Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De echte Lord Sebastian Flyte

(voor Alastair Hugh Graham (1904 - 1982))

Jij bent geboren op 27 juni 1904. Jouw vader was Hugh Graham (1860 - 1921) uit Barford House in Barford, Warwickshire, en jouw moeder was Jessie Low uit Savannah, Georgia. Jouw grootouders van vaderskant waren Sir Frederick Ulric Graham en Lady Jane Hermione Seymour, de dochter van Lord Edward Adolphus St. Maur, 12-de hertog van Somerset. Jouw moeder was een katoenerfgename, die als personages in 'Decline and Fall' en 'Winner Takes All' van Arthur Evelyn St. John Waugh verscheen. Jouw broer was Hugh en jouw zussen waren Sibyl en Muriel. Jij ging naar een dagschool in Leamington Spa en een jaar naar het Wellington College uit 1859 aan Duke's Ride in Crowthorne, Berkshire, met als directeur William Wyamar Vaughan, een neef van Virginia Woolf. In 1922 ging jij naar Oxford, waar jij Evelyn Waugh ontmoette. Jij werd van het Brasenose College aan Radcliffe Square weggestuurd, omdat jij het eerstejaarsexamen niet haalde. In 1923 waren Evelyn en jij grotendeels samen in Oxford en in Barford House, daar in de weekends. Evelyn schreef zijn eerste roman 'Decline and Fall' uit 1928 deels in Barford House. In de beginjaren van de liefdesrelatie leende jij Evelyn altijd geld.

Vanaf eind 1923 waren Evelyn en jij lid van de Hypocrites' Club van de University of Oxford, opgericht in 1921 door de antiquarisch onderzoeker John Davies Knatchbull Lloyd op 31 St Aldate's. Daar begon Evelyn buitensporig veel alcohol te drinken. Hij was door zijn vriend, de schrijver/acteur Terence Lucy Greenidge, bij die studentenclub gekomen. Na Richard Pares, Evelyn's eerste, homoseksuele geliefde, werd jij de homoseksuele geliefde van Evelyn. Jullie dronken samen enorm veel alcohol. Evelyn schreef over jou: 'Soms was hij net zo homoseksueel als elke Hypocrite, maar er waren altijd hints van de geest die hem in latere jaren tot een kluizenaar heeft gemaakt.'. Jij stuurde Evelyn een naaktfoto van jezelf, van de achterkant en bij een rotswand. Met de tekst: 'Come and have a drink with me somewhere'. De meeste leden van de Hypocrites' Club waren homoseksueel. Het clublid, de dichter/schrijver Brian Howard, was zeker homoseksueel en hij stond model voor Anthony Blanche in Evelyn's meesterwerk 'Brideshead Revisited' uit 1945. De homoseksuele schrijver Harold Acton stond ook model, maar in mindere mate. Brian heeft op 15 januari 1958 in Nice zelfdoding gepleegd met een overdosis kalmerende middelen, na het overlijden van zijn geliefde Sam Langford (1926 - 1958), die in het bad van Brian overleed. Brian werd 52 jaar en hij is naast Sam in de Russisch-orthodoxe begraafplaats aan de Avenue Sainte Marguerite in Nice begraven. Brian was een zware alcoholist en drugsgebruiker.

Een andere Hypocrite was de homoseksuele reisschrijver Robert Byron. De homoseksuele Hypocrite Hugh Patrick Lygon was een geliefde van Evelyn en hij was eveneens een zware alcoholist en zelfdestructief, net als jij. Hugh had een teddybeer bij zich. Evelyn mixte de feiten, want de beer van Sir John Betjeman, Archie (Archibald Ormsby-Gore) stond model voor de beer van het romanpersonage Lord Sebastian Flyte uit 'Brideshead Revisited'. Sebastian Flyte is één van de allermooiste personages in de wereldliteratuur. In de verfilming uit 1981 wordt Sebastian formidabel gespeeld door Anthony Colin Gerald Andrews, getrouwd met Georgina Simpson, met wie hij 3 kids kreeg. Sebastian was vooral op jou gebaseerd, maar ook op Hugh Patrick Lygon. Brideshead was in feite Madresfield, een waterburcht in de Malvern Hills in Worcestershire. De Hypocrite John Patrick Douglas Balfour, 3-de baron Kinross, was ook volop homoseksueel en ook lid van de Railway Club. De kunsthistorica Tamara Talbot Rice was goed bevriend met Evelyn en zij behoorde tot de 'Brideshead Revisited Circle'. Leo Tolstoj was haar peetvader.

Jij was Evelyn's beste vriend van 1924 tot 1929 en jij vermaakte hem in en rond Barford House aan de hoofdweg Wellesbourne door Barford. Jouw liefdesrelatie met Evelyn begon in 1923. In augustus 1924 woonde jij met hem in een caravan in een veld nabij Beckley en vervolgens gingen jullie in die maand op vakantie naar Ierland, waar jullie in hotels verbleven. Daarna, in september 1924, heb jij jezelf tot het rooms-katholicisme bekeerd. Jij werd rooms-katholiek en midden september 1924 bezocht jij jouw zus en haar man in Kenia en werd jouw vriendschap met Evelyn minder. In augustus 1926 ging jij met Evelyn en jouw moeder op zomervakantie naar Netherby Hall in Cumberland, Carlisle en River Esk in Schotland. Daarna ging jij met Evelyn en de schrijver/jazzmuzikant Richard George Hubert Plunket Greene naar Frankrijk. In die tijd had jij een kleine drukkerij en was jij in de leer bij de Shakespeare Head Press. Jij drukte Evelyn's essay 'P.R.B.: An Essay on the Pre-Raphaelite Brotherhood 1847-54.'. Richard P. Greene was de zoon van de Ierse bariton Harry P. Greene en de schrijfster over religie Gwendoline Maud Parry, die met Oscar Wilde en Beatrix Potter dineerde.

