Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Jezelf door nazistische sympathieën vergald

(voor Maila Talvio (1871 - 1951))

Jij bent geboren op 17 oktober 1871 in Hartola, Finland. Jouw vader was Adolf Magnus Winter (1828 - 1880), kapelaan in Hartola, en jouw moeder was Julia Malvina Bonsdorf (1836 - 1926). Jouw ouders kregen 9 kinderen. Op jouw 9-de overleed jouw vader en verhuisden jullie naar de afgelegen Nimpuli-boerderij. Jij ontdekte de wereld van de pachters met zijn tekortkomingen, zoals verplichte dagarbeid voor de verhuurders. Daar schreef jij later over. Jij ging naar de Finse School voor Meisjes in Helsinki, die vanaf 1884 op Yrjönkatu 18 - Bulevardi 8 stond. Hij is ontworpen door Odert Sebastian Gripenberg, getrouwd met barones Hilma Johanna Lindfors, met wie hij 3 kinderen kreeg; de danskunstenares Maggie (Margarita Maria), de scheepsingenieur Hans Henrik Sebastian en Aili Johanna Elisabet. De directrice van de Finse School voor Meisjes was Ottilia Stenbäck, van 1876 tot 1919. Aino Järnefelt (1871 - 1969), de latere vrouw van Jean Sibelius, ging ook naar de Finse School voor Meisjes. Haar moeder was barones Elisabeth Clodt von Jürgensburg en haar vader was generaal Alexander Järnefelt.

Op jouw 16-de ging jij naar de Nimpuli-boerderij terug en was jij de huislerares van jouw broers en zussen. Jij begon ook te schrijven en in 1890 ontmoette jij de taalkundige Jooseppi Julius Mikkola, met wie jij in 1893 trouwde. Hij was geboren op 6 juli 1866 in Ylöjärvi en hij was professor Slavische filologie aan de Universiteit van Helsinki. Zijn ouders waren de boer Antti Erland Mikkola en Johanna Mikkola. Van 1891 tot 1908 was hij leraar Russisch op diverse scholen in Helsinki. Jooseppi was pro-Duits, extreemrechts en voorzitter van de fascistische Jonge Vrienden van Italië, opgericht in 1934. Tijdens de Voortzettingsoorlog (1941 - 1944) was hij lid van de Liga van het Reich. In Helsinki ontmoette jij via Jooseppi schrijvers en dichters, die met de krant 'Päivälehti' verbonden waren, zoals Kasimir Leino, zijn broer Eino Leino, Juhani Aho, Eero Erkko en Aevid Järnefelt, een broer van Aino.

In 1895 debuteerde jij met de verhalenbundel 'Haapaniemi schommel'. In 1896 verscheen 'Gezien en gekend' en in 1897 verscheen jouw debuutroman 'Aili'. In 1898 verscheen de roman 'Twee liefdes'. Jooseppi en jij reisden diverse keren door Midden- en Oost-Europa. Jij studeerde Pools en jij vertaalde diverse werken van Henryk Sienkiewicz in het Fins. In Helsinki verzorgde jij jouw beroemde, literaire salon. In 1900 verscheen de roman 'Onder de mensen' en in 1901 'De verwoesting van de donkere hut', die jouw doorbraak bewerkstelligde. Het gaat over de barre omstandigheden van de pachtboeren, de sociale problemen op het platteland. Jij stond echter nog sceptisch tegenover het socialisme. In jouw roman 'Louhilinna' uit 1906 noem jij het socialisme 'een gewelddadige beweging, geleid door primitieve instincten'. In de jaren 1910 gaan jouw romans over genetica en psychische problemen, zoals in 'Elina's bruiloft' (1912), 'De nachtvogel' (1913), 'Kinderen van Nineve' (1915), 'Het gezicht van het leven' (1916), 'Een oog in de nacht' (1917) en 'Kranen' (1919). Jij publiceerde in 'Päivälehti' en het tijdschrift 'Suomen Kuvalehti', begonnen in 1916, met als eerste hoofdredacteur Matti Kivekäs, die tutor voor de dochters van Aino en Jean Sibelius was; Eva, Ruth, Kirsti, Katarina, Margareta en Heidi.

