Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Onderdrukte homoseksualiteit als literaire motor

(voor Roger Martin du Gard (1881 - 1958))

Jij bent geboren op 23 maart 1881 op 69, boulevard Bineau in Parijs. Jouw vader Paul Martin du Gard (1856 - 1924) was advocaat bij het Hof van Beroep van Parijs. Jouw moeder was Madeleine Wimy, de dochter van een effectenmakelaar aan de Parijse beurs. Jouw familie bestond uit roomse juristen en jij bent in de voorstad Neuilly opgegroeid. Na een roomse school ging jij naar het Lycée Condorcet op 8, rue du Havre. De latere uitgever Gaston Gallimard was jouw klasgenoot. Hij was de zoon van de boeken- en kunstverzamelaar Paul Sébastien Gallimard en Lucie Duché. Zijn broers waren Jacques en Raymond. Jouw vader stuurde jou naar een strenge kostschool en daarna ging jij naar het Lycée Janson de Sailly op 106, rue de la Pompe, een fraai gedecoreerd gymnasium. De luchtvaartpionier Roland Garros ging ook naar deze school. Roland werd op 5 oktober 1918 door de gevechtspiloot Hermann Habich neergeschoten. Hij werd 29 jaar en hij is in de Cimetière du Vouziers begraven. In 1898 begon jij literatuur aan de Sorbonne te studeren.

In 1900 ging jij naar de École Nationale des Chartes aan de Place de la Sorbonne, een school voor archivarissen, conservatoren en bibliothecarissen. Sinds 1839 wordt het historische tijdschrift 'Bibliothèque de l'École des chartes' uitgegeven. In 1901 schreef jij de roman 'La Chrysalide' en in 1903 de novellen 'Jean Flers' en 'La Méprise'. Met een onderbreking door de militaire dienst in Rouen (1902-1903) ben jij in december 1905 als archivaris-paleograaf afgestudeerd. Met een proefschrift over de ruïnes van de benedictijnse abdij van Jumièges, rond 654 gesticht door de heilige abt Philibert van Jumièges. Na de Vikingen en de protestanten waren het de eigenaren Pierre Lescuyer en Jean-Baptiste Lefort, die de vernietigingen van o.a. het klooster en het kerkkoor hebben voortgezet. Ondanks jouw latente, homoseksuele neigingen ben jij op 19 februari 1906 met Adèle Hélène Foucault getrouwd. Hélène is op 2 januari 1887 geboren. Haar ouders waren de advocaat Albert Foucault en Julie Marie Tournadre De Noaillat. De lange huwelijksreis ging naar Noord-Afrika. In 1906 voltooide jij de dialoogroman 'Une vie de saint'. Op 22 juli 1907 werd jullie dochter Christiane Martin in Parijs geboren. Jij schreef in Parijs, in de vakantievilla van jouw ouders en in het landhuis van jouw schoonouders in Bellême, waar jij vanaf 1924 het meeste verbleef.

In 1908 verscheen jouw autobiografische debuutroman 'Devenir!' en in 1910 jouw verhaal 'L'Une de nous'. Jouw roman 'Jean Barois' werd door uitgeverij Grasset afgewezen, maar dankzij Gaston Gallimard verscheen het in 1913 bij hem. In 1911 had Gaston Les Éditions de la Nouvelle Revue française opgericht en kwam jij in contact met o.a. André Gide, Jacques Copeau, Jean Schlumberger, Henri Ghéon, Marcel Drouin, de zwager van André Gide, en de schrijver/bankier André Ruyters, getrouwd met Georgine Lyon des Essarts, met wie hij de dochter Luce kreeg. In 1914 werd jouw klucht 'Le Testament du Père Leleu' in het Théâtre du Vieux-Colombier opgevoerd, in 1913 door jouw vriend Jacques Copeau opgericht. In 1918-1919 was jij soldaat in het Duitse Rijnland, wat door Frankrijk was bezet. Terug in Parijs hielp jij Copeau met zijn heropende theater. In 1920 begon jij aan de 8-delige familieroman 'Les Thibault', met 'Le cahier gris' en 'Le Pénitencier' uit 1922, 'La Belle Saison' uit 1923, 'La Consultation' en 'La Sorellina' uit 1928, 'La Mort du père' uit 1929, 'L'Été 1914' uit 1936 en 'Épilogue' uit 1939. Jij hebt het oorspronkelijke deel 7 'L'Appareillage', wat jij in 1930 bijna voltooide, vernietigd. Dit gebeurde mede door een ernstig auto-ongeluk, wat jij in 1931 samen met Hélène kreeg. Jij belandde in een crisis en jij wilde met 'Les Thibault' stoppen.

