Uit de familiaire gevangenis losgebroken

(voor Franziska Gräfin zu Reventlow (1871 - 1918))

Jij bent geboren als Fanny Sophie Auguste Liane Adrienne Wilhelmine Gräfin zu Reventlow op 18 mei 1871 in Husum, in het kasteel voor Husum. Jouw vader was de districtsbestuurder Ludwig Graf zu Reventlow, een administratief advocaat. Jouw moeder was Emilie Gräfin von Rantzau. Jouw oudere zus was Agnes en jouw oudere broers waren Theodor, Ludwig en Ernst. Jouw jongere broer was Carl. Ernst was schrijver, journalist en nationaalsocialistish politicus. Jouw familie was bevriend met de schrijver Hans Theodor Woldsen Storm, eerst getrouwd met zijn nicht Constanze Esmarch (1825 - 1865). Zij hadden 7 kinderen gekregen, waarvan Gertrud (1865 - 1936) een schrijfster was. 16 dagen na Gertrud's geboorte overleed Constanze door kraamvrouwenkoorts. Theodor hertrouwde in 1866 met Dorothea Jensen. Zij woonden van 1866 tot 1880 op de Wasserreihe 31 in Husum. Dorothea en Theodor kregen de dochter Friederike (1868 - 1939).

Jouw familie was ook bevriend met de socioloog/filosoof/econoom Ferdinand Tönnies, die ook dik bevriend met de familie Storm was. Ferdinand heeft Friedrich Nietzsche diverse keren ontmoet. Ferdinand was verliefd op jouw zus Agnes en jou, maar jullie niet op hem. In 1883 was hij op Louise von Salomé verliefd, maar zij niet op hem. Gertrud Storm was wel verliefd op hem, maar hij niet op haar. In 1894 trouwde hij met Marie Sieck, met wie hij 5 kinderen kreeg; Gerrit, Franziska, Jan, Carola en Kuno. De familie Tönnies woonde in het Kavaliershaus, het voormalig gastenverblijf van kasteel Husum, wat door de vader August is gekocht. Theodor Storm was van 1867 tot 1880 districsrechter in het kasteel. Jij kreeg een strenge, protestantse opvoeding door jouw familie en het Altenburg Magdalenstift, een meisjesinternaat in Thüringen, waarvan jij na één jaar bent weggestuurd. Jij ging een tijd bij jouw tante Fanny Gräfin von Rantzau in de abdij van Preetz wonen. Er waren meerdere prioressen Von Rantzau in de vorige eeuwen. Jij kreeg er schilder- en tekenlessen van Julie Heine.

In 1889 verhuisde het gezin naar Lübeck. Van oktober 1890 tot april 1892 ging jij naar het Roquettesche particulier privélerarenseminarie aan de Königstrasse 15 in Lübeck, vlakbij het Behnhaus. De directrice was Amélie Roquette. Jij was bevriend met jouw klasgenote Margarethe Gütschow, die archeologe werd. In 'Ellen Olestjerne' schreef jij over haar en haar zus Else, een (kunst)historica, die op 11 februari 1908 in het kraambed overleed en 42 jaar werd. Jij mocht lesgeven op hogere en middelbare meisjesscholen. In 1892 ontdekten jouw ouders jouw liefdescorrespondentie met jouw vriend Emanuel Fehling uit Lühbeck. Jij werd naar een predikantengezin bij de Sint-Janskerk in Adelby gestuurd om 'te verbeteren'. In 1893 vluchtte jij naar kennissen in Wandsbek, waardoor jij voor altijd ruzie met jouw familie kreeg. Op 14 juni 1893 overleed jouw vader en jij mocht hem niet meer bezoeken.

