Inloggen
voeg je autobiografie toe

Autobiografieen

Zomer 2015

Berend had door de ziekte van Lyme een verzwakte gezondheid. Het was nog niet gelukt om samen de vader van Bjarne te bezoeken, nu die in zijn allerlaatste levensfase was. Bjarne durfde ook niet goed alleen te gaan. Het was de laatste tijd gaan spoken in zijn hoofd. Een dubbele verhuizing was het laatste waar hij op wachtte. Maar hij wilde de woning ook niet opgeven. Er werden weer doeken naar de kringloopwinkel gebracht, tweede keus schilderwerken, waar misschien nog iemand blij mee was te maken in de volkse economie van tweedehands goederen. Soms stond er een schilderwerk van Bjarne in de etalage, naast een levensgrote beer van zachte pluche, die een oor miste maar verder nog prachtig was.

Berend had geen tijd om Bjarne te helpen, wanneer hij niet ziek was moest hij aan de slag voor zijn eenmanszaak in ergonomische adviezen. Het was wonderbaarlijk hoe hij zijn hoofd boven water wist te houden tijdens deze zware tijden. Bjarne baalde van de afstand die er in de vriendschap was gekomen, maar hij kon niet anders dan het accepteren. De toekomst zou er heel anders uit gaan zien dan hij voorheen had gehoopt.
Tijd voor de liefde was er niet, zelfs vriendschap leek verder weg dan ooit. Astrid verbleef de hele zomer in Portugal. Drie kleurrijke ansichtkaarten uit Zuid Europa stonden er bij Bjarne Gosse op de schouw.

Een nieuwe serie op zijn Facebookprofiel over de plantenwereld van zijn balkon aan de straatkant werd met enthousiasme ontvangen door zijn internetvriendinnen die begaan waren met de natuur.
In de zomer wanneer het niet regende zat de het terras van de pizzeria in de avond vol met mensen die vrolijk dronken en genoten van Italiaanse lekkernijen. Bjarne was er inmiddels gewend aan geraakt om het geroezemoes te horen. Af en toe speelde hij een verlegen voyeur, die de etende mensen nodig had voor een nog te schrijven verhaal.

Bjarne kwam niet vaak meer in Utrecht, Berend was dikwijls ziek en het contact was ook niet meer zo aangenaam als voorheen. Het was voor beide vrienden moeilijk om er mee om te gaan.

Bjarne had een verhaal over zijn peutertijd geschreven:

Peutertijd

Toen ik werd geboren in de herfst van 1961 woonden mijn ouders bij mijn grootmoeder in Amsterdam, omdat mijn vader geen woning kon vinden. Ik kon mij er niets van herinneren, maar er werd mij later verteld dat er een schilderij van een oude molen aan de muur in de babykamer hing en dat het waarschijnlijk het eerste was wat ik had gezien toen ik een beeld kreeg van de wereld. Omdat mijn moeder Rooms was en mij borstvoeding gaf werd ik al snel een mollige baby.

Mede onder druk gezet door mijn moeder, die meerdere malen het huis van haar schoonmoeder was ontvlucht met haar drie kinderen om haar heil te zoeken in het Katholieke Brabant waar haar familie woonde, vond mijn vader een tijdelijke houten woning in een natuurgebied in de buurt van Amsterdam toen ik twee jaar oud was. De vader van mijn moeder en de vader van mijn vader waren allebei overleden voordat ik geboren werd.

Toen we een half jaar in het buitengebied bij Amsterdam woonden, was mijn moeder hoogzwanger van haar vierde kind, mijn broertje Tom. Op het moment dat mijn moeder was uitgeteld, brak er een brand uit in de rietlanden achter het houten huis waarin wij woonden. Terwijl de brandweer uitrukte en het vuur met man en macht bestreed, werd mijn broertje Tom geboren tijdens een moeilijke en stressvolle bevalling.

Het huis waarin wij woonden was niet erg groot en we sliepen met vier kinderen in een kleine kamer die gelegen was naast de woonkamer, de enige kamer met een kachel. Een wasmachine hadden we niet, en omdat mijn broertje Tom moeite had met zindelijk worden, was mijn moeder dagelijks veel tijd kwijt met het handmatig verwerken van de was die zij in een zinken teil deed.
Mijn moeder hield van properheid en ze waakte er voor dat wij als kinderen geen rotzooi maakten. Mijn vader was een afwezige man die zijn werk deed als ambtenaar bij de binnendienst van de Gemeente Amsterdam. Hij bemoeide zich verder niet met de kinderen.

Toen ik een jaar of drie was bleek dat ik een lui oog had. Ik werd naar een nonnenziekenhuis in Brabant gestuurd voor een oogoperatie. Ik vond de nonnen maar vreemde wezens. Ze zagen er uit als pinguïns in hun zwarte kleren kledingdracht. Ze hadden een vrome glimlach rond de mond en spraken tegen kinderen alsof ze een geheim met hen deelden. Ik was mij er van bewust dat ik op mijn hoede moest zijn, maar ik was dankbaar dat mijn luie oog was geopereerd en sprak in beleefde kleutertaal tegen de zorgzame nonnen.
Naast het nonnenziekenhuis was een oud gebouw waarin lijken van overleden voorname personen lagen opgebaard. Om mij te laten kennismaken met de dood nam mijn grootmoeder mij mee om een opgebaarde graaf te bekijken. Bij iedere maaltijd moest ik bidden en God bedanken nog voordat ik iets had gegeten. Ik was een moeilijke eter geworden omdat ik zure zult en bloedworst niet zo lekker vond.

Bjarne Gosse

De naderende dood van zijn vader had bij Bjarne een stroom van herinneringen op gang gezet.
Het was een opluchting voor hem dat hij in de zomer van 2015 zijn eerste levensverhalen kon publiceren. Bjarne herinnerde zich prachtige zomers. Zomerdagen overgoten met het licht van de zon. Op het water van het zoetwatermeer liggen dromen in een rubberboot. Zwanen in de verte op de golfjes en meeuwen in de heldere blauwe lucht, krijsend op zoek naar vis.

Schrijver: Bjarne Gosse
9 december 2023


Geplaatst in de categorie: individu

4.7 met 3 stemmen 103



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)