Schaatsen in Oranjewoud
Ik woonde samen met mijn ouders en twee broers iets van twee jaar aan het einde van de doodlopende Prinses Marijkelaan in Oranjewoud, naast Heerenveen, aan de overkant van de snelweg richting Leeuwarden. We woonden in een statige villa met een riante achtertuin. Mijn vader had zijn studeerkamer in de achterkamer, die een prachtige open haard had en uitzicht op de achtertuin. Ik keek altijd met groot respect naar zijn eikenhouten bureau, waarop hij zijn preken schreef. Hij was veel ordelijker dan ik, maar ik was dan ook een hippie-achtige dichter in wording. Mijn geliefde, bruine poedel Pedro was toen al bij ons en die krabbelde vaak 's ochtends vroeg aan mijn slaapkamerdeur, waarna zij bij mij in bed sliep. Ik herinner me nog de leren honderiem, die sierlijk gevlecht was. Vaak lag hij op mijn bed, terwijl ik aan mijn schriftelijke tekenopleiding werkte. Ik had duidelijk talent en ik wilde graag kunstschilder worden, maar het ontbrak mij aan doorzettingsvermogen, power en gelukselementen. Bovendien leerde ik de taalkunst kennen en dat lag me net iets meer.
Ik las honderden stripboekjes in zwart-wit, oorlogsboekjes, westernboekjes en softpornoboekjes, zoals Jolanda. Dat werd later aangevuld met Chick, Candy, Seventeen, Tuk en de Playboy in de oude vorm. Ik wist waar mijn oudste broer Addy zijn voorraad verstopte. Ik speelde met zijn stiletto, kijkend of die mijn hand zou raken. Hij had een zwaar knetterende motor. Bij zijn inhuldiging als agent viel hij flauw. Hij was nog niet eens achttien. Autodrop, ze zouden het moeten verbieden! Addy had een vriendin met Amerikaanse megaborsten en koeieogen, wat ik wel grappig vond. Op de koeienmarkt in Gouda schreeuwde een boer eens: 'Beste uiers!', toen hij een koe keurde. Het was vooral de erotische manier waarop, die me bij is gebleven. Het buurmeisje Alina noemde ik Alinea en we deden daar aan straathockey of we voetbalden op een veldje verderop.
Ik heb er ook aan kattekwaad gedaan, zoals met strijkers postbussen opblazen, post jatten en bij anderen in de tuin slingeren, deurtje bellen en in de pronktuinen bijzondere bloemen knakken. Gewoon voor de spannende adrenalinekick. Verderop in Oranjewoud staan de grotere huizen, die meestal door de adel worden bewoond. In de zomer visten we daar of deden we aan polsstok springen en 's winters schaatsten we daar. Vaak jogde ik in mijn eentje door de bossen en vergaapte ik mij aan de helende schoonheid van de natuur. Op een dag gingen we als compleet gezin schaatsen op van die brede wateren, terwijl de zon het schouwspel extra mooi maakte. Mijn moeder filmde dat en de beelden zijn er nog steeds. Ondanks mijn zwakke enkels wist ik op mijn lage Noren toch behoorlijk vooruit te komen. We zagen in het ijs een bevroren, kromgetrokken snoek. Heel bizar. Het landschap was net een oud-Hollands schilderij, uitzonderlijk feeëriek en intrinsiek wazig. Ik voelde me in een meesterwerk van een oude meester schaatsen en ik zal die geluksmomenten altijd blijven koesteren.
Geplaatst in de categorie: woonoord