Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Het doek is dankbaar gevallen

(voor Gabriela Zapolska (1857 - 1921))

Jij bent geboren als Maria Gabriela Stefania Korwin-Piotrowska op 30 maart 1857 in Podhajce, West-Oekraïne/Galicië. Jouw familie was rijke, Poolse landadel. Het grondgebied was destijds door Oostenrijk-Hongarije geannexeerd. Jouw vader Wincenty Kazimierz Jan Korwin-Piotrowska was een maarschalk van Volhynia, het adellijk landgoed van Polen en Litouwen, de szlachta, waar de dichteressen Barbara Urszula Sanguszko en Tekla Teeresa Lubienska en de prinses/schrijfster Izabela Czartoryska ook toe behoorden. Jouw moeder Józefa Gabriela Karska was een voormalige balletdanseres en operazangeres. Jouw broer Kazimierz was in 1855 geboren. Jouw andere broer was Jan (1855 - 1901), die 46 jaar werd. En jij had nog twee andere broers/zussen. Jij studeerde aan het Sacré Coeur Instituut, wat nu de Lviv Polytechnic National University is. Het was destijds de school van de Zusters van de Sacré Coeur op het Sv. Yuraplein/Novy Svit, nu Stepana Bandery Street 12, met de ingang aan de Karpinskoho-street. Oksana Kertsj schreef in haar roman 'De Bruidegom' over de hoge positie/afkomst van de scholieren, dochters van graven en landeigenaren.

Jij studeerde ook aan het Instituut voor Onderwijs en Wetenschappen, de Universiteit van Lviv, opgericht in 1661 door Johannes II Casimir Waza, koning van Polen en groothertog van Litouwen. In 1876 dwong jouw familie jou om met Konstanty Sniezko-Blocki te trouwen, een Poolse luitenant in de tsaristische garde. In 1879 en 1880 woonden Konstanty jij in Warschau. Jij had optredens met het amateurtheater van de Philanthropy Society. In 1881 verliet jij Konstanty en de officiële scheiding was in 1888. In 1881 werd jij zwanger van een buitenechtelijke relatie en jij verliet jouw familie. In 1881 verscheen jouw eerste verhaal 'Een dag in het leven van een roos'. In 1882 werd jij een professionele actrice in het theater van Krakau, het Nationale Oude Theater aan het Szczepanski-plein, in 1781 opgericht door Mateusz Witkowski. Jouw artiestennaam was Gabriela Zapolska. Jij deed ook optredens in Poznan en jij ging met reizende groepen door het Koninkrijk Polen. In oktober 1888 deed jij een poging tot zelfdoding, omdat jij zeer depressief was. In 1889 verhuisde jij naar Parijs, waar jij op een artistieke carrière hoopte. Jij speelde kleine rollen in boulevardtheaters.

Jij speelde in het Théâtre Libre, op 30 maart 1887 opgericht door André Antoine, getrouwd met de actrice Pauline Verdavoine. Jij speelde o.a. in 'L'Amante du Christ' van Rodolphe Darzens. Het gaat over de liefdesrelatie van Maria Magdalena met Christus Jezus. Darzens was tot 1894 de secretaris van Antoine. Jij speelde in 'Miss Julie' van August Strindberg, 'Jacques Damour' van Émile Zola, de komedie 'Le baiser' van Théodore de Banville, 'La Fin de Lucie Pellegrin' van Paul Alexis, de vriend en biograaf van Zola, en 'Geesten' van Hendrik Ibsen. En jij speelde in het Théâtre de l'OEuvre op 3, Cité Monthiers, met de ingang op 55, rue de Clichy. Het is in 1893 opgericht door Aurélien Marie Lugné, in 1910 getrouwd met de actrice Suzanne Desprès. Suzanne had in 1923 de hoofdrol in de film 'La porteuse de pain', waarin jij ook meespeelde. Daar speelde jij o.a. in 'Annabella' en 'Intérieur' (op 15 maart 1895) van Maurice Maeterlinck, 'Les Pieds nickelés' en de komedie 'Le Fardeau de la liberté' van Tristan Bernard, 'Salomé' van Oscar Wilde en 'Ubu Roi' (in 1896) van Alfred Jarry. In Parijs had jij contact met Poolse, socialistische emigranten, die jou beïnvloedden. In 1895 verhuisde jij naar Krakau en acteerde jij in tuintheaters en met reizende toneelgezelschappen.

