Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De moed om anders dan de massa te zijn

(voor Gisèle d'Estoc (1845 - 1894))

Jij bent geboren als Marie-Paule Alice Courbe op 27 maart 1845 in Nancy, net als de kunstschilderes/tekenares Julie Adèle Ferrand, die op 1 april 1848 in Saint-Pierre op Réunion overleed door de buiktyfus en 30 jaar werd. Zij portretteerde haar schoonmoeder Genevève Hortense de Kervéguen heel stijlvol en chic. Jouw vader Jean-Pierre Courbe was een slotenmaker en jouw moeder was Anne Marthe Mienville. Jij studeerde beeldhouwkunst bij Joseph Kremer en Jean André Delorme, geboren op 31 januari 1829 in Sainte-Agathe-en-Donzy. In 1867 maakte Delorme het beeld 'Psyché cueillant des fleurs'. Jij studeerde ook bij Henri-Michel-Antoine Chapu, geboren op 29 september 1833 in Le Mée-sur-Seine. Hij overleed op 21 april 1891 in Parijs. In 1870 maakte hij het wonderschone beeld 'Jeanne d'Arc à Domrémy'. Hij doceerde aan de Académie Julian. Op 2 mei 1881 exposeerde jij 'Un peintre', een bas-reliëf in gips, in de beeldhouwafdeling van het Palais des Champs-Elysées. In 1882 exposeerde jij daar 'Tête d'Etude', een buste in geverfd gips.

In die tijd begon jij een enorm sterke vriendschap met de rooms-katholieke kunstenares/dagboekschrijfster/illustratrice Marie-Edmée Pau (16 november 1845 - 7 maart 1871, Nancy) uit Nancy. Zij vervloekte de onbuigzame vooroordelen tegen haar geslacht. Zij bezocht het vrouwenatelier van Léon Cogniet in Parijs en zij was met de letterkundige Élise Voïart bevriend. Anne-Eliosabeth-Élise Petitpain-Voïart's vader was organist van de kathedraal van Nancy en hij overleed op jonge leeftijd. Élise bewoog zich binnen het hof van keizerin Joséphine Bonaparte en op haar 20-ste trouwde zij met de 50-jarige weduwnaar Jacques-Philippe Voïart, die al 2 dochters had, o.a. de latere dichteres Sabine Casimire Amable Voïart. De dochter van ëlise en Jacques-Philippe was de pastelliste Élisabeth. Élise had een salon in Choisy-le-Roi, waar o.a. de dichteres/kunstschilderes Adélaïde-Gillette Dufrénoy, de Franse Sappho, en de schilderes Constance Mayer kwamen. Constance heeft op haar 46-ste uit liefdesverdriet haar keel doorgesneden. Marie-Edmée en jij onderzochten de genderidentiteiten en jullie adoreerden Jeanne d'Arc. Jullie hielden hartstochtelijk veel van elkaar. Zij woonde op 19, rue Notre-Dame in Nancy.

Op 22 september 1875 trouwde jij met de industrieel Paul Joseph Parent-Desbarres (1836 - 1875). Zijn vader was een uitgever en boekhandelaar. Het was een kort huwelijk, al is er geen bewijs van het huwelijk. Jij bleef jezelf Madame Paule Parent-Desbarres noemen. Op 27 oktober 1870 verhuisde jij naar Parijs en begon jij met een literaire carrière. Jouw favoriete thema's waren sociale rechtvaardigheid en feminisme. Jij vond, dat vrouwen voor hun daden verantwoordelijk moeten zijn. In 1890 bekritiseerde jij de journaliste Caroline Rémy de Guebhard, omdat zij haar man Georges de Labruyère had gestuurd om een duel voor haar uit te vechten. Zij was tien jaar jonger dan jou. De journalist Georges duelleerde niet alleen voor haar, hij duelleerde herhaaldelijk voor zichzelf, o.a. met de journalist Hippolyte Prosper Olivier Lissagaray, de schrijver Antoine Aurélien Scholl, de journalist Gabriel Terrail en de journalist Ferdinand-Camille Dreyfus. Caroline was ook getrouwd met de arts/professor Adrien Guebhard. Jij was biseksueel en jij was een duelliste, schrijfster, beeldhouwster, feministe en travestiet. Jij publiceerde korte verhalen en columns in 'Le Petit Nancyien', 'Nancy artiste', 'La Dépêche de Nancy' en 'L'Estafette'.

