Op papier een beroemde piraat

(voor William Ernest Henley (1849 - 1903))

Je bent geboren op 23 augustus 1849 in Gloucester. Jouw moeder Mary Morgan was een afstammeling van de dichter/literatuurcriticus Joseph Warton (1722 - 1800), wiens broer Thomas ook een dichter was en van 1785 tot 1790 de Poet Laureate van Engeland. Beiden waren bevriend met de schrijver/dichter Samuel Johnson. Jouw vader William was een boekhandelaar. Jij was de oudste van zes kinderen, vijf zonen en één dochter. Van 1861 tot 1867 zat jij op The Crypt School in Gloucester, een gymnasium, in 1539 opgericht door Joan Cooke. De school stond naast de St Mary the Crypt Church.

Jij kreeg les van de geniale dichter/geleerde/theoloog Thomas Edward Brown (1830 - 1897), die jou inspireerde om voor de literatuur te gaan. Hij was tevens tot 1863 de directeur. Jullie waren levenslang bevriend met elkaar. Vanaf jouw twaalfde jaar leed jij aan tuberculose, waardoor in 1868 jouw linkeronderbeen moest worden geamputeerd, van onder de knie. In 1868 overleed ook jou vader. Je was bevriend met Robert Louis Stevenson, die zijn romankarakter de piraat Long John Silver in het spannende 'Schateiland' op jou baseerde. Silver mist zijn linkeronderbeen en hij heeft een kruk en een houten been, net zoals jij dat had.

Jij was vaak ziek en het bedrijf van jouw vader verliep ellendig, waardoor jij vaak van school wegbleef. Je was de redacteur van diverse, literaire tijdschriften en je had een grote invloed op de literatuurwereld. Je publiceerde tientallen gedichten in vele uitgaven. In 1875 schreef jij jouw beroemdste, Victoriaanse gedicht 'Invictus' (onoverwonnen), één van jouw ziekenhuisgedichten, die je schreef tijdens jouw isolement door de vroege, levensbedreigende gevechten met jouw tuberculose. Je droeg het gedicht op aan Robert Thomas Hamilton Bruce (1846 - 1899), een succesvolle, Schotse bloemenkoopman en literair beschermheer.

In Londen probeerde je als journalist en uitgever rond te komen. Jouw werk werd acht jaar onderbroken door lange ziekenhuisopnames, omdat jouw rechtervoet ook ziek was geworden. In augustus 1873 werd je in Glasgow Royal Infirmary door de chirurg Joseph Lister behandeld. De Glasgow Royal Infirmary is door de architecten Robert en James Adam ontworpen en in 1794 geopend. Jij verbleef drie jaar in dit ziekenhuis, tot 1875. Robert Louis Stevenson en de schrijver/historicus Sir Leslie Stephen, de vader van Virginia Woolf en Vanessa Bell, bezochten jou. Leslie was ook de vader van Adrian en Thoby, die op zijn 26-ste door tyfus overleed. Na deze ziekenhuisopname had je bijna 30 jaar een relatief gezien actief leven.

Op 22 januari 1878 trouwde je met Hannah (Anna) Johnson Boyle, de dochter van Edward Boyle, een werktuigkundig ingenieur in Edinburgh, en Mary Ann Mackie. Je werkte voor 'The London Magazine', waarin je ook artikelen en briljante gedichten publiceerde. William Wordsworth, John Keats, Percy Bysshe Shelley, John Clare, Thomas De Quincey en William S. Burroughs publiceerden ook in dit literaire tijdschrift. Op 4 september 1888 werd jullie dochter Margaret Emma geboren. Zij was de inspiratiebron voor het personage Wendy Darling uit het schrijfwerk 'Peter and Wendy' van Sir James M. Barrie. Ze overleed op haar vijfde door een cerebrale meningitis. Ze is in Cockayne Hatley op het landgoed van jouw vriend, de politicus/redacteur Harry Cust, begraven.

Op 11 juli 1903 ben jij in jouw huis in Woking door tuberculose overleden. Je werd 53 jaar en je bent gecremeerd. Jouw as is in het graf van jouw dochter in het kerkhof in Cockayne Hatley bijgezet. In 1925 werd jouw beminde vrouw Hannah daar ook begraven.

William Ernest Henle Hannah Johnson Boyle Robert Louis Stevens

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 33