Vanaf 1904 woonde het gezin Sibelius in het boshuis 'Ainola' in Järvenpää. De kunstschilder Eero Järnefelt woonde met zijn gezin in 'Suviranta' in Järvenpää en de schrijver Juhani Aho woonden met zijn vrouw, de kunstenares/schilderes Venny Soldan-Brofeldt, in 'Ahola' in Järvenpää. Hun zonen waren Heikki en Antti Juhani. Juhani Aho kreeg met de zus van Venny, Mathilda Soldan, de zoon Nils Björn. Matti Kivekäs overleed op 4 april 1918 in Tampere. Hij werd tijdens de Finse Burgeroorlog bij de St. Jans Kerk in zijn ooghoek doodgeschoten, terwijl hij voor het Rode Kruis werkte en op de binnenplaats van de kerk op de hoofdverpleegster Mary Lavonius wachtte, die in de kerk een vrouw bij de bevalling hielp. Hij werd 30 jaar. Zijn vrouw Maj Snellmann beviel op 1 augustus 1918 van hun dochter Kaja. Tot in de late jaren 1920 waren jouw romans pessimistisch. Daarna schreef jij historische romans, inclusief de trilogie 'Dochter van de Oostzee'; 'Van ver' (1929), 'Hed-Ulla en haar vrijer' (1931) en 'Het Zilverschip' (1936). In 1941 verscheen 'De vrolijke dames van het fort', over het zeefort Viapori tijdens de Finse Oorlog tussen Rusland en Zweden van 1808 tot 1809.

Jooseppi en jij woonden in de Laaksola-villa uit 1884 in de wijk Meilahti van Helsinki. Vanaf de jaren 1910 was jij actief in de strijd tegen tuberculose. Jij hielp mee met de oprichting van het Satalinna-ziekenhuis uit 1925 op Satalinnantie 77 in Harjavalta. Jij verzorgde een belangrijk deel van de fondsenwerving. In 1929 heeft de broer van Aino, Eero Järnefelt, Jooseppi en jou geschilderd. In 1932 verscheen jouw roman 'Ne 45.000', over het jaarlijkse aantal nieuwe tbc-gevallen in Finland in de jaren 1920 en 1930. In 1933 verscheen de verfilming van Erkki Karu en Risto Orko. Samen met Jooseppi en de dichter/literatuurprofessor Veikko Antero Koskenniemi was jij betrokken bij de culturele samenwerking met nazi-Duitsland en het fascistische Italië. Veikko's vrouw was Vieno Pohjanpalo. Hun kinderen waren Inna Katharina en Hannu Antero. In 1936 reisde jij, net als Veikko, naar nazi-Duitsland en ontmoette jij de nazi-ideoloog/politicus Alfred Ernst Rosenberg. Hij was Hoofd van het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken. Zijn vrouw vanaf 1925 was Hedwig Kramer. Hij werd op 16 oktober 1946 in Neurenberg opgehangen en hij werd 53 jaar.

Jij ontmoette ook de Reichsfrauenführer Gertrud Scholtz-Klink, de weduwe van de nazi Eugen Klink, met wie zij 6 kinderen kreeg. In augustus 1932 was zij met de nazi-leider Günther Scholtz getrouwd. In 1937 is zij van Günther gescheiden. Zij was de leidster van de NS-Frauenschaft. Op 6 december 1940 trouwde zij met de SS-Obergruppenführer en Waffen SS-generaal August Heissmeyer, die na de oorlog manager van de Coca Cola bottelarij in West-Duitsland was. Gertrud overleed op 24 maart 1999 in Bebenhausen. Jooseppi overleed op 28 september 1946 in Helsinki. Hij werd 80 jaar en hij is in de Hietaniemi Begraafplaats begraven. Omdat de gemeente Helsinki weigerde om van de Laaksola-villa een museum te maken, bepaalde jij dat het gesloopt moest worden, wat in 1954 gebeurde. Jij overleed op 6 januari 1951 in Helsinki. Jij werd 79 jaar en jij bent in de Hietaniemi Begraafplaats begraven. Op de plek van de gesloopte Laaksola-villa staat sinds 1971 het monument 'Dochter van de Oostzee' van de beeldhouwster Laila Annikki Pullinen (1933 - 2015).

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
4 juli 2023


Geplaatst in de categorie: literatuur

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 185



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)