Verzet tot ver voorbij Ravensbrück

(voor Lilian Vera Rolfe (1914 - 1945))

Je bent geboren op 26 april 1914 in Parijs. Je vader was George Samuel Blackburn Rolfe, een Engelse registeraccountant, die in Parijs voor een Engels bedrijf werkte. Je tweelingzus was Helen Fedora. Je bent samen met Helen in 1916 gedoopt in de Engelse ambassadekerk in Parijs. Op je zevende en elfde ging je naar een zomerschool in Engeland om Engels te leren.
Op je zestiende werkte je vader in Brazilië en jij slaagde daar voor je schooldiploma. Op je zeventiende vertoefde je bij een Engels gezin en leed je aan reumatische koorts. Eenmaal hersteld ging je zwemmen en dansen. In Rio de Janeiro werkte je voor de Canadese en de Engelse ambassade. Je vader bleef in Rio tot zijn pensioen.

In het begin van de tweede wereldoorlog observeerde je de Duitse scheepsbewegingen in de haven van Rio. Omdat je goed was, vroeg men of je voor de Engelse strijdkrachten wilde werken. In 1943 reisde je met je vriendin Cynthia Sadler naar Engeland, waar jullie beiden lid werden van de Women's Auxiliary Air Force. Onderweg werd jullie schip door een explosie beschadigd, waardoor jij via Amerika Engeland bereikte. November 1943 werd je lid van de Special Operations Executive, vanwege je vloeiend gesproken Frans. Je werd tot marconiste opgeleid en je deed een cursus eerste hulp.

Op 5 april 1944 belandde je op een plek nabij Orleans. Je werd medewerkster van het verzetsnetwerk 'Historicus', geleid door George Wilkinson. Het was jouw taak om belangrijke berichten van het Franse verzet per radio naar Londen te zenden. Je gaf ook de Duitse troepenbewegingen door en je streed daadwerkelijk mee met het Franse verzet tegen de Duitse militairen: zo was je aanwezig bij een heftig vuurgevecht in Olivet. Je had dagelijks contact met Londen en je verzond je berichten opvallend zuiver en precies, ondanks de benauwde situatie, want de Gestapo zat overal. Je moest veel van locatie veranderen. Door jouw inlichtingen kon het Franse verzet in Loiret veel wapens krijgen.

Eind juni 1944 maakte de Gestapo aanstalten om Montargis te verlaten, maar eerst vonden er nog vergeldingsacties plaats door een opgeklopte klopjacht. Kapitein Wilkinson werd gearresteerd en na martelingen doodgeschoten. Daarna werd hij vervangen door Pierre Charie. Begin juli 1944 deed je nabij Olivet mee in de strijd tegen de Duitsers. Op 31 juli 1944 werd je in een huis in Nargis gearresteerd en naar de Fresnes gevangenis in Parijs gebracht. Daar werd je systematisch hardhandig verhoord en satanisch gemarteld. Je vertelde niets over jouw missie en je verzweeg de namen van andere verzetsleden. Rond 8 augustus 1944 werd je naar het concentratiekamp Ravensbrück vervoerd.

Op 5 februari 1945 werd je vermoord door een kogel in de achterkant van je nek. Je was toen erg ziek door de slechte behandelingen en je kon niet meer lopen. Je had ook longproblemen. Je bent op een brancard naar de executieplek gebracht. Je was heel dapper. In opdracht van Sturmbannführer Fritz Suhren schoot SS Scharführer Schulte jou dood.
Suhren werd in 1949 in de Fresnes gevangenis door de verzetsheldin Odette Churchill geëxecuteerd.

Je werd dertig jaar. Je kreeg postuum het Croix de Guerre en in Montargis is een straat naar jou genoemd. Op de Air Forces Memorial nabij Egham is je naam gegraveerd en in Lambeth is het Lilian Rolfe House.

Lilian Vera Rolfe Ge George Wilkinson Pierre Charie

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

4.0 met 1 stemmen 58