Slachtoffer van een intens wrede, nazistische familie
(voor Annemarie Schwarzenbach (1908 - 1942))
Je bent geboren op 23 mei 1908 in Zürich als Annemarie Minna Renée Clarac-Schwarzenbach. Je was een telg uit een extreem rijke familie van industriëlen. Jouw vader was de rijke textielmagnaat Alfred Emil Schwarzenbach (1874 - 1940). Hij was samen met zijn broers eigenaar van de grootste zijdefirma in de wereld. Hij was hoogst intelligent en rationeel. Jouw moeder Renée Schwarzenbach-Wille (1883 - 1953) was succesvol als springruiter in de internationale paardensport. Je was schrijfster, journaliste, dichteres en fotografe. Jouw moeder was ook een fotografe en de dochter van generaal Ulrich Wille en gravin Clara von Bismarck, die als impulsieve vrouw zichzelf door haar instincten liet leiden.
Naast de trouw aan haar gezin had jouw moeder tientallen jaren een liefdesrelatie met de sopraan/operazangeres Emmy Krüger (1886 - 1976), die op haar landgoed Bocken, aan het Meer van Zürich, woonde. Je had 3 broers en 1 zus. Als kind ontmoette je vele, belangrijke kunstenaars, zoals o.a. Richard Strauss, Herman Hesse, de dirigent Arturo Toscanini, de componist Arthur Honegger, de dirigent Bruno Walter, de dirigent Wilhelm Furtwängler, de toneelschrijver Gerhart Hauptmann, de pianist Wilhelm Backhaus, de dirigent Willem van Hoogstraten en Winifred en Siegfried Wagner. Je kreeg ook contact met Thomas Mann en de nazipoliticus Rudolf Hess, die zichzelf in 1987 in de Spandaugevangenis in Berlijn heeft opgehangen. Hij werd 93 jaar.
Vele schilders en fotografen wilden jouw bijzondere schoonheid vastleggen. Je begon jezelf te kleden en te gedragen als een jongen, wat je jouw hele leven hebt volgehouden en wat door jouw ouders werd getolereerd en aangemoedigd. Je noemde jezelf 'Fritz'. Je kon jouw moeder geen groter plezier doen dan door het pagekostuum van Octavian te dragen, de travestiet uit de opera 'Der Rosenkavalier' van Richard Strauss. Je bezocht een dure privéschool en je studeerde jarenlang gedreven piano en ballet. Toch werd je liever schrijfster en begon je verhalen en sprookjes te schrijven, ook om jouw nerveuze spanningen te kalmeren.
Je studeerde geschiedenis en germanistiek aan de Universiteit van Zürich, terwijl je als enige studente een Dodge Victory had. Je zat ook een jaar op de Sorbonne. Je was beïnvloed door Stefan George en Rainer Maria Rilke. Jouw eindstudie germanistiek wijdde je aan de poëzie van Georg Trakl. In 1929 verscheen jouw novelle, die jouw lesbische coming-out betekende en waardoor de Zwitserse upperclass zich tegen jou keerde, ondanks jouw wonderkindintellect. Je woonde aan de Königin-Elisabeth-Strasse 39 in Berlijn, waar je een bohemienleven leidde, in snelle auto's reed en jezelf volop in het lesbische nachtleven stortte. Jouw vriendin, de schrijfster/actrice Ruth Landshoff, verklaarde, dat je gevaarlijk leefde, teveel alcohol dronk en dat je altijd bij het ochtendlicht ging slapen.
Door Mopsa Sternheim raakte je levenslang aan de morfine verslaafd en door een alcoholvergiftiging reed je met jouw auto tegen een tram. Via jouw idool, de literator Karl Gustav Vollmoeller, leerde je Erika en Klaus Mann kennen, met wie je zeer bevriend raakte, net als met hun vader Thomas. Je had een korte affaire met Erika. Klaus bleef jouw beste vriend en grootste vertrouweling. Een bindende factor was jullie morfinegebruik. In mei 1932 pleegde de kunstenaar Ricki Hallgarten zelfdoding, waardoor Klaus en jij meer drugs gingen gebruiken, tot grote ergernis van Erika.
