Jouw schilderkunst was een verzet tegen schizofrenie

(voor Ernst Abraham Josephson (1851 - 1906))

Je bent geboren op 16 april 1851 in Stockholm. Jouw vader Semmy Josephson was een Joodse groothandelaar en de broer van de theaterleider/toneelschrijver Ludvig Josephson en de componist Jacob Axel Josephson, die zich in 1941 tot het christendom bekeerde. Je was tien jaar, toen jouw vader overleed. Op jouw 17-de overleed jouw zus Gelly. Van 1869 tot 1876 studeerde jij aan de Koninklijke Kunsthogeschool in Stockholm. Je maakte studiereizen naar Noorwegen, Duitsland, Frankrijk, België en Nederland. Je was ook een dichter.

Op jouw 20-ste beweerde je 'Ik zal de Zweedse Rembrandt zijn of sterven!'. In 1874 maakte je een schoon portret van jouw zus Valfrida. In 1876 kreeg je een koninklijke medaille voor jouw schilderij 'Sten Sture Elder'. In Nederland kopieerde je de werken van Rembrandt, Frans Hals en Titiaan. Na 1877 kwam jouw grote doorbraak in Parijs met briljante portretten van jouw vrienden, zoals de kunstenaar Hugo Birger, die op zijn 33-ste door een longziekte overleed. Carl Standerg, een landschapsschilder, die op zijn 32-ste door ernstige astma overleed, en de schilder/beeldhouwer Allan Österlind, met wie je op het Franse platteland ging wonen.

Je kreeg op jonge leeftijd syfilis. In 1882 maakte je jouw belangrijkste schilderij 'Näcken', al was 'Strömkarlen' uit 1884 ook zeer belangrijk. In de zomer van 1888 was je uitgehold en klaar met het maken van kleurrijke schilderijen. Je ging naar het eiland Île-de-Bréhat in Bretagne, waar je jezelf volledig aan het spiritualisme wijdde. Je werd echter achtervolgd door religieuze waanbeelden en je dacht dat je God en Christus Jezus was, wat in pure essentie niet eens zo gek is, maar zelfs integendeel.

In 1888 kreeg je na een reis door Bretagne een psychose met hallucinaties, grootheids- en achtervolgingswanen. Daarna maakte je vele tekeningen, die later door Picasso en Matisse volop werden bewonderd.
Enkele maanden later werd je door de kortzichtige onwetenden naar het ziekenhuis gebracht, wat nu het Ullerakers hospitaal in Uppsala is. Daar kreeg je de verwoestende diagnose schizofrenie.

Ondanks jouw ziekteverschijnselen bleef je hard doorwerken, vaak in een trance-achtige toestand. In 1889 werd je van jouw psychose genezen verklaard en begon je opnieuw te schilderen. In 1893 was er in Stockholm nog een succesvolle expositie van jouw schilderijen, maar psychisch werd je nooit meer de oude en had je voorgoed bakzeil gehaald. Je was van een vitale, ambitieuze artiest veranderd in een gebroken en daadloze kerel. Het creatieve vuur was gedoofd. In 1888 verscheen jouw dichtbundel 'Zwarte rozen' en in 1896 'Gele rozen'. Je was een leerling van Gustave Courbet en Camille Corot. Je was lid van de kunstenaarsvereniging 'Opponenterna', net als Carl Larsson en August Strindberg.

Je was de opa van de acteur Erland Josephson, die in diverse films van Ingmar Bergman speelde. Tenslotte woonde je in Stockholm, waar twee vrouwen jou verzorgden. Je overleed in Stockholm op 22 november 1906 door een ernstige vorm van diabetes. Je werd 55 jaar. Je bent in het Joodse Noordelijke kerkhof in Solna begraven.

Ernst Abraham Joseph Gustave Courbet Camille Corot

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

4.2 met 5 stemmen 42