Veel te lief voor deze boze wereld

(voor Osuma Dazai (1909 - 1948))

Je bent geboren als Shuji Tsushima op 19 juni 1909 in Kanagi, Aomori, Japan, waar strenge winters heersen. Je was het achtste kind van jouw ouders. In jouw eerste jaren woonde je in een herenhuis met zo'n 30 mensen. Jouw familie steeg rap in macht en aanzien in de hele regio. Jouw vader Gen'emon Tsushima raakte politiek betrokken met het Huis van Peers, waardoor jouw vader in jouw jeugd grotendeels afwezig was. Jouw moeder Tane was veelal ziek en je werd vooral door jouw tante Kiye opgevoed.

In 1916 begon je jouw opleiding op de Kanagi Elementary. Op 4 maart 1923 ging je naar de Aomori Middelbare school. Later zat de schrijver Shuji Terayama ook op deze school, die op zijn 47-ste door levercirrose overleed. In 1927 ging je aan de Hirosaki Universiteit literatuur studeren. Je was vooral geïnteresseerd in de Edo-periode (1603 - 1668) van de Japanse historie. In 1928 begon je eigen schrijfwerk te publiceren en samen met wat vrienden begon je het tijdschrift 'Saibo Bungei' (Cel literatuur). Op 24 juli 1927 pleegde jouw favoriete schrijver Ryunosuke Akutagawa zelfdoding door een overdosis Veronal, waardoor jouw schrijverij stagneerde. Akutagawa werd 35 jaar.

Jij verwaarloosde jouw studies en jouw geld ging naar hippe kleding, alcohol en hoeren. Je was een aanhanger van het communisme, wat destijds door de regering werd onderdrukt. Je vond dat je in een onjuiste, sociale klasse was geboren, wat opmerkelijk is. Op 10 december 1929 deed je 's nachts jouw eerste poging tot zelfdoding. In 1930 begon je aan de Universiteit van Tokio Franse literatuur te studeren, maar in oktober 1930 haakte je af en ging je er met de bevallige geisha Hatsuyo Oyama vandoor, waardoor je door jouw familie verstoten werd. Negen dagen na de verstoting wilde je samen met de 19-jarige gastvrouw Shimeko Tanabe zelfdoding plegen in het zeewater nabij Kamakura. Shimeko overleed, maar jij werd door vissers gered. Je werd beschuldigd als medeplichtige van Shimeko's zelfdoding.

Jouw familie was geschokt en wist de politie om te kopen en jouw uitkering te herstellen. In december 1930 trouwde je met Hatsuyo Oyama. Je werd gearresteerd vanwege jouw communistische connecties, maar jouw broer wist jou vrij te krijgen, als je maar beloofde het communisme af te zweren, wat je inderdaad deed. De schrijver Masuji Ibuse hielp jou om jouw schrijfwerken gepubliceerd te krijgen en om jouw reputatie op te krikken. Je schreef in een koortsig tempo en in 1933 gebruikte je voor het eerst jouw pseudoniem Osamu Dazai in het verhaal 'Trein', tevens het begin van jouw ik-autobiografische schrijfstijl. In 1935 ontdekte je, dat je niet kon afstuderen en kreeg je geen vaste baan bij een Tokyo-krant.

Op 19 maart 1935 probeerde je jezelf op te hangen, maar dat mislukte. Je raakte verslaafd aan Pabinal, een morfine-achtige pijnstiller. In oktober 1936 werd je in een psychiatrische instelling opgenomen om van de Pabinal af te kicken. Daarna probeerde je samen met Hatsuyo via slaappillen uit het leven te stappen, wat voor beiden mislukte. Je hertrouwde met de lerares Michiko Ishihara en in juni 1941 werd jullie dochter Sonoko geboren. In 1944 werd Masaki geboren en in mei 1947 Satoko, die later een beroemde schrijfster werd. Je was een bewonderaar van de beeldschone, diepgevoelige en hoogstzuivere Tomie Yamazaki, met wie je in 1947 dochter Haruko kreeg. Inmiddels had je Michiko en de kinderen verlaten en woonde je met Tomie en Haruko samen.

Op 13 juni 1948 hebben Tomie en jij zelfdoding gepleegd door verdrinking in het Tamagawa kanaal nabij jullie huis. Je werd 38 jaar. Je bent bij de tempel van Zenrin-ji in Mitaka begraven.