In 1931 verscheen jouw debuutroman 'Freunde um Bernhard', die geloofd werd. Het thema is de eenzaamheid en de verborgen verwijzingen naar homoseksualiteit. In 1933 verscheen 'Lyrische Novelle' en werd jouw roman 'Flucht nach oben' geschreven, die pas in 1999 verscheen. Jouw androgyne uiterlijk zorgde vaak voor veel verwarring. Het manuscript van jouw roman 'Aufbruch im Herbst' is waarschijnlijk verloren gegaan, net als jouw historische toneeldrama 'Cromwell'. Je was continu fel antifascistisch, waarmee je nadrukkelijk en principieel afstand deed van jouw fascistische familieclan. Jouw oom Ulrich Wille was zelfs bevriend met Rudolf Hess en hij had geregeld contact met Adolf Hitler, Joseph Goebbels en Heinrich Himmler. Jij had veel Joodse vrienden.
Jouw moeder was openlijk fascistisch, wat terecht een enorme breuk opleverde. Toch is jouw familie jou altijd financieel blijven ondersteunen. Je reisde veel met Klaus Mann en de fotografe Marianne Breslauer, die jou een 'aartsengel' noemde. Vanaf juli 1934 huurde jij het huis 'Chesa Jäger' in Sils-Baselgia in Zwitserland. Golo Mann kwam daar ook geregeld. Je ging jarenlang in therapie bij de psychiater Oscar Forel, die jouw extreme binding aan jouw moeder en jouw surrogaatmoeder Erika Mann als het centrale probleem zag. In Moskou raakte je overtuigd van het anti-kapitalisme. Je deed archeologische opgravingen in Syrië en Iran, waar je verhalen en sprookjes over schreef, waarvan er vier onvindbaar zijn. Je was beïnvloed door Ernest Hemingway en je schreef over de Assyrische genocide, gepleegd door met name de nationalistische Jonge Turken.
In mei 1935 trouwde je met de Franse, homoseksuele diplomaat Claude-Achille Clarac, waardoor je de Franse nationaliteit kreeg. Je verbleef in Teheran, wat jou de roman 'Tod in Persien' opleverde. Op 7 september 1942 kwam je met jouw fiets ernstig ten val en lag je drie dagen in coma. Men dacht ten onrechte dat je aan schizofrenie leed, waardoor je werd opgenomen. Je kreeg elektrochocks en morfine. Jouw behandelende arts Oscar Forel wees alle bezoek aan jou af en op 15 november 1942 heeft hij euthanasie toegelaten, wat in het huis 'Chesa Jäger' is gebeurd. We weten immers hoe de nazi's over geestesgestoorden dachten. Je werd 34 jaar en jouw urn is in het familiegraf op de begraafplaats van Horgen bijgezet.
Volgens jouw moeder en oma was je in jouw laatste dagen 'lief, aanhankelijk en dankbaar'. Wat een walgelijke falsificatie ten bate van hun eigen waanzieke borstklopperij! Na jouw overlijden heeft jouw tirannieke moeder jouw omvangrijke dagboeken en correspondentie verbrand, waarmee ze jouw testament uit 1938 geheel negeerde. Het krankzinnige is, dat jouw moeder ook lesbisch was en immers een relatie met Emmy Krüger had. De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet. Je had steeds een terugkerend doodsverlangen, wat inherent aan zware, chronische depressie is. Je leed aan een narcistische bezetting door jouw moeder en de strijd om dat te overwinnen, heb je helaas verloren. Omdat je ten diepste toch te lief en te gedwee voor deze harde mensenwereld was. Maar op eeuwigheidsniveau blijf je een felstralende ster, die alle gemene ellende te slim af was.
Geplaatst in de categorie: idool