Als een heks volstrekt ten onrechte opgehangen

(voor Ruth Neilson (1926 - 1955))

Jij bent geboren op 9 oktober 1926 in de badplaats Rhyl, Denbighshire, Wales. Jouw moeder was Elisaberta (Bertha) Goethals, een Belgische oorlogsvluchtelinge. Jouw vader Arthur Hornby was een cellist uit Manchester, die op Atlantische oceaanlijners speelde. Jouw ouders zijn in 1920 in Chorlton-cum-Hardy (Manchester) met elkaar getrouwd. Jij was de vijfde van zes kinderen. Jouw vader koos later voor de achternaam Neilson. In 1928 werd de tweelingbroer van jouw vader Charles vermoord. Jouw vader begon jouw oudste zus Muriel fysiek en seksueel te mishandelen. Jouw moeder deed niets, omdat zij slecht behandeld werd en bang voor hem was. Muriel kreeg op haar 14-de een kind van haar vader. Jouw vader werd door de politie vrijgelaten en jouw moeder had zogenaamd nog een kind gekregen. Toen jij 11 jaar werd, begon jouw vader jou seksueel te misbruiken. Jouw zus Marga voorkwam dit vaak door jou voortijdig uit huis te schoppen.

Tot 1940 ging jij naar de Fairfields Senior Girls' School in Basingstoke, met de directrice Miss Shand. Jullie waren naar Basingstoke verhuisd. De school uit 1888 ligt op Counsil Road RG21 3DH. Jane Austen is in Steventon geboren, 7 mijl vanaf Basingstoke. Zij schreef 'Pride and Prejudice' over de mensen in Basingstoke. Zij heeft het in 1797 in de pastorie van Steventon geschreven. Jij ging Sherborne, St John, naar school en in 1934 ook naar de school aan de Old Kempshott Lane (nu de South Farm Road) in Worting, met als hoofdonderwijzeres Miss Jarvis, geboren in 1907. Jouw vader speelde in The Grand Theatre in Basingstoke voor stomme films, totdat de geluidsfilms kwamen. Jullie woonden ook in Bramley, Baughurst, Brimpton, Tadley en Monk Sherborne. Het was armoede alom. In 1941 zijn jullie naar Londen verhuisd. Op jouw 14-de verliet jij de school en werkte jij eerst als zaalwachter in een bioscoop in Reading. In 1941 werd Edna Turvey jouw vriendin, de vriendin van jouw oudere broer Julian. Edna en jij gingen bij jouw vader in Londen wonen. Hij bleef jouw misbruiken en hij had een affaire met Edna, wat jouw moeder ontdekte, die ook naar Londen verhuisde. Jij was een gastvrouw in een club, naaktmodel en prostituee.

In 1944 werd jij zwanger van Clare Andrea McCallum, een getrouwde, Canadese soldaat. Op 15 september 1944 werd in een geïmproviseerde kraamkliniek in Gilsland jullie zoon Clare Andrea (Andy) Neilson geboren. Na een jaar stuurde Clare jou geen geld meer. Andy woonde later bij jouw moeder. Jij werkte in fabrieken en jij deed administratief werk. Eind jaren 1940 was jij een gastvrouw in een Soho-nachtclub na het werken als naaktmodel. Jouw manager Morris Conley van de Court Club in 58 Duke Street chanteerde jou en de andere gastvrouwen om met hem naar bed te gaan. Hij was een oplichter en een lelijke pad. Begin 1950 was jij full-service escort en werd jij zwanger van een vaste klant, de 41-jarige George Johnston Ellis, een gescheiden tandarts met 2 zonen uit Tonbridge en een gewelddadige, bezitterige alcoholist. Op 8 november 1950 ben jij met George getrouwd. Hij was 41 en jij was 23 jaar. In 1951 werd jullie dochter Georgina geboren, maar George weigerde zijn vaderschap te erkennen, waarna jullie gescheiden zijn. Jij ging met Georgina naar het huis van jouw ouders en jij ging verder als prostituee. Jij verscheen in de komische film 'Lady Godiva Rides Again' uit 1951. Jij speelde een deelnemer aan een schoonheidswedstrijd, net als Joan Collins en Jean Marsh. Jij was toen 4 maanden zwanger en jij had een zwart geverfde bob-snit.

