Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Eenmaal beroemd hoefde het niet meer voor jou

(voor Marie-Joséphine Vallet (1866 - 1932))

Je bent geboren op 19oktober 1866 bij Quaix-en-Chartreuse. Je ouders waren leraren. Ook jij volgde een opleiding tot lerares, die je in 1884 voltooide, maar je werd liever kunstschilderes. Je trouwde met de handelsreiziger Albert Valentine en jullie kregen samen een zoon, die na een half jaar overleed. Er kwamen spanningen in je huwelijk en op je 24-ste zijn Albert en jij gescheiden.

Je verhuisde naar Grenoble, waar je op je 27-ste de kunstschilder François-Joseph Girot ontmoette, met wie je naar Parijs verhuisde. François was je minnaar. Na een jaar ontmoette je de kunstschilder Jules Flandrin, een leerling van Gustave Moreau, net als Henri Matisse, Georges Rouault en Léon Printemps. Jules en jij kregen een liefdesrelatie en je verhuisde naar zijn woning/atelier aan de Rue-Campagne-Prémière. Je bleef twintig jaar bij hem. Op 18 april 1898 overleed Moreau.

In 1900 werd je schilderwerk door de Salon des Independants afgewezen, maar in 1901 werden er tien schilderijen geëxposeerd onder je pseudoniem Jacqueline Marval. Deze schilderijen werden allemaal door de kunsthandelaar Ambroise Vollard gekocht. Ambroise had een kunstgalerie aan de Rue Laffitte en hij was een slimme zakenman. In 1902 werden er schilderijen van jou in een galerie in de Rue Victor-Massé tentoongesteld, samen met werk van Jules Flandrin, Henri Matisse en Albert Marquet. De samenstelster was de kunsthandelares Berthe Weill, die vooral Parijse schilderessen wilde stimuleren. Berthe organiseerde in 1917 de enige solotentoonstelling van Amedeo Modigliani.

In 1911 werd je door een jury uitgekozen om de foyer van het Theâtre des Champ-Élysees te beschilderen. De jury was de theater manager Gabriel Astruc, de beeldhouwer Antoine Bourdelle, de schilder/schrijver Maurice Denis en de schilder Édouard Vuillard. Je maakte twaalf schilderijen met als thema Daphnis en Chloe, die in 1913 klaar waren. Je protesteerde tegen het verwijderen van 'Spaanse Shawl' van Kees van Dongen uit de Salon d'Automne. Je raakte bevriend met Van Dongen, die met de schilderes Augusta Preitinger was getrouwd. Hun zoon was als zuigeling overleden en hun dochter heette Dolly. Je had een atelier nabij Van Dongen's atelier. Je was ook sterk bevriend met Henri Matisse.

In 1913 zorgde de schilder/dichter Francis Picabia ervoor, dat jouw schilderij 'De Odalisques' in de Armory Show in New York te zien was. Guillaume Apollinaire noemde het een belangrijk werk voor de moderne schilderkunst. In 1916 was dit schilderij ook aanwezig in de Salon d'Antin, net als 'Les Demoiselles d'Avignon' van Pablo Picasso. Deze expositie werd door de dichter/kunstcriticus Andre Salmon georganiseerd. Je schilderwerk werd in heel Europa erkend. Je schilderde vooral (naakte) vrouwen en portretten. Je exposeerde o.a. in Bazel, Barcelona, Oslo, Venetië, Winterthur, Zürich, Kyoto en Pittsburgh.

Je zorgde voor een modernistische afdeling in het Musée de Grenoble. Je liefde voor de schilderkunst verdween en je maakte jurken en hoeden. Je was bovendien bezeten van ballet. Je bijnaam was 'De fee van de Belle Epoque'. Je had rode haren en felgekleurde hoeden. Op 28 mei 1932 overleed je in het Broussais ziekenhuis in Parijs. Je werd vijfenzestig jaar.

Schrijver: Joanan Rutgers, 6 oktober 2014


Geplaatst in de categorie: idool

3.3 met 3 stemmen 56



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)