Voorts speelde jij in het Juliusz Slowacki-theater op het Heilige Geestplein in Krakau, waar Tadeusz Pawlikowski van 1893 tot 1899 de directeur was. Van 1899 tot 1905 was Józef Kotarbinski de directeur en van 1905 tot 1913 Ludwik Solski, getrouwd met de actrice/toneelregisseuse Karolina Flora Poswik, die ooit uit angst voor waanzin een poging tot zelfdoding deed. Haar tweede man was kolonel Otton Grosser, die in februari 1943 door de nazi's werd vermoord. In haar appartement in Warschau verschool zij Joodse mensen. Jouw uitdagende, suffragistische aard leidde tot conflicten met de theaterdirecteuren. In 1900 heb jij jouw contract met het Juliusz Slowacki-theater verbroken. Op 9 november 1901 trouwde jij met de kunstschilder/illustrator/decorontwerper Stanislaw Janowski, geboren op 6 oktober 1866 in Krakau. Hij was leraar aan het Juliusz Slowacki-theater. Jij begon een eigen podium en in 1902 runde jij een toneelschool in Krakau, waarbij Stanislaw jou hielp. In 1902 produceerde jij twee toneelbewerkingen van Maeterlinck; 'Princess Maleine' en 'L'Intruse'. In 1903 werd het Gabriela Zapolska Independent Theater opgericht. Stanislaw gaf les in kostuumstudies en later in de kunstkant van de Independent Scene. In 1904 ging jij permanent in Lwów (Lviv) wonen.

Jij worstelde jouw hele leven met tuberculose. In 1907-1908 reisde jouw theater door Galicië. In 1912-1913 was jij literair directrice van het Theater Premier. Als feuilletoniste en theatercritica werkte jij samen met Gazeta Krakowska, Slowo Polskie, Nowa Reforma, Ilustracja Polska en Wiek Nowy. In 1915 was Lwów door het Russische leger bezet en runde jij een kleine banketbakkerij. Jij bent vooral door Émil Zola beïnvloed en jij schreef met verbitterde personages over de armste en meest kwetsbare mensen, zoals proletariërs, Joden, bedienden en prostituees. Jouw bekendste toneelwerk is 'De moraal van mevrouw Dulska' uit 1906. Het is in 1930 voor de eerste keer verfilmd door Boleslaw Newolin. Dat was de eerste, Poolse geluidsfilm. De dialogen waren op vinylplaten opgenomen en zijn verloren gegaan. De hoofdrol werd door Marta Flantz gespeeld. Miss Polonia 1930 Zofia Maria Batycka speelde ook mee. In 1975 speelde Alina Maria Janowska de hoofdrol in 'Dulscy'. In 2015 is er een komische film van gemaakt, 'Pani Dulskie', met Krystyna Jolanta Janda (1952, Starachowice) in de hoofdrol. Krystyna is ook schrijfster, zangeres en regisseuse en zij was bevriend met de dichteres Agnieszka Osiecka (1936 - 1997).

Vanaf 1907 leidden Stanislaw en jij het door jullie opgerichte theatergezelschap. Na het vierde seizoen van dit Gabriela Zapolska's Theatre strandde jouw relatie met Stanislaw. Stanislaw ging voornamelijk schilderen. Zijn zus was de kunstschilderes/publiciste Bronislawa Rychter-Janowska (1868 - 1953), die met de schilder/graficus Tadeusz Rychter getrouwd was. Stanislaw overleed op 23 februari 1942 en hij is in de Rakowicki Begraafplaats in Krakau begraven. Bronislawa is bij hem begraven. Jij had een obsessieve wrok jegens mannen, die volgens jou de daders van alle tegenslagen van vrouwen waren. Soms was je direct vijandig tegen mannen. Door jouw onstuimige karakter had jij voortdurend ruzie met regisseurs. In 1922 overleed jouw broer Kazimierz Korwin-Piotrowski, die advocaat/journalist was. Hij werd 67 jaar. Jij woonde jouw laatste levensjaren in villa 'Skiz' in Lychakiv, Lwów. Jij overleed op 17 december 1921 in Lwów. Jij werd 64 jaar en jij bent in de Lychakivskiy Begraafplaats aan Avenue van Merit begraven, naast de actrice Anna Berta Gostynska, die op 13 juli 1918 in Lwów overleed en 71 jaar werd. Zij was onvergetelijk als mevrouw Aniela Dulska. Zij of iemand anders heeft een huilende engel op haar graf.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
30 mei 2023


Geplaatst in de categorie: idool

4.0 met 7 stemmen 53



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)