Een grote inspiratiebron van Rudolf Steiner

(voor Marie von Sivers (1867 - 1948))

Jij bent geboren op 14 maart 1867 in Wloclawek in het Russische Rijk, wat nu Polen is. Jij was lid van een aristocratische familie en jij sprak vloeiend Russisch, Duits, Frans, Engels en Italiaans. Jij studeerde theater en voordracht bij diverse docenten in Europa. Jouw vader was Jacob von Sivers, een luitenant-generaal in Russische dienst. Jouw moeder was Carolina Baum en jij was één van hun acht kinderen. Rond 1874-1875 verhuisden jullie naar Riga en rond 1877 naar Sint-Petersburg, waar jij naar een Duitse school ging. Daarna ging jij naar jouw broer in een vervallen boerderij nabij Novgorod, waar jij lerares was. Na het overlijden van jouw broer in 1894 of 1895 moest jij naar Sint-Petersburg terug.

Van 1895 tot 1897 studeerde jij acteren en recitatie aan het Conservatoire de Paris en daarna in Sint-Petersburg. In 1899 ging jij naar het Schiller Theater in Berlijn, waar jij al snel weg ging. Vanaf oktober 1900 correspondeerde jij met de (toneel)schrijver/filosoof/theosoof/antroposoof/musicoloog Édouard Schuré, van wie jij diverse werken naar het Duits vertaalde. Hij was getrouwd met Mathilde Nessler en beïnvloed door zijn vriendin Marguerite Albana-Mignati en de schrijver/occultist Antoine Fabre d'Olivet. In 1906 ontmoette Édouard Rudolf Steiner en werkte hij via jou tot 1914 mee aan Steiner's werken. Jij vertaalde o.a. 'De Grote Ingewijden'. Édouard overleed op 7 april 1929 in Parijs. Hij was ook bevriend met Richard Wagner. In november 1900 werd jij lid van de Duitse Theosofische Vereniging (DTG) en jij ontmoette Rudolf Joseph Lorenz Steiner in de bibliotheek van het echtpaar Von Brockdorff, waar hij lezingen gaf. Op 17 januari 1902 werd Rudolf leider van de DTG en werd jij zijn secretaresse.

Op 19 oktober 1902 werd Rudolf secretaris-generaal van de DTG met jou als zijn secretaresse. In 1908 heb jij in Berlijn de Filosofisch-Theosofische Uitgeverij opgericht, wat in 1913 de Filosofische Antroposofische Uitgeverij werd. In 1923 verhuisde jij naar Dornach. Op 3 februari 1913 heeft Rudolf de Antroposofische Vereniging opgericht, waarvan jij tot 1916 samen met Carl Unger en Michael Bauer het voorzitterschap bekleedde. Eind 1923 werd de Algemene Antroposofische Vereniging opgericht, waarvan jij bestuurslid werd. Het door jou vertaalde toneelstuk 'Het heilige drama van Eleusis' van Édouard werd in mei 1907 tijdens een theosofisch congres in München opgevoerd. Jij speelde hoofdrollen in de mysteriedrama's van Rudolf, die van 1910 tot 1913 in München werden opgevoerd. Op 24 december 1914 ben jij in Dornach met Rudolf getrouwd. Zijn vader Johann Steiner was in 1910 overleden. Zijn moeder Franziska Blie (1834 - 1918), zijn zus Leopoldine (1864 - 1927) en zijn broer Gustav (1866 - 1941) waren ook fysiek aanwezig.

In 1913 werd in Dornach de bouw van het eerste Goetheanum gestart. Vanaf 1907 was jij al betrokken bij de ontwikkeling van de euritmie (fijne regelmaat) en vanaf eind 1914 ontwikkelden Rudolf en jij een speciale kunst van het reciteren van euritmie, de spraakvorming. In 1919 gaf jij euritmievoorstellingen en stichtte jij euritmiescholen in diverse, Europese landen. In september 1919 werd in Stuttgart de eerste Vrije School geopend. In 1921 heeft Adolf Hitler Rudolf aangevallen. Zo noemde Hitler hem o.a. 'een instrument van de Joden'. Rudolf waarschuwde voor de desastreuze gevolgen van de nationaalsocialisten. Op 31 december 1922 werd het eerste Goetheanum door brand verwoest. Tijdens Kerstmis 1923 stichtte Rudolf de School voor Geesteswetenschap. Rudolf overleed op 30 maart 1925 in Dornach en hij werd 64 jaar. In 1928 werd het tweede Goetheanum geopend.

Jij, de schrijver/antroposoof Guenther Wachsmuth en de schrijver/dichter/antroposoof Albert Steffen hadden vanaf het begin publiekelijk sympathie voor het naziregime betuigd. Hooggeplaatste nazi's, zoals Rudolf Hess, waren aanhangers van de antroposofen. Guenther, Albert en jij wisten van Hitler's gewelddadige bedoelingen met de Joden. Volgens Hitler stond de antroposofie op één lijn met de Joden. Jullie verloochenden elke sympathie voor de Joden en jullie verzekerden de nazi-leiders dat jullie van puur Arische afkomst waren. Begin 1923 werd Guenther de persoonlijke assistent van Rudolf. Eind 1923 werd hij bestuurslid, penningmeester en secretaris. Albert was vanaf 1925 voorzitter van de Algemene Antroposofische Vereniging. Met zijn vrouw, de schrijfster Elisabeth von Veress-Stückgold, en haar zwaar gehandicapte, zeer spirituele, half-Joodse dochter Felicitas (1909 - 1937), woonde Albert vanaf augustus 1936 op de Unterer Zielweg 36 in Dornach.

Jij overleed op 27 december 1948 in Beatenberg. Jij werd 81 jaar en jouw as is bij het Goetheanum in Dornach begraven, net als de as van Rudolf, van Christian Morgenstern, en van de vele medewerkers en vrienden van de Antroposofische Beweging.

antroposofie

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 6