vast, tot oktober 1314. Zij werd samen met koningin Elizabeth de Burgh geruild voor graaf Humphrey de Bohun van Hereford. In die Watton Abbey werd een non zwanger van een lekenbroeder. Die non kreeg eenzame opsluiting bij de nonnen, met de handen en voeten vastgeketend en levend op brood en water. De lekenbroeder werd door de nonnen gecastreerd/vermoord. Marjorie overleed in 1316 of in 1317 na een tweede zwangerschap en val. Zij werd 20 of 21 jaar en zij is in een sarcofaag in de Paisley Abbey begraven. Haar moeder Isabella is ook in de Paisley Abbey begraven.
Jij studeerde aan de Glasgow Academy aan Colebrook Street, net als o.a. Sir James Matthew Barrie, George MacDonald Fraser en Guy Fulton McCrone. Van 1871 tot 1872 ging jij naar de University of Glasgow uit 1451 op Gilmorehill. Jij behaalde geen diploma en in 1872 kreeg jij de tyfus. In 1874-1875 werkte jij op een advocatenkantoor in Glasgow. In 1876 ging jouw gezondheid achteruit en werd jij naar Australië gestuurd om daar te reizen. In 1878 ging jij bij een bank in Londen werken. In 1882 verscheen jouw eerste boekwerk, een studie over Dante Gabriel Rossetti. Jij schreef vooral literaire biografieën en gedichten. Jij was redacteur van de poëzie van Walter Scott, Algernon Charles Swinburne, Ossian (James Macpherson), Matthew Arnold en Eugene Lee-Hamilton. In 1882 verscheen tevens 'The human inheritance; the new hope; the motherhood and other poems' bij E. Stock in Londen. In 1884 verscheen 'Sopistra and other poems' en 'Earth's Voices'. Sir Noel Joseph Paton bracht jou in contact met Dante Gabriel Rossetti en jij werd lid van de literaire groep rondom Rossetti, met o.a. Swinburne, Sir Thomas Henry Hall Caine en de dichter Philip Bourke Marston. Het vroege overlijden van Philip's verloofde Mary Nesbit door tuberculose verwoestte hem. Voorts overleden zijn vriend Ford Madox Brown, zijn zussen Cicely en Eleanor, en zijn geestverwanten Dante Gabriel Rossetti en de dichter James Thomson. Philip overleed zelf op 13 februari 1887. Hij werd 36 jaar en hij is in de Highgate Cemetery East begraven.
In 1884 trouwde jij met jouw nicht, de schrijfster/critica Elizabeth Amelia Sharp (1856 - 1932). Jullie waren in september 1874 in het geheim verloofd. Zij moest jou vaak verzorgen. Jullie gingen in een huurflat op 46 Talgarth Road in West Kensington wonen. Jullie waren o.a. bevriend met William Morris en zijn vrouw Jane Burden, Oscar Wilde en zijn vrouw Constance Lloyd en Ford Madox Ford en zijn vrouw Elsie Martindale. In 1885 reisden jullie naar Oxford en Schotland, in een huisje aan Loch Tarbert. In 1887 verhuisden jullie naar een groter huis in South Hampstead. Eind 1887 bracht Elizabeth jou naar het eiland Wight voor herstel van jouw ontstoken longen. Vanaf 1888 hielden jullie op de zondagavonden een literaire salon in jullie huis 'Wescam'. In augustus 1888 gingen jullie 3 maanden naar Schotland om familie te bezoeken. In oktober 1890 gingen jullie voor 6 weken naar Heidelberg en daarna door naar Florence en Rome, tot maart 1891. In Rome kreeg jij een liefdesrelatie met de schrijfster Edith Wingate Rinder (1864 - 1962). Daarna gingen Elizabeth en jij naar de Provence en kreeg Elizabeth malaria. Eind 1891 gingen jullie naar Stuttgart, waar jij met de schrijfster/barones Blanche Willis Howard von Teuffel samenwerkte. Begin 1892 verhuisden jullie naar 11 Bedford Gardens in Kensington.