In 1953 werd jij de manager van de nachtclub/het bordeel 'Little Club' in Knightsbridge. Via de autocoureur John Michael Hawthorn ontmoette jij David Blakely, een leerling van de Shrewsbury School en de Koninklijke Militaire Academie Sandhurst. Hij was ook een alcoholist en een racer. Hij was verloofd met Mary Dawson en hij verhuisde naar jouw flat boven de nachtclub. Jij werd zwanger van hem en jij had een tweede abortus. Jij kreeg een relatie met de ex-RAF piloot Desmond Cussen, directeur van een tabakshandel. Hij is geboren in 1923 in Epsom, in een rijke familie met het tabaksbedrijf Cussen & Co. In december 1954 werkte jij niet meer in de 'Little Club'. Jij ging bij Desmond op 20 Goodwood Court, Devonshire Street, wonen en jouw relatie met David werd steeds gewelddadiger. Jij wilde wel met David trouwen, maar in januari 1955 kreeg jij een miskraam, nadat David jou tijdens een ruzie in de maag had gestompt. Vanaf 9 februari 1955 had jij een huurflat op 44 Egerton Gardens.

Jij had een heel weekend met Desmond gedronken. Op 10 april 1955 bracht de minstens medeplichtige Desmond jou vanaf zijn huis in zijn auto naar de flat van Anthony en Carole Findlater op 29 Tanza Road in Hampstead, waar David was. David had een affaire met Carole en met een getrouwde vrouw in Penn, wat jij wist. David reed net met zijn auto weg. Desmond reed jou naar 'The Magdala Public House' in South Hill Park, waar David's auto stond. Rond 21.30 uur kwamen David en zijn vriend Clive Gunnell naar buiten. Jij kwam uit de Henshaw's krantenshop naast 'The Magdala' en jullie passeerden elkaar op de stoep. David zocht naar zijn autosleutels, toen jij een .38 kaliber Smith & Wesson Victory Model revolver pakte, waarmee jij 5 keer op David schoot. Het eerste schot miste. Jij achtervolgde hem, terwijl hij om de auto rende. Bij het tweede schot zakte hij in elkaar. Jij stond boven hem en jij schoot nog 3 keer. Één schot was dicht op zijn rug. Het zesde schot ketste van de weg af en verwondde de duim van de omstander Gladys Yule. Jij kreeg het pistool van Desmond (wat hij natuurlijk ontkende), die jou ook schietoefeningen gaf. Jij had een heel weekend met hem gedronken en jij was platzak.

Vanuit de Holloway-gevangenis schreef jij in een brief aan David's ouders: 'Ik heb altijd van jullie zoon gehouden en ik zal sterven terwijl ik hem liefheb!'. Op 13 juli 1955 ben jij om 9.01 uur in de Holloway-gevangenis door ophanging vermoord. De beul was Albert Pierrepoint. Jane Dunn schreef dat jij David vermoordde 'na 3 dagen van slapeloosheid, paniek en pathologische jaloezie, gevoed door hoeveelheden Pernod en een roekeloze consumptie van kalmerende middelen'. Jij was de laatste vrouw, die in Engeland is opgehangen. Jij bent nog bezocht door de Nederlandse Joost de Blank, bisschop van Stepney. Jij zei tegen hem, dat jij een andere persoon was, toen jij David met een revolver neerschoot. Jij werd 28 jaar en jij bent herbegraven in het kerkhof van de St Mary's Church in Old Amersham. Op jouw grafsteen stond 'Ruth Hornby 1926 - 1955'. Jouw zwaar getraumatiseerde zoon Andy vernietigde jouw grafsteen in 1982, waarna hij zelfdoding pleegde. Jouw ex George Ellis heeft zichzelf op 2 augustus 1958 in een hotel in Jersey opgehangen. In 1969 deed jouw moeder in haar flat in Hemel Hempstead een poging tot zelfdoding met gas. Zij raakte bewusteloos en zij herstelde nooit geheel. De alcoholist Desmond ging naar Australië, waar hij in 1991 overleed.

Ruth Hornby Neilson

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 12