Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Door geïndoctrineerde waanzinnigen wreed vermoord

(voor Algot Untola (1868 - 1918))

Jij bent geboren als Algoth Tietäväinen op 28 november 1868 in Tohmajärvi. Jouw ouders waren de boer Jaakko Wilhelm Tietäväinen en Maria Simontytär Hakulinen. Jouw vader overleed in 1881 en in 1882 hertrouwde jouw moeder. Jouw stiefvader was een alcoholist, wat voor problemen zorgde. In 1887 ging jij met de hulp van familieleden naar het Sortavala-seminarie, een lerarenvoorbereidingsinstituut, geopend op 20 oktober 1880 en met mannelijke en vrouwelijke klassen. De directeur tot 1888 was Claes Israël Joakim Molander, die ook priester van de Evangelisch-Lutherse Kerk van Finland was. De Finse taallerares was de domineesdochter/diacones Jenny Ingman. De ruime tuin en het park leenden zich voor tuinbouwonderwijs. Op 23 augustus 1891 ben jij als lagere schoolleraar afgestudeerd en ging jij in Raahe aan de slag. Raahe is in 1649 door graaf Peter Abraham Brahe gesticht. Zijn eerste vrouw was Kristina Katarina Stenbock, met wie hij vier kinderen kreeg, o.a. de beeldschone, vrome, zachtaardige, rondborstige, met blonde krullen versierde prinses Elsa Beata Persdotter Brahe, de vrouw van hertog Adolph Juhana, de jongere broer van koning Karel X Gustaaf. Het was een ongelukkig huwelijk en één zoon overleed na enkele dagen. Elsa overleed op 7 april 1653 in Vadstena. Zij werd 24 of 25 jaar en zij is in de Brahe-kerk op Visingsö in het meer Vättern begraven. Graaf Peter hertrouwde met barones Beata De la Gardie. Met de steun van Peter werd in 1640 de Koninklijke Turku Academie opgericht.

De dichter Risto Sassali is in Raahe geboren en getogen. Risto werd op 25 november 1985 aangereden door een trein en hij werd 57 jaar. De dichter Juhani Alarik Siljo is in Oula geboren. Hij overleed op 6 mei 1918 in Tampere door de verwondingen in de Finse Burgeroorlog. Hij werd 30 jaar. Hij vocht aan de kant van de Witten, de regeringstroepen, en jij aan de kant van de Roden, de Rode Garde, paramilitairen van de arbeidersbeweging. Juhani hield van de dichteres/schrijfster Ain'Elisabet Pennanen, die hij in 1916 in Jyväskylä ontmoette. Nadat Juhani gewond raakte, ging Ain'Elisabet hem in Tampere zoeken. Juhani wilde zijn been niet laten amputeren, wat hem fataal werd. Vanaf 1893 was jij leraar in Vyborg. In Vyborg is de dichter Henry Parland geboren, die op 10 november 1930 in Kaunas overleed door roodvonk en 22 jaar werd. Zijn broer Ralf was een dichter/schrijver, die o.a. met de schrijfster Eva Aline Wichman en de dichteres Heli Gestrin getrouwd was. Ralf's kleinzoon is de extreemrechtse freelance-journalist Mark Parland. De schrijver Lassi Sinkkonen is ook in Vyberg geboren. Hij schreef o.a. de romans 'Solveig's lied' en 'Solveig en Jussi'. Op 3 februari 1976 pleegde hij zelfdoding. Hij werd 38 jaar en hij is in de Malmi-begraafplaats in Helsinki begraven.

In 1900 ging jij naar Sint-Petersburg en was jij houthandelaar. In 1903 trouwde jij met Therese Marie Johanna Küstring. Het huwelijk strandde vrijwel meteen, omdat jij haar direct na de bruiloft verliet, Zij was een intersekse/hermafrodiet. In 1913 werd het huwelijk officieel ontbonden. Jij werd lid van de Socialistisch-Revolutionaire Partij. Volgens jou was jij als assistent betrokken bij de bomaaanslag op de Russische minister van Binnenlandse Zaken Vyacheslav von Plehwe op 28 juli 1904, uitgevoerd door Yegor Sozonov. Von Plehwe vervolgde de Joden en Armeniërs. Mogelijk werkte jij dan samen met de dubbelagent Jevno Azef. Na deze moord vluchtte jij naar Finland en was jij van 1904 tot 1905 basisschoolleraar aan de Lohjan-saari-school in Lohja. Van 1905 tot 1907 was jij dat aan de Vintturi-school in Kaustinen. Jij moest Lohja verlaten, omdat men jouw levensstijl ongepast vond; van 1905 tot 1907 woonde jij samen met de weduwe Olga Jasinski uit Lohja, terwijl jij officieel nog getrouwd was. Na de Grote Staking van 1905 begon jij voor de krant Kokkola van de Finse Partij te schrijven. In 1906 schreef jij als Liisan Antti en Maamies pamfletten voor Kokkola. De relatie met Olga eindigde na het overlijden van jullie kind, waarna zij na een grote ruzie zwavelzuur op jouw geslachtsdelen goot en ze zo vernietigde. Volgens de schrijver Juha Hurme schreef jij daarna niet meer onder jouw eigen naam.

