Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Mon Dieu, quelle vie!

(voor Hélène Perdriat (1889 - 1969))

Jij bent geboren als Hélène Marie Marguerite Perdriat op 27 juni 1889 in La Rochelle. Jij ging naar een nonneninternaat en met het uitzicht op de oude haven van La Rochelle droomde jij van exotisme en escapisme. Jij zag de Tour Saint-Nicolas, Tour de la Chaîne en Tour de la Lanterne. De Église Saint-Sauveur aan de Quai Maubec ligt dicht bij de oude haven. Daar werden veel kolonisten gedoopt en getrouwd. Op jouw 14-de ging jij naar Parijs en wilde jij van jouw pen leven. Jij trouwde met een jongeman, die door tuberculose overleed, vlak voor 28 juli 1914, het begin van de Eerste Wereldoorlog. Als 20-jarige weduwe werd jij door de 15 jaar oudere, verleidelijke kunsthandelaar/kunstverzamelaar/schrijver/journalist Henri-Pierre Roché ontdekt, een minnaar van Marie-Reine Onesime Lagut Laurencin en bevriend met talloze kunstenaars. Het atelier van Marie-Reine bevond zich op 67bis, boulevard Saint-Jacques. Roché stimuleerde jouw tekentalent. Hij bracht jou in contact met o.a. Pablo Picasso, Guillaume Apollinaire en André Salmon. Hij kocht al jouw schilderijen om ze door te verkopen. Hij liet jou de illustraties maken voor een roman, die hij na de oorlog zou publiceren. Jij kreeg 20 frank voor iedere tekening. Jij was ook zijn minnares en de minnares van de Noorse kunstenaar/schilder/ontwerper Thorvald Hellesen, geboren op 25 december 1888 in Kristiania. Hij was een leerling van Christian Krogh. In 1912 ging hij naar Parijs en werkte hij samen met Fernand Léger en ontmoette hij Picasso en Léonce Rosenberg.

Jij hoopte samen met Henri-Pierre een kind te krijgen, maar hij wilde niet met jou trouwen. Hij bracht jou in contact met de mecenas/mode-ontwerper Jacques Doucet, die 40 gravures van jou kocht. Doucet verzamelde manuscripten van o.a. Stendhal, Charles Baudelaire, Paul Verlaine, Arthur Rimbaud, Isaac Félix Suarès, Guillaume Apollinaire, André Gide, Jean Cocteau en Marcel Proust. Dit is in 1929 onderdeel van de Jacques-Doucet Literaire Bibliotheek op 8-10, place du Panthéon geworden. In 1915 was jij ziek en dacht jij dat jouw overlijden nabij was, dus maakte jij een testamentair zelfportret. In 1915 ben jij met Thorvald getrouwd. De huwelijksreis ging naar Oslo en jij nam jouw schilderijen mee, die jij daar exposeerde en volop verkocht. In 1916 schiderde hij 'Hélène Perdriat leest Dostojevski'. Jij schilderde herinneringen van dromen, dieren, denkbeeldige personen, zeegezichten en Bretagne. Jij portretteerde jouw zussen, vriendinnen en jezelf. Jij schreef ook gedichten. Het was een moeizaam huwelijk en jullie zijn gescheiden. In 1937 trouwde hij met de danseres Guni Mortensen en op 22 oktober 1937 overleed hij in Oslo. Hij werd 48 jaar.

Via Henri-Pierre ontmoette jij Jean Cocteau, de groep componisten Les Six en Georges Auric, die libretto's gaf en die jouw gedichten op muziek zette. Jouw eerste olieverfschilderij schilderde jij met wattenstaafjes en nagels. In 1916 gaf jij een portret van Picasso aan Picasso, die hij afkeurde, de ondankbare, verwaande, eigenwijze en arrogante lekkerbek! In juli 1916 maakte jij een portret in opdracht van de mode-ontwerper Paul Poiret. Jij schilderde zijn vrouw Denise Boulet en hij liet jou een erotische fries in de badkamer maken. Paul's jongste zus Germaine Louise was schilderes/naaister en zij runde het modehuis 'Jove' op 5, rue de Penthievre. Eind 1916 heb jij samen met Marcel Duchamps en Beatrice Wood in New York het Dada-tijdschrift 'The Blind Man' opgericht. Het eerste nummer verscheen in april 1917. Er verschenen 2 nummers. Ook met werk van Clara Tice en Gabrièle Buffet-Picabia, Mina Gertrude Lowy en Louise Norton-McCutcheon. Henri-Pierre organiseerde in december 1916 een expositie voor jou in de Modern Gallery van Marius de Zayas op 500 Fifth Avenue. Van 18 februari tot 2 maart 1918 had jij daar nog een expositie. In maart 1917 kocht de schilderes/mecenas Katherine Sophie Dreier 2 kleine afbeeldingen van de lesbische liefde. Op 18 mei 1917 was jij bij de première van 'Parade' in het Théâtre du Châtelet, uitgevoerd door de Ballets Russes.