In Wandsbek ontmoette jij de advocaat-rechter Walter Ernst Louis August Lübke, geboren op 10 september 1861 in Berlijn. Van 1889 tot 1896 werkte hij voor Hamburg en daarna was hij schepen in Witten. In 1907 werd hij burgemeester van Bad Homburg. In de zomer van 1893 verbleef jij met Walter in München en was jij studente aan de schilderschool van Anton Azbe in de Georgenstrasse in München. In 1894 trouwde jij met Walter. In 1895 ging jij naar München om jouw schilderstudie te hervatten. Het huwelijk liep stuk en jij had continu financiële problemen en ziekte. Jij had ook diverse miskramen. Jij verachtte het leger, de bureaucratie, de aristocratie en de nationalistische Wilhelmijnse ondernemersgeest, die in geld en vooruitgang geloofde en de opvoeding van jonge vrouwen tot 'hogere dochters'. Op 1 september 1897 werd jullie zoon Rolf geboren, die fotograaf/journalist werd.

Jij deed literaire vertalingen voor de Albert Langen Verlag en jij publiceerde kleinere werken in tijdschriften en dagbladen. Jij was als actrice kort verbonden met het Theater am Gärtnerplatz in München. Jij werkte o.a. ook als prostituee in Salon B., secretaresse, hulpkokkin, verzekeringsagente, beursgastvrouw en glasschilderes. Jij was verbonden met de Kosmische Kring in München rond Karl Wolfskehl, Ludwig Klages en Alfred Schuler. Jij was hun muze en jij werd beschouwd als de 'wedergeboorte van de hetaera' en de 'Pagan Madonna'. Jij had een lange liefdesrelatie met Ludwig en Karl. In 1903 verscheen jouw debuutroman 'Ellen Olestjerne' op aanraden van Ludwig Klages. Hiermee heb jij met jouw familie afgerekend. Van 1903 tot 1906 woonde jij met baron Bohdan von Suchocki, de Joodse schrijver Franz Siegmund Hessel en Rolf op de Kaulbachstrasse 63 in München. Jij stuurde Rolf niet naar school.

Met Rolf reisde jij naar Samos, Italië en Corfu. Er is een vage naaktfoto van jou op het strand van Samos. In oktober 1910 verhuisde jij naar Ascona, naar Casa Franzisca met een schrijftoren, waar jij jouw Schwabing-romans schreef. In 1911 sloot jij een schijnhuwelijk met baron Alexander von Rechenberg-Linten. In 1912 verscheen 'Von Paul zu Pedro. Amouresken'. In 1913 verscheen jouw sleutelroman 'Herr Dames Aufzeichnungen' en in 1916 'Der Geldkomplex'. In 1916 verhuisde jij naar Muralto en in 1917 verscheen 'Das Lovierhaus zur Schwankenden Weltkugel und andere Novellen'. Jij was non-conformistisch, vol radicale vrijheidsdrang en voor de vrije liefde. Jij kon jezelf niet aan een man binden.

Jij overleed op 26 juli 1918 in een kliniek in Locarno als gevolg van een fietsval. Jij werd 47 jaar en jij bent in de begraafplaats van de kerk van Santa Maria in Selva aan Via Vallemaggia in Locarno begraven. De grafrede werd door de Joods-christelijke schrijver Emil Ludwig gedaan. Daar zijn ook de schilder Filippo Franzoni en de beeldhouwer Jean Arp begraven. Er zijn sculpturen en monumenten van Vincenzo Vela. Ik noem speciaal zijn sculptuur 'La Desolazione', wat ook in het Parco de Ciani in Lugano staat. Het origineel is uit 1851. In 2003 verscheen jouw biografie 'Die kleinste Last wiegt unerträglich auf mir', geschreven door Franziska Sperr. In 2008 verscheen de biografie 'Franziska zu Reventlow. Die anmutige Rebellin' van Gunna Wendt. In 2012 verscheen de Duitse documentaire 'Franziska zu Reventlow - Sex und Aufstand', met o.a. de kleinzoon van jouw broer Carl.

schrijfster duits

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 10