Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Als geestelijke edelvrouw onomstotelijk

(voor Margit Kaffka (1880 - 1918))

Jij bent geboren op 10 juni 1880 in Nagykároly (nu Carei) in het Koninkrijk Hongarije. Jouw ouders waren Gyula Kaffka en Margit Uray. Jouw vader was officier van justitie en hij is vroeg overleden, toen jij 6 jaar was. Jullie waren van een verarmde, Hongaarse adel en jullie leefden onder beperkende omstandigheden. Jouw jongere zus ging na het overlijden van jullie vader naar opa en oma en jij naar katholieke kostscholen.

Jij kreeg een studiebeurs, waarmee jij vanaf 1899 aan het lerarenopleidingscollege van de Zusters van Barmhartigheid in Szatmár studeerde. Deze religieuze orde is in 1831 in Dublin opgericht door zuster Catherine Elizabeth McAuley. In ruil voor die studie gaf jij een jaar les in literatuur en economie aan de meisjesschool in Miskolc. Jij studeerde in Boedapest en jij behaalde in 1902 een lerarendiploma aan de Vrouwenschool Erzsébet op Ajtósi Dürer sor 37 in Boedapest. Het is nu de Teleki Blanka Middelbare School (Gymnasium), een gebouw in art-nouveaustijl, met nogal sobere lokalen, met een lerarenopleiding op de burgerlijke school.

In 1903 verscheen jouw dichtbundeldebuut 'Gedichten' en in 1904 verscheen de dagboekroman 'Brieven uit het klooster'. Jouw hoofdthema's waren de val van de adel en de fysieke en spirituele ontberingen van de onafhankelijke vrouwen van begin 20-ste eeuw. Jij schreef ook vaak over grote, nationale crisis en pijnlijke tegenstellingen in de Hongaarse samenleving.

In 1904 trouwde jij met de bosbouwkundige Brunó Fröhlich. In 1906 werd jullie zoon László geboren. Jullie woonden en werkten in Miskolc, maar jij wilde naar Boedapest terug. Jullie verhuisden; in 1910 zijn Brunó en jij gescheiden. László bleef bij jou en in 1914 hertrouwde jij met de Joodse arts/theoretisch bioloog Ervin Bauer, een jongere broer van de literatuur- en filmcriticus/schrijver/dichter Herbert Béla Balázs.
Ervin is geboren op 19 oktober 1890 in Löcse. Hij werd als arts o.a. in Temesvár geplaatst, waar jij hem geregeld bezocht. In 1907 ging Brunó voor het Ministerie van Landbouw werken en verhuisde jij met veel plezier naar Boedapest, want jij hield niet van Miskolc. Jij publiceerde gedichten en korte verhalen in diverse tijdschriften en vanaf 1908 was jij vaste medewerkster van het literaire tijdschrift 'Nyugat'. Jij was o.a. bevriend met Dezsö Kosztolányi, Mihály Babits en Béla Balázs.

Tussen 1910 en 1915 was jij lerares in Boedapest. In 1911 verscheen jouw dichtbundel 'Verkennende jaren'. In 1912 verscheen de dichtbundel 'Voor het laatst op de lier', de vertellingenbundel 'Op bevroren grond' en jouw debuutroman 'Kleuren en Jaren', over het lot van de lage adel en vrouwen. In 1913 verscheen de roman 'Mária's Jaren'. In het begin van de Eerste Wereldoorlog stopte jij met lesgeven en werd jij schrijfster. In 1914 verscheen de verhalenbundel 'Sint Ildefonso's linkerzij'. In 1916 verscheen de roman 'Twee zomers', in 1917 'Allomások' en 'De Mierenhoop', over jouw kloosterjaren, de dynamiek van de gesloten gemeenschap en de complexiteit van vrouwenrelaties. In 1918 verschenen 'Kleine mensen, mijn vriendjes', een verzameling van vroege werken, de dichtbundel 'Op het levenspad' en de vertellingenbundel 'Bij de aanlegplaats'.

Op 1 december 1918 overleed jij door de Spaanse griep in Boedapest, al had jij menigten vermeden en had jij geregeld jouw handen gedesinfecteerd. Jij werd 38 jaar.
Jouw zoon László overleed op 2 december 1918 door de Spaanse griep. Jullie zijn in de Farkasrét-begraafplaats in Boedapest begraven. Er staat een standbeeld van jou met open handen op jouw graf. Zowel in Nagykároly als in Boedapest staan bustes van jou. Die in Nagykároly is door Arpád Deák gemaakt. Arpád is geboren op 4 juli 1955 in Târgu Mures, Roemenië. Hij is een leerling van de Joodse beeldhouwer Lövith Marc Egon.

Ervin hertrouwde in 1919 met de wiskundige Stefánia Szilárd. Zij werden op 11 januari 1938 door de geheime politie van de Sovjet-Unie (NKVD) vermoord. Ervin werd 47 jaar en Stefánia 40 jaar. Zij zijn in de Levashovo Gedenkbegraafplaats in Sint-Petersburg begraven. Hun kinderen zijn Mikhail (1924), Sophia (1928 - 1932) en Karl (1934).

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
16 december 2025


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd.aantal keer bekeken 10

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)