Je was zelf ook hard op weg naar een fatale overdosis

(voor John Adam Belushi (1949 - 1982))

Je bent geboren op 24 januari 1949 in Chicago, in de wijk Humboldt. Je moeder Agnes Samaras was de dochter van Albanese immigranten en je vader Adam Anastos Belushi was een Albanese immigrant uit Qytezë. Je groeide op in de voorstad Wheaton, samen met je jongere broers Billy en Jim en je zus Marian. Je ging naar de Albanees-orthodoxe kerk en je zat op de Wheaton Central High School, waar je Judith Jacklin ontmoette, je latere vrouw.

Je had een eigen comedy troupe, samen met Tino Insana en Steve Beshekas. Op je 22-ste kwam je bij de cast van 'The Second City', een improvisatie comedy onderneming. Je werkte samen met Harold Ramis. In 1973 speelde je in de comedy-show 'National Lampoon Lemmings', naast Christopher Gast, Chevy Chase, Garry Goodrow en Alice Playten. In 1973 verhuisde je met Judith naar New York, waar je werkte voor het comedy-programma 'The National Lampoon Radio Hour'. In 1975 werd je lid van de comedy-show 'Saterday Night Live'. Je deed een perfecte imitatie van Joe Cocker en samen met Dan Aykroyd speelde je de personages Jake en Elwood Blues, beter bekend als The Blues Brothers.

Op 31 december 1976 zijn Judith en jij getrouwd. Tijdens je loopbaan bij 'SNL' raakte je verslaafd aan alcohol en drugs, wat je prestaties deed verminderen. In 1978 speelde je in de komische western 'Goin South' van Jack Nicholson, met Jack in de hoofdrol en naast Mary Steenburgen en Danny DeVito. In 1978 speelde je de hoofdrol in de komedie 'Animal House' van John Landis. Op 28 november 1978 verscheen het debuutalbum van The Blues Brothers, getiteld 'Briefcase Full of Blues'. In 1979 verlieten Aykroyd en jij 'SNL'.

In 1979 speelde je in de dramatische film 'Old Boyfriends' van Joan Tewkesbury, naast Talia Shire en Keith Carradine. In 1979 speelde ook in de komedie '1941' van Steven Spielberg, naast Lorraine Gary en Nancy Allen. In 1980 speelde je samen met Dan Aykroyd de hoofdrol in 'The Blues Brothers' van John Landis, naast Carrie Fisher, Steve Cropper en Aretha Franklin.

In 1981 speelde je de hoofdrol in de romantische komedie 'Continental Divide' van Michael Apted, naast Blair Brown en Val Avery. Je speelde dat jaar ook de hoofdrol in 'Neighbors' van John G. Avildsen, naar een roman van Thomas Berger, naast Dan Aykroyd en Cathy Moriarty. Op 30 november 1981 verscheen het vierde en laatste album 'Best of The Blues Brothers', met een live-versie van 'Everybody Needs Somebody to Love'. Ook met 'Gimme Some Lovin'' van Steve Winwood. Je gebruikte ook Methaqualon, mescaline, LSD en amfetamines. Je drugsgebruik zorgde voor veel echtelijke ruzies.

Op 5 maart 1982 ben je door je karate-trainer Bill Wallace in Bungalow 3 in het Chateau Marmont Hotel op de Sunset Boulevard in Hollywood gevonden. Je was overleden door een overdosis cocaïne en heroïne, ook wel een speedball genoemd. Je vrienden Robin Williams en Robert De Niro hadden je de avond daarvoor nog bezocht en je had bezoek van je vriendin Catherine Evelyn Smith, die bij je bleef overnachten. Catherine was heroïneverslaafde en drugsdealer. Je had haar al in 1976 bij 'SNL' ontmoet. Zij heeft 's nachts bij jou de fatale injectie gegeven, al was die afloop niet haar bedoeling. Je was jarenlang een cocaïneverslaafde en heroïne gebruikte je nog maar enkele keren. Je werd drie-en-dertig jaar en je bent begraven in Chilmark op de Martha's Vineyard. Op een steen staat: 'Ik mag dan weg zijn, maar Rock and Roll leeft voort!'.

Catherine zat vijftien maanden in de vrouwengevangenis in Chino.