Met onzinnige en zinloze ambitie had ik me aldaar opgedrongen aan de onechte collega's van een Wijkraad om het lullige baantje van notuliste, dat niemand wil, te vervullen. De voorzitter van de Raad bazelde en ratelde in een vreemdsoortig, onbegrijpelijk jargon, stelde misstanden aan de kaak en dicteerde mij de kernpunten uit zijn betoog.…
Ook mijn ex-collega's van de Wijkraad van wie ik om mij
onduidelijke redenen afscheid heb moeten nemen, waren present en begroetten mij.
Zo kwam de middag ten einde en door de grauwe straten vond ik weer mijn weg huiswaarts.....…
Graag roep ik de wijkraad op om in overleg met de gemeente alles, echt alles te doen om onze mooie wijk in het groen zo veel mogelijk voor deze verdwazing te behoeden, de rust en het normale leven zoveel mogelijk te bewaren en de overlast te beperken.’
Bij deze zou ik dit tegen Henk willen zeggen: ‘Kop op, Henk.…