Na 1862 had jij een romantische relatie met Guy de Maupassant, die op 83, rue Dulong woonde. Guy bleef tot zijn overlijden op 6 juli 1893 in Parijs nauw met jou verbonden. Hij probeerde op 2 januari 1892 zijn keel door te snijden en hij overleed in het privé-gesticht van de psychiater Esprit Sylvestre Blanche, die in 1852 overleed. Die kliniek zat in l'Hôtel de Lamballe in Passy, wat van Marie Thérèse Louise van Savoye, prinses van Lamballe was. Deze prinses werd op 3 september 1792 door het bloeddorstige gepeupel vermoord en zij werd 42 jaar. Jij stond model voor het schilderij 'Bara' van Jean-Jacques Henner, wat op de Salon van 1882 hing. Henner had seksuele verhoudingen met zijn modellen, o.a. met Juana Romani (Carolina Giovanna Carlesimo) en waarschijnlijk ook met jou. Juana eindigde haar leven in een psychiatrisch ziekenhuis in Parijs, door iedereen wreed vergeten. Guy overleed door syfilis. Hij werd 42 jaar en hij is in de Montparnasse Begraafplaats begraven. Jij inspireerde de arts/psychiater/vrijmetselaar/travestiet Madeleine (Anne) Pelletier. Na Guy had jij een liefdesrelatie met Rachilde, oftewel Marguerite Eymery, die in 1887 in een enorm drama eindigde.

De schrijfster/travestiet Rachilde was o.a. bevriend met Oscar Wilde, Barbey d'Aureville, Jean Lorrain, Paul Verlaine, Lord Alfred Bruce Douglas, Alfred Jarry, Henri de Toulouse-Lautrec, Paul Gauguin, Maurice Ravel, Colette, Camille Delaville, Maurice Barrès, Paul Fort en Georges de Peyrebrune, die ook jouw vriendin was. Rachilde was getrouwd met de letterkundige Alfred Vallette en hun dochter heette Gabrielle. Jij bekritiseerde Rachilde later in een pamflet in 'La vierge clame'. Jij had een moeilijke affaire met Emma Rouër, een actrice en paardrijdster bij het Cirque Medrano aan de Boulevard Marguerite-de-Rochechouart. Tenslotte versloeg jij Emma tijdens een duel in het Bois de Vincennes. Jij verwondde Emma aan haar linkerborst. Jij was verbonden met Laurent Tailhade (1854 - 1919), een satirisch dichter, anarchistisch polemist, essayist en vertaler. Hij was bevriend met Paul Verlaine, Jean Moréas, Albert Samain, Sacha Guitry, Aristide Bruant, Eduard Sansot en Anne Osmont, zijn maîtresse. Hij woonde op 47, rue du Ranelagh in Parijs. Jij was lid van de 'Ligue de l'affranchissement des femmes', in 1889 opgericht door de schrijfster/verpleegster/violiste Marie-Rose Astié de Valsayre. Marie-Rose richtte ook een vereniging voor vrouwenschermen op, waar jij ook lid van was.

Jouw laatste geliefde was de letterkundige/krantendirecteur Léo d'Arkai, oftewel Louis-Joseph Pillard (1869 - na 1928), met wie jij in 1892 naar Nice verhuisde. In 1893 was jij kandidate voor de parlementsverkiezingen. Op 4 april 1894 werd Restaurant Foyot op de hoek van de Rue de Tournon 33 en de Rue de Condé in Parijs door een anarchistische dichter met een bom vernietigd. Die aanslagpleger was een vriend van de kunstcriticus Félix Fénéon. Gravin Emanuela Potocha verbleef in Restaurant Foyot en Joseph Roth woonde er ook. Jij werd beschuldigd van het plaatsen van de bom in Restaurant Foyot, wat volstrekte lariekoek was. Jij overleed op 8 mei 1894 in Nice door lepra. Jij werd 49 jaar.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
16 januari 2024


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 42



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)