In 1924 kocht jij het kasteel van jouw schoonouders Le Tertre in Bellême, waar jij steeds meer verbleef om de onbeminde, Parijse, literaire scene te ontvluchten. Op 31 december 1929 trouwde Christiane met Jules Marcel De Coppet, gouverneur de la France d'Outre-Mer. In 1930 schreef jij 'Confidence africaine' (43 blz.), over Leandro Barbazano, die jou op een schip vertelde, dat hij als tiener vier jaar een gepassioneerde, incestueuze relatie met zijn zus Amalia had. Dat eindigde toen hun vader een oudere man voor Amalia vond, die de boekhandel kon voortzetten, en toen Leandro in militaire dienst moest. In 1931 schreef jij het moderne toneeldrama 'Un Taciturne', jouw laatste toneelstuk, waarin de hoofdpersoon na de bewustwording van zijn homoseksualiteit zelfdoding pleegt. In 1932 verscheen jouw satirische roman 'La Veille France', over een dorpspostbode. In 1936 verscheen 'L'Été 1914' in 3 delen. Het pacifistische element van 'Les Thibault' was één van de redenen dat jij in 1937 de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg. Aan het begin van de Duitse opmars in 1940 verliet jij Bellême en ging jij naar Nice, wat kort daarna door Italië werd ingenomen. Jij begon de roman 'Les Mémoires du lieutenant-colonel Maumort' te schrijven, maar jij kwam niet verder dan de jeugd van de latent homoseksuele hoofdpersoon. In en na de oorlog was jij niet bezig met de politiek, waardoor de Parijse literatuurwereld jou links liet liggen en vergat.

Jouw vrouw Hélène overleed in 1949. Zij werd 62 jaar en zij is in de begraafplaats van het Franciscaanse klooster van Cimiez in Nice begraven. Op 19 februari 1951 overleed jouw vriend André Gide in Parijs. André was met Oscar Wilde bevriend geweest. In 1949 kreeg hij de Nobelprijs voor de Literatuur. André kreeg samen met Élisabeth van Rysselberghe (de dochter van Théo en Marie Monnom) op 18 april 1923 in Annecy de dochter Catherine Gide, een schrijfster. Catherine trouwde met de academicus Jean Lambert, met wie zij 4 kinderen kreeg; Isabelle (1945), Nicolas (1947 - 1986), Dominique (1948) en Sophie. Ze hertrouwde met Pierre Desvignes en Peter Schnyder. Ze overleed op 20 april 2013 in Olten, Zwitserland. Élisabeth had een liefdesrelatie met de biseksuele dichter Rupert Chawner Brooke, die op 23 april 1915 bij Skyros door bloedvergiftiging overleed en 27 jaar werd. Hij is in een olijfgaard op Skyros begraven. De vals-venijnige Lord Alfred Douglas noemde de gedichten van Rupert 'kinderlijke ruwheid'. André werd 81 jaar en hij is in de Cimetière de Cuverville begraven. Christiane en Jules Marcel zijn op 23 december 1953 gescheiden. Van 1952 tot 1956 had Christiane een liefdesrelatie met de literator Raymond Théodore Henri Calet Barthelmess (1904 - 1956).

Jij overleed op 22 augustus 1958 in het Château du Tertre in Sérigny, waar jij tijdens de bewoning o.a. André Gide, André Malraux, Albert Camus en Jacques Copeau ontving. Jouw bibliotheek en studeerkamer is er nog steeds intact en er staan/hangen nog steeds dierbare foto's van jou. Dankzij de goede zorgen van Christiane en haar dochter. Jij werd 77 jaar en jij bent bij Hélène begraven. In die begraafplaats zijn eveneens Henri Matisse en Raoul Dufy begraven. Christiane is op 6 november 1973 in Sérigny (Bellême) overleden.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
5 januari 2023


Geplaatst in de categorie: idool

5.0 met 1 stemmen 54



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)