Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De Ierse gravin met het gouden hart

(voor Marguerite Gardiner, gravin van Blessington (1789 - 1849))

Jij bent geboren als Sally Margaret Power op 1 september 1789 in Knockbrit, nabij Clonmel in het Ierse graafschap Tipperary. De schrijfster Mary Elizabeth Southwell Dudley Leathley is in Clonmel geboren. Jouw ouders waren de kleine landeigenaren Edmund Power en Ellen Sheehy. Jij werd lukraak opgevoed door Ann Dwyer, de vriendin van jouw moeder, en door jouw eigen lectuur. Jouw jeugd is door het karakter en de armoede van jouw vader verwoest. Op jouw 15-de, op 7 maart 1804, moest jij met de kapitein Maurice St. Leger Farmer trouwen. Maurice was een Engelse officier en een alcoholist, die jou mishandelde. Hij werd naar de King's Bench Prison in Southwark, Zuid-Londen, gebracht. Deze gevangenis stond nabij St George's Fields, ten zuiden van Borough Road en dichtbij Horsemonger Lane Gaol, waar de dichter James Henry Leigh Hunt twee jaar gevangen zat, net als zijn broers John en Robert, ook schrijvers. Hij had de prins-regent George IV in het invloedrijke weekblad 'The Examiner' bekritiseerd. In King's Bench Prison zaten de dichteressen Mary Robinson, Charlotte Turner Smith en Maria Weylar Barrell gevangen.

In oktober 1817 overleed Maurice in de King's Bench Prison, waar hij uit een raam viel. Jij had hem na drie maanden verlaten. Daarna verbleef jij bijna 3 jaar bij jouw ouders. Vervolgens ging jij naar Cahir en in 1809 naar Dublin. Jij verhuisde later naar Hampshire, waar jij vijf jaar, van 1809 tot 1814, bij de familie van kapitein Thomas Jenkins van de 11th Light Dragoons woonde. Thomas was een sympathieke en literaire legerofficier van dit cavalerieregiment. Hij stelde jou voor aan de Ierse Charles John Gardiner, eerste graaf van Blessington, geboren in 1782 en een weduwnaar met vier kinderen, o.a. Harriet en Luke. Op 16 februari 1818 trouwde jij in de St Mary's, Bryanston Square, in Londen met Charles John Gardiner. Jij veranderde jouw voornaam in Marguerite. De huwelijksreis ging naar Ierland en in 1820 gingen jullie in een nieuw gehuurd herenhuis op St. James's Square 10 in Londen wonen. Dit werd een sociaal centrum. Door jullie zware uitgaven en extravagante smaak raakten jullie al gauw zwaar in de schulden, ook al ontving Charles jaarlijks 30.000 pond uit zijn Ierse landgoederen. In 1822 ben jij door Sir Thomas Lawrence, president van de Royal Academy en Fellow of the Royal Society, geportretteerd. Jouw duimen en wijsvingers vormen een hart.

Op 25 augustus 1822 gingen jullie met jouw jongste, 21-jarige zus Mary Anne en bedienden op reis, de Grand Tour door Europa. Op 20 november 1822 ontmoetten jullie in Avignon graaf Alfred Guillaume Gabriel Grimod d'Orsay, geboren op 4 september 1801 in Parijs, een amateurkunstenaar en sinds 1821 een vertrouweling van jou. Vanaf 31 maart 1823 verbleven jullie vier maanden in Genua, waar jullie Lord Byron diverse keren hebben ontmoet. Dit leidde tot jouw werk 'Conversations of Lord Byron with the countess of Blessington' uit 1834. Jij was zeldzaam mooi, charmant, humoristisch en vrijgevig. Jij had een extravagante smaak. Mogelijk had jij een liefdesaffaire met Alfred d'Orsay en hadden Alfred en Charles een liefdesrelatie met elkaar. In het voorjaar van 1823 ontmoetten Alfred en jullie Lord Byron in Genua. Byron had een bijzondere relatie met jullie en hij loofde het scherpe observatievermogen van Alfred. Op 1 december 1827 trouwde Alfred in Italië met de 15-jarige Lady Harriet Gardiner, de dochter van Charles en zijn eerste vrouw. In 1838 zijn ze wettelijk gescheiden. Na Genua woonde jij grotendeels in Napels, waar jij de Ierse schrijver/arts/historicus Richard Robert Madden ontmoette, die jouw biograaf werd. Met zijn vrouw Harriet Elmslie kreeg hij de zoon Thomas More Madden, een arts/schrijver.