Jouw andere pseudoniemen waren: Maiju Lassila, Irmari Rantamala, Välnö Stenberg, J.J. Vatanen en Jussi Porilainen. Nadat jij stopte als leraar was jij agitator voor een Finse partij en in 1908-1909 was jij hoofdredacteur van de krant Satakunta in Pori, waar de dichteres Jenni Elina Haukio is geboren, de vrouw van president Sauli Väinämö Niinistö, die 29 jaar ouder is dan haar. In het voorjaar van 1909 verscheen jouw debuutroman 'Lucifers lenen'. In 1911-1912 schreef jij diverse toneelstukken, o.a. 'Wanneer weduwen liefhebben', 'A;s rozen bloeien', 'Kinderen van de natuur' en 'Jonge molenaar', wat in 1958 is verfilmd door Valentin Vaala, met Martti Kuningas en Teija Sopanen in de hoofdrollen. Jij woonde in Kouvola, waar de schrijver Hannu Sulo Salama is geboren. In de zomer van 1916 verschenen er drie 'Burgerlijke brieven' in de arbeiderskrant Työmies (Werkman), wat jouw afscheid van de Finse Partij betekende. In 1917 verscheen jouw laatste boek 'Turma's huis'. Vanaf de herfst van 1917 was jij vaste assistent van Työmies en vervolgens journalist. Jij deed de oproep om o.a. de schrijver Juhani Aho te vermoorden. Tijdens de Burgeroorlog was jij voor de Roden en op 12 april 1918 publiceerde jij het laatste nummer van Työmies, maar de Duitsers kwamen het centrum van Helsinki bezetten, waardoor de distributie stokte.

Na de Duitse inname van Helsinki werd jij gevangengenomen en met een schip naar het zeefort Suomenlinna gestuurd, wat als strafkamp voor de Roden diende. Jij bent op 21 mei 1918 vermoord op het dek van het schip richting Suomenlinna. Vanaf het Marktplein van Helsinki met vanaf 1913 het stadhuis, wat daarvoor vanaf 1833 Hotel Seurahuone was, waar op 13 november 1894 de première van de Karelia-serie van Jean Sibelius was. Op 7 november 1896 ging de opera 'Het meisje in de toren' van Sibelius er in première. Sibelius zelf dirigeerde. Het meisje werd door de sopraan Ida Emilia Flodin gezongen en gespeeld. De bewaker Wolmar Henrik Stahlberg heeft jouw lichaam in zee gegooid. De homoseksuele, 31-jarige schrijver Gunnar Olof Björling en de 22-jarige domineeszoon/rechter Juuso Vilho Numminen waren ook als bewakers aan boord. Jouw uitgever, de schrijver Gustav Eino Railo, was er bij, toen jij werd vermoord. Volgens sommigen ben jij in het water gesprongen om te ontsnappen en toen doodgeschoten. De schrijvers Toivo Torsten Kaila, Kyösti Felix Wilkuna en Armas Toivo Tarvas waren ook getuigen van de moord op jou, net als de senator Alfred Oswald Kaira. Kyösti Wilkuna heeft op 12 december 1922 in Lapua met een pistool zelfdoding gepleegd en hij werd 43 jaar. Jij werd 49 jaar en jij bent in een massagraf in het gevangeniskamp Santahamina begraven. In 1939 zijn jouw overblijfselen in de Hietaniemi-begraafplaats in Helsinki herbegraven. Veel informatie over jouw laatste, aardse momenten komen van de dichter/kunstenaar Leo Olavi Lindsten, die in 1979 'Maiju Lassila: Een legende al in zijn leven' bij WSOY publiceerde. Leo overleed op 11 juli 1988 in Helsinki door alcoholisme en hij werd 44 jaar.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
6 maart 2023


Geplaatst in de categorie: literatuur

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 62



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)