Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Fréhel - Situ n'étais pas la

(voor Marguerite Boulc'h (1891 - 1951))

Jij bent geboren als Marguerite Boulc'h op 13 juli 1891 op 109, boulevard Bessières in Parijs. Jouw Bretonse ouders kwamen uit Primel-Trégastel, Plougasnou. Jouw vader Yves Marie Boulc'h was een spoorwegarbeider en jouw moeder Marie-Jeanne was een kokkin. Tot jouw 4-de woonde jij op de boerderij van jouw oma in Primel-Trégastel. Op jouw 9-de zong jij in de arbeidersstraten of tavernes van Parijs. Jij woonde bij jouw ouders op 14, rue Vallier in Levallois-Perret. Jij werkte bij het agrovoedingsbedrijf Cérébos en jij leverde zout aan de restaurants in Parijs. Op 27 maart 1898 werd het stadhuis van Levallois-Perret door de politicus/historicus Alfred Nicolas Rambaud ingehuldigd. De mezzosopraan Frédérique Betti woonde op 26, rue Chaptal. De actrice en prinses van Italië Clotilde Courau is in Levallois-Perret geboren, net als de schilderessen Angèle Blanche Denvil en Alice Denvil-Lupin. Omdat jij vrij en ongedisciplineerd was, werd jij spoedig ontslagen.

Jij ging naar de liedjesuitgeverij Labbé aan de Rue de l'Échiquier, waar jij jouw zangstem ontwikkelde en een repertoire opbouwde. Daarnaast was jij een verkoopster voor gezichtsvernieuwers in een apotheek aan de Rue d'Aboukir. Jij ging van deur tot deur en jij ontmoette de cabaretzangeres en grote courtisane Agustina Carolina del Carmen Otéro Iglesias, die op 27, rue Fortuna woonde. Zij was o.a. de minnares van de Belgische koning Leopold II. Carolina bewonderde jouw stem, lef en vrijheid. Als jouw discrete mecenas zorgde zij voor jouw entree in de music hall. Het lied 'Mam'zelle Pervenche' van Dalbret Paul gaf jou jouw artiestennaam. Als Pervenche werd jij in 1905 cabaretvertelster van het mooie etablissement Brasserie de l'Univers (sinds 1894) op 47, avenue de Wagram. In de roman 'La Vagabonde' uit 1910 van Colette is het personage Jadin door jouw geïnspireerd. Colette benoemt jouw 'rapeuze alt', die jou tussen 1905 en 1910 bekend maakte.

In 1908 was jij als Pervenche Fréhel/Madame P.F. de l'Eldorado de eerste vrouw in Frankrijk, die een 78-toerenplaat opnam met 'C'est une gosse' van Henri Christiné en 'Fenfant d'amour' van Léo Daniderff, die een affaire met de zangeres Julia Léontine Hérissé had en met Lucie Mortreuil en die later met de zangeres Léone Gabriel-Soïme getrouwd was. Op 28 november 1907 trouwde jij in Parijs met Robert Hollard (Roberty), een jonge music hall acteur en een kleine impresario. Jij hebt hem in de Olympia-taverne op 28, boulevard des Capucines ontmoet. Die is door Josep Oller i Roca gebouwd en tijdens de inhuldiging op 11 april 1893 heeft o.a. de cancandanseres Louise Weber opgetreden. Robert overtuigde jou om de artiestennaam Fréhel te nemen, naar de Cap Fréhel. Jullie kind overleed op jonge leeftijd. Jij bent daar nooit helemaal van hersteld en jij vond het onrechtvaardig. Van 1909 tot 1911 had jij een gepassioneerde relatie met de artiest Maurice Auguste Chevalier, die in 1927 met de zangeres/actrice Yvonne Vallée trouwde en in 1935 met de zangeres/actrice/danseres Raïssa Beloff. Op jouw 19-de deed jij een poging tot zelfdoding.