Richard's broer David heeft op 24 februari 1941 zelfdoding gepleegd met een overdosis heroïne. Hij werd 36 jaar en hij is in de St Andrew Churchyard in Hurstbourne Priors begraven. Hij was van 1926 tot oktober 1928 met Enid Margot Bendir getrouwd. Enid bepaalde de hedonistische activiteiten van de 'Bright Young Things', waar Evelyn de roman 'Vile Bodies' uit 1930 over schreef. David's aristocratische nicht Elizabeth Ponsonby overleed op 31 juli 1940 door alcoholisme. Zij werd 39 jaar en zij was lid van de 'BYT'. Richard P. Greene's zus was Olivia Honor Mary, die op 11 november 1958 door borstkanker overleed en 51 jaar werd. Evelyn was verliefd op haar, maar zij wilde geen seks met hem. Zij was een alcoholiste en zij woonde met haar moeder in Longleat House in Wiltshire, nabij Warminster. Richard trouwde op 21 december 1926 met Elizabeth Frances Russell en hun zoon Alexander trouwde met de mode-ontwerpster Barbara Mary Quant. Richard overleed op 25 maart 1978 in Falmer. Hij werd 76 jaar en hij is in de St Andrew Churchyard begraven, nabij David en zijn vader.

Met Kerstmis 1926 bezocht Evelyn jou in Athene, waar jij met Leonard Bower, net als jou een attaché bij de Britse ambassade in Athene, in een smerige flat woonde. Jullie werden 'ambassademeisjes' genoemd. Jij maakte gebruik van goedkope, mannelijke hoeren. Tussen 1927 en 1929 was jij ere-attaché in Athene. Jij was ere-attaché van minister Sir Percy Loraine, die ook gay was. Jij woonde samen met Mark Ogilvie-Grant, jouw geliefde, die dik bevriend met de schrijfster Nancy Mitford was. Evelyn walgde van jullie leven in Athene. Op 27 juni 1928 trouwde Evelyn met Evelyn Gardner. Jij nam foto's van hen bij Barford House. Evelyn en Evelyn woonden van 1928 tot 1930 in een flat 17a Canonbury Square in Noord-Londen. Vanuit Athene schreef jij met jouw vriend, de journalist Francis Claud Cockburn, de achterneef van Evelyn en Alexander Raban (Alec) Waugh. Francis was in Oxford ook lid van de Hypocrites' Club. Zijn tweede vrouw was de schrijfster/kunstenares/conchologe Patricia Evangeline Anne Arbuthnot. Hun kids waren: Alexander Claud, Andrew Myles (die o.a. de dochter Olivia Jane kreeg, bekend als de actrice Olivia Wilde) en Patrick Oliver. In 1929 werd jij samen met Vivian Cornelius naar Caïro overgeplaatst, waar jij tot 1933 bleef. In 1933 wilde jij niet met Sir Percy Loraine naar Ankara. Jij deed mee met de evacuatie van Duinkerken (26 mei t/m 4 juni 1940), jij zat bij het Royal Observer Corps en jij was een verbindingsofficier met de Amerikaanse marine.

In augustus 1932 was Evelyn voor het laatst in Barford. Hij schreef 'Black Mischief' deels in Madresfield bij de Lygons. Jij had een affaire met de Welshe dichter Ewan Morgan, burggraaf Tredegar, met zijn ara Blue Boy. Jij ontmoette hem in het Cavendish Hotel en jij moest er Londen voor verlaten, want er dreigde een gevangenisstraf. In mei 1934 overleed jouw moeder en erfde jij Barford House. Vanaf 1937 tot 1958 woonde jij als een kluizenaar in New Quay en was jij de eigenaar van het jacht 'The Osprey'. Jij was lid van de New Quay Yacht Club en voorzitter van de reddingsbootdienst in New Quay. Jij was bevriend met Dylan Thomas, die ook in New Quay woonde en daar zijn toneelstuk 'Under Milk Wood' schreef. Jij stond model voor Lord Cut-Glass. Jij woonde vanaf 1937 in 'Wern Mansion', 2 mijl vanaf New Quay, waar jij feesten organiseerde. De gasten waren o.a.: Evelyn Waugh, de schilder Augustus John, Dylan Thomas en de architect Clough Williams-Ellis. Er vloeide veel drank tot 's ochtends 3 uur. Jij woonde in 'Wern Mansion' met jouw huishoudster Cooke, jouw butler George Wood en jouw tuinman Evans en zijn dochter Lottie Evans, ook jouw huishoudster. Jij had er veel grote schilderijen en mooie meubels. Er was geen elektriciteit en leidingwater. Er waren duizenden boeken.

De feesten bij jou eindigden in de slaapkamers. De dierenarts Thomas Herbert schreef: 'We vielen op elkaar in een alles verterende, dierlijke lust!'. Daarna, vanaf 1959, woonde jij in een vissershuis op de Welsh Borders op 8 Rock Street in New Quay. Jij dronk veel in de pub de Dolau Inn in New Quay. Op 10 april 1966 overleed Evelyn in Combe Florey House door hartfalen. Hij werd 62 jaar en hij is in een privéterrein naast het Anglicaanse kerkhof bij de kerk van St Peter & St Paul in Combe Florey begraven. Jij zag de verfilming van 'Brideshead revisited'. Jouw nicht Jane Hickson stond model voor Cordelia Flyte. Jij overleed op 6 oktober 1982 in het Machynlleth Hospital door alvleesklierkanker. Jij werd 78 jaar.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
11 december 2024


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd.aantal keer bekeken 90

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)