Begin 1919 veroorzaakte jouw naakte zelfportret in zwarte kousen op de Salon des Indépendants een schandaal. Jij hertrouwde met de schilder Thorvald Hellesen. De huwelijksreis ging naar Kristiania. Thorvald exposeerde in Tivoli en jij in de Galerie des Artistes associés. Jullie bezochten Fernand Léger en koningin Maud de Galles kocht het schilderij, wat jij met een spijker schilderde. Maud Charlotte Mary Victoria van Saksen-Coburg en Gotha overleed op 20 november 1938 in het Appleton House nabij Sandringham in Norfolk. Zij werd 68 jaar en zij is in de Akershus Citadel in Oslo begraven, net als later haar man, koning Haakon VII, en hun zoon Olav V met zijn vrouw, kroonprinses Märtha de Suède. In 1920 was jij terug in Parijs en had jij een expositie in Galerie Montaigne, georganiseerd door Jacques Hébertot (André Daviel), wiens vader een vriend van Denis Diderot was. Jij schilderde het decorwerk 'Girl with a Fan' voor het Cirque Medrano op 63, boulevard de Rochechouart. Dit schilderij verscheen in 'Feuillets d'art' van Lucien Vogel en 'La Gazette des sept arts' van Ricciotto Canudo. Lucien Vogel was met Yvonne de Brunhoff getrouwd. Yvonne's schoonzus Cécile Sabouraud schreef het originele verhaal van de olifant Babar en haar broer Jean, de man van Cécile, illustreerde het. Vervolgens maakte Jean nog 6 Babar-boeken, die hij schreef en illustreerde.

Jij schreef het libretto voor het ballet 'Le Marchand d'oiseaux' uit 1923 van Marcelle Germaine Taillefesse, wat op 25 mei 1923 in première ging bij Les Ballets Suédois van Rolf de Maré in het Théâtre des Champ-Élysées op 15, avenue Montaigne. Jij scheidde van Thorvald en jij hertrouwde met de advocaat/schrijver/componist Henri Nehemia Falk, geboren op 19 augustus 1881 in Neuilly-sur-Seine. Jullie woonden in het Quartier d'Auteuil. In december 1925 hadden jouw schilderijen succes in New York en Chicago. In 1929 illustreerde jij het korte verhaal 'Bells for Two Weddings' van Francis Jammes en de autobiografische roman 'La Maison de Claudine' van Colette. Door de crisis van 1929 verkocht jij niets meer en moest jij door Henri en Henri-Pierre Roché gesteund worden. In 1930 deed jij mee met de Salon des Femmes Artistes Modernes (FAM), geopend in 1931 in het Théâtre Pigalle op 10-12, rue Pigalle, eigendom van Baron Henri de Rothschild en een eerbetoon voor zijn maîtresse, de actrice/zangeres Marthe Régnier. De schilderes Julie Marie Anne Zoegger heeft de FAM opgericht, met als leden o.a. Clémentine-Hélène Dufau, Marie Clémentine Valadon, Marie Laurencin, Paule Marie Gobillard, Hermine-Lionette Cartan-David, Marthe Lebasque, Louise Hervieu, Chana Orloff, Jeanne Bergson, Jeanne Bratte, Tamara de Lempicka, Mariette Lydis, Yvonne Serruys, Mela Muter, Jane Poupelet, Anna Bas, Mary Cassatt, Olga Boznanska, Suzanne Duchamp en Camille Claudel, ondanks haar langdurige, gedwongen opname in het Asile de Montdevergues in Montfavet, waar zij de diagnose 'paranoïde schizofrenie' kreeg. De mnannelijke critici negeerden de FAM opzettelijk, behalve Raymond Escholier.

Henri en jij kochten het kasteel 'Logis/Domaine de La Vailette', nabij Loulay en Henri's geboorteplaats, in Saint-Martial. 'Logis de La Vailette' ligt aan de Route de Dampierre in Saint-Pierre-de-l'Isle. Er staan 2 waterputten en een watermolen bij. In de 15-de eeuw was het van Jean Chastenet, circa 1730 van de Heer van Rivaud en in 1765 van de familie Giron. Het ligt in een bosrijk park en vanaf 1932 tot jouw overlijden was het van jou. Jouw man Henri overleed op 6 maart 1937 in Parijs. Jij ging in jouw kasteel in Saint-Jean-d'Angély wonen, samen met wel 100 katten. Daar staat ook het Château de Mornay met de Richelieu-toren. Jouw ex-man Thorvald overleed op 22 oktober 1937 in Oslo en hij werd 48 jaar. Jij raakte in de vergetelheid en jij leefde in armoede. Jij leed aan het syndroom van Diogenes. Jij werd door de omringende boeren 'de kattenfee' genoemd. Jij adopteerde twee weesmeisjes en jij hertrouwde met een blinde arts. Jij overleed op 23 juni 1969 in Saint-Pierre-de-l'Isle. Jij werd 79 jaar en jij bent in de begraafplaats op 128, route de Dampierre in Saint-Pierre-de-l'Isle begraven.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
3 december 2023


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 46



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)