Half april 1892 ging jij naar Parijs, waar jij een rendez-vous met Edith had. Begin mei kwam Elizabeth naar Parijs en was Edith vertrokken. Voorts woonden jullie 2 jaar in Bucks Green, Sussex, in 'Phenice Croft'. Eind 1893 reisden jullie vanwege de teruggekeerde malaria bij Elizabeth naar Italië en Noord-Afrika. Vanaf de zomer van 1893 was Elizabeth veel bij haar moeder in Londen en was Edith waarschijnlijk bij jou. Jij deed paranormale experimenten, wat volgens Elizabeth een negatieve invloed op jouw geest had. Vanaf 1894 huurden jullie een flat in Kensington Court Gardens. In de zomer van 1894 bezochten jullie Oban, Mull en Iona. Eind 1894 lieten jullie het huis in Bucks Green los. Edith was nauw verbonden met de Celtic Revival-Circle in Edinburgh van Sir Patrick Geddes, socioloog/bioloog/stedenbouwkundige/filantroop, getrouwd met Lady Anna Morton-Geddes, met wie hij 3 kinderen kreeg; Norah, Alasdair en Arthur. Edith is in 1890 getrouwd met Joseph Francis Rinder, kunstcriticus van de Glasgow Herald. Vanaf 1893 schreef jij ook als Fiona Macleod en jouw eerste roman als F.M. 'Pharais' uit 1894 heb jij aan Patrick Geddes opgedragen, omdat hij jou inspireerde. In de jaren 1890 had jij een complexe en ambivalente relatie met William B. Yeats, die alleen jouw werk als F.M. waardeerde. Jij liet jouw zus Mary Beatrice de nodige brieven van F.M. schrijven, door jou gedicteerd.
Jij was lid van de Hermetic Order of the Golden Dawn. In augustus 1892 publiceerde jij het enige nummer van de 'Pagan Review', waarin jij pleitte voor een neo-heidendom zonder genderongelijkheid. The Saterday Review reageerde scherp: 'Er kan geen betere remedie zijn voor de fouten van het neo-heidendom dan een studie van de oude heidenen, Homerus, Sophocles, Vergilius. Zij, niet Monsieur Paul-Marie Verlaine, zelfs niet Mister George Meredith, zelfs niet Beaudelaire (zoals de Pagan Review die auteur noemt, die zelf Neo-Pagans afkraakt in een gedenkwaardig essay), zijn de gidsen om te volgen.'. In 1895 gingen Elizabeth en jij naar de Patrick Geddes Summer School, waar jij lezingen zou geven, maar door een aanval van angina pectoris viel dat grotendeels in duigen. Jij ging naar Kinghorn om te herstellen en Elizabeth bleef in Edinburgh. In 1896 publiceerden Elizabeth en jij in 'The Evergreen: A Northern Seasonal' van Patrick. Elizabeth en Patrick maakten zich zorgen om jouw gezondheid. Jij kreeg betaald werk in Patrick's uitgeverij. Elizabeth ging voor haar gezondheid 3 maanden naar Italië. Elizabeth en Edith vonden, dat er, vanwege jouw gesteltenis, altijd één van hen of een geschikte derde bij jou moest zijn. Eind 1896 werden Elizabeth en jij de peetouders van Arthur Allhallous Geddes.
In augustus en september 1899 waren Elizabeth en jij op de Ierse oostkust. Jullie flat op 30 Greencroft Gardens was voorgoed verleden tijd. In 1900 leed Elizabeth aan bronchitis, reuma en ischias. In 1901 bezochten jullie Palermo en Taormina. In 1902 moest Elizabeth stoppen met haar werk als kunsthistorica, omdat jij ziek was. In november 1904 bezochten jullie Amerika en de collectie van de kunstverzamelaar Isabella Stewart Gardner in haar museum op 25 Evans Way in Boston. In 1892 kocht Isabella 'Het Concert' uit circa 1664 van Johannes Vermeer, wat in de nacht van 18 maart 1990 is gestolen en nog steeds zoek is. Het is zo'n 250 miljoen dollar waard. Een mooie klus voor de kunstdetective Arthur Brand. Jij overleed op 12 december 1905 in het Castello di Maniace op de linkeroever van de rivier de Saraceno, op de plaats, waar eerder de benedictijnse abdij Santa Maria di Maniace stond, die in 1174 door koning Willem II van Sicilië, in 1177 getrouwd met Joan van Engeland, is gebouwd. Joan hertrouwde met Raymond VI, graaf van Toulouse, met wie zij Raymond VII en Joan kreeg. Moeder Joan overleed in het kraambed, voordat zij een keizersnede kreeg. De zoon Richard leefde te kort om gedoopt te worden. Joan werd 33 jaar en zij werd op haar sterfbed als een non gesluierd. Zij is in de Abbaye de Fontevraud begraven. De abdis was Mathilde van Bohemen en de abdij was extreem arm. Jij werd 50 jaar. Jij was te gast bij de homoseksuele, fascistische Sir Alexander Nelson Hood, 5th Duke of Bronte. Jij bent in de hertogelijke begraafplaats bij het Castello di Maniace begraven. Elizabeth overleed in 1932 in Londen. Edith overleed op 2 januari 1962 op 21 Woronzow Road in St. John's Wood.
8 december 2022
Geplaatst in de categorie: idool