Op 13 juni 1910 ben jij van Robert gescheiden. Hij had een relatie met de zangeres/actrice Louise Marie Damien, die hij zanglessen gaf. 'Le ciel est par-dessus le toit', een gedicht van Paul Verlaine, is één van haar hits, door Reynaldo Hahn op muziek gezet. Reynaldo was een vriend en minnaar van Marcel Proust. Ze hebben elkaar in 1894 bij de salonnière/schilderes Madeleine Lemaire op 31, rue de Monceau ontmoet, toen Reynaldo daar 'Les chansons grises' van Jeanne Magdeleine Colle zong en zichzelf op de piano begeleidde. Madeleine heeft Proust o.a. gelanceerd en zij liet o.a. Emma Calvé en Marie Van Zandt privérecitals gaven. Zij was deftig, kien en geniaal in het aantrekken van de meest begaafde artiesten. Haar knappe dochter Françoise Marie Suzanne Lemaire (1866 - 1946) schilderde ook en correspondeerde met Reynaldo en Marcel. Jacques-Émile Blanche maakte een schitterend portret van haar. De homoseksuele Blanche was een beste vriend van Proust en hij portretteerde hem. In 1913 reisde jij naar Boekarest, Turkije en Rusland, waar jij ruim 10 jaar bleef. Jij leed aan alcoholisme en drugsverslaving.

Eind 1913 ging jij naar Boekarest en voorts naar Petrograd op verzoek van groothertogin Anastasia Michailovna van Rusland. Jij was smoorverliefd op een Roemeense officier, die jij naar het Oostfront volgde. Hij overleed in 1916 en jij werd depressief. Tot 1918 woonde jij in een boerderij in Piatra Neamt en jij woonde 5 jaar in Constantinopel, waar jij drugs gebruikte en in de prostitutie zat. In 1923 werd jij door het Franse consolaat naar Frankrijk teruggestuurd. Jij was een lichamelijk wrak. Jij werd door jouw ex-man Robert en Montéhus opgevangen. Op 28 december 1923 ging jij weer in de Olympia en in het cabaret Le Bosphore op 18, rue Thérèse zingen. Jouw zang werd vaak door een doedelzakspeler en/of een accordeonspeler begeleid. In de jaren 1930 verscheen jij in diverse films. Jij speelde in 'Coeur de Lilas' uit 1932, met Marcelle Romée in de hoofdrol. Marcelle heeft op 3 december 1932 in Chatou zelfdoding gepleegd. Zij heeft zichzelf in de Seine verdronken en zij werd 29 jaar. Zij was zwaar depressief en in een ziekenhuis in Le Vésinet opgenomen, in de Villa des Pages op 40, avenue Horace Vernet. Nadat zij ontsnapte, heeft zij zichzelf bij de huidige Chatoubrug in de Seine verdronken. Zij sprong vanaf de Pont de Chatou aan de Rue du Port. Deze oude verkeersbrug bestaat niet meer. Haar echte achternaam was Arbant.

Jij speelde in zo'n 20 films. Op 30 april 1935 trouwde jij met Georges Boettgen. Dit was een fiasco en jouw carrière kelderde. In jouw lied 'Il n'est pas distingué' bespotte jij Adolf Hitler. Na de oorlog was jij de conciërge van een gebouw op de hoek van Rue Ballu en Rue Blanche. Jouw laatste filmrol was als de oude prostituee Notre Mère in 'Maya' uit 1949. In 1950 had jij een laatste optreden in 'Les Escarpes', nabij de Place de la Contrescarpe. Jij overleed op 3 februari 1951, alleen in een smerige bordeelkamer op 45, rue Pigalle. Jij werd 59 jaar en jij bent in de Cimetière parisien de Pantin op 164, avenue Jean-Jaurès begraven.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
26 februari 2024


Geplaatst in de categorie: idool

4.0 met 1 stemmen 61



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)