Charles en jij waren ook een tijd in Florence met jullie vriend, de dichter/schrijver Walter Savage Landor, die jij zeer veel bewonderde. Hij schreef 'Imaginary Conversations' in Florence, waar hij woonde. Eind 1828 verhuisden Charles, Alfred, Harriet en jij naar Parijs. Jullie verbleven in het Hôtel Maréchal Ney, waar Charles op 25 mei 1829 plotseling overleed door een apoplectische beroerte. Hij werd 46 jaar. Alfred en Harriet vergezelden jou naar Engeland. Het paar ging kort daarna met veel bitterheid uit elkaar. Alfred bleef tot jouw overlijden bij jou wonen. Jullie woonden eerst in Seamore Place en daarna in Gore House aan Kensington Gore in Kensington, Londen, Middlesex, van 1836 tot 1849. Gore House was het centrum van literaire, artistieke, wetenschappelijke en modieuze mensen. Benjamin Disraeli, eerste graaf van Beaconsfield, schreef er zijn roman 'Venetia' uit 1837. Hans Christian Andersen ontmoette er Charles Dickens voor het eerst. Alfred was charmant, hij had een briljante humor en hij was schilder/beeldhouwer. De schrijver/politicus Edward Bulwer-Lytton kwam er ook. Hij was getrouwd met de knappe schrijfster Rosina Doyle Wheeler, met wie hij twee kinderen kreeg, o.a. de dichter Edward Robert Lytton, die met zijn vrouw, de aristocratische Edith Villiers, zeven kinderen kreeg. Prins Louis-Napoleon Bonaparte was vaak te gast in Gore House. Hij had een korte affaire met de actrice Elisa-Rachel Félix en Elizabeth Ann Haryett was zijn maîtresse. Zij ontmoette hem in 1846 op een feest van jou en zij financierde jou. Op de plek van Gore House staat sinds 1871 de Royal Albert Hall.

In 1836 verscheen 'Gems of Beauty Displayed in a Series of Twelve Highly Finished Engravings', geïllustreerd door Edmund Thomas Parris. In 1838 verscheen 'The Passions', in 1839-1840 'Idler in Italy' en in 1841 'Idler in France'. Jij publiceerde in diverse tijdschriften en jij was enkele jaren redactrice van 'The Book of Beauty' en 'The Keepsafe', destijds populaire jaarboeken. Jij redigeerde 'The Keepsafe' van 1841 tot 1849. Jij was ook een roddelcolumniste voor 'The Daily News', opgericht door Charles Dickens, die van 1846 tot 1930 bestond. Na 17 nummers gaf Dickens het redacteurschap aan zijn vriend, de biograaf/literair criticus John Forster, getrouwd met Eliza Anne Crosbie, de weduwe van de uitgever Henry Colburn, die op 16 augustus 1855 aan Bryanston Square in Londen overleed. Begin 1849 verliet Alfred Gore House om aan zijn schuldeisers te ontsnappen. Daarna was er een openbare verkoop van de meubels en decoraties, waardoor jouw schulden werden opgelost. Jij ging in april 1849 bij Alfred in Parijs wonen. De zus van Alfred, Ida, hertogin van Gramont, was met Antoine de Gramont getrouwd en zij hadden sinds 1848 een landgoed in Chambourcy, wat jullie bezochten.

Jij bent op 4 juni 1849 door een hartaanval overleden en jij werd 59 jaar. Jij bent in Chambourcy begraven, in een piramidaal, grijs mausoleum. Alfred overleed op 4 augustus 1852 in het huis van Ida te Chambourcy door een ruggengraatinfectie. Hij werd 50 jaar en hij is bij jou begraven.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
3 juni 2024


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 15



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)