De bijzondere bustes van Marie-Antoinette

(voor Adèle d'Affry (1836 - 1879))

Je bent geboren als Adelaide Nathalie Marie Hedwig Philippine d'Affry op 6 juli 1836 in Fribourg. Jouw moeder was Lucie Maillardoz (1816 - 1897), de dochter van Philippe Marquis de Maillardoz. Jouw vader was graaf Louis d'Affry (1810 - 1841). Jij was hun oudste dochter. Jouw overgrootvader Louis d'Affry was de Erster Landammann van Zwitserland en generaal. Jouw overovergrootvader Louis-Auguste Augustin Affry (1713 - 1793) was een veldmaarschalk en getrouwd met barones Marie-Elisabeth d'Alt. Van 1755 tot 1762 was hij ambassadeur voor Lodewijk XV in Nederland. Hij verzamelde en documenteerde gravures van scènes uit het militaire bestaan. Zijn zoon Charles diende onder Napoleon. Hij overleed in zijn Zwitserse kasteel van Saint Barthelemy. Jouw jongere zus was Cécile Marie Philippine Carolina (1839 - 1911). Jullie vader overleed op 26 juni 1841.

Tijdens de zomermaanden groeide jij op in Fribourg en Givisiez. Op Place d'Affry 7 in Givisiez stond jullie familiehuis, gebouwd in 1539. Daar had jij ook jouw atelier voor jouw beeldhouwkunst. In de wintermaanden woonde jij in Nice of Italië. In 1853-1854 deed jij een klassieke opleiding en kreeg jij tekenlessen van Auguste Joseph Dietrich. In die tijd volgde jij ook modellenlessen bij de Zwitserse beeldhouwer Heinrich Max Imhof in Rome, getrouwd met Henriette Ott, met wie hij 5 dochters en 2 zonen kreeg. Zijn dochter Mariette trouwde met de landschapsschilder Othmar Brioschi.

Op 5 april 1856 trouwde jij in Rome met Carlo Colonna (1825 - 1856). Een maand later werd Carlo geridderd en kreeg hij de titel Hertog van Castiglione-Altibrandi. Op 18 december 1856 overleed Carlo door de tyfus in Parijs. Jij moest naar Rome terug om een ruzie met de familie Colonna over het landgoed van Carlo op te lossen. Jij verbleef in het klooster van de Zusters van het Heilig Hart, Trinidad des Monts. In die tijd ontwaakte jouw artistieke roeping. Je volgde lessen in het atelier van Imhof. Je bezocht talloze kerken en je bewonderde de werken van de oudheid en die van Michelangelo. In de herfst van 1857 maakte jij een buste van jouw overleden man Carlo. Daarna volgde een zelfportret. In 1859 ging je naar Parijs. Je huurde een appartement op 1, rue Bayard, wat van Léon Riesener was, een neef van Eugène Delacroix. Een assistent van Riesener en Delacroix, Pierre Andrieu, hielp jou de eetkamer en het atelier te versieren.

Op 29 oktober 1859 trouwde jouw zus Cécile met de diplomaat/baron Moritz von Ottenfels-Gschwind. Je bezocht de salons in Faubourg Saint Germain en de shows van de Comtesse de Circourt. Je was o.a. bevriend met de staatsman Adolphe Thiers en de schrijver/theoloog Auguste Joseph Gratry, die in 1863 hoogleraar morele theologie aan de Sorbonne werd. Hij overleed op 6 februari 1872 in Montreux door keelkanker. Zijn zus liet hem in de Cimetière du Montparnasse begraven. En je was bevriend met de beeldhouwer/schilder Jean-Baptiste Carpeaux, die op 12 oktober 1875 in het kasteel van de politicus George Barbu Stirbei in Bécon-les-Bruyères overleed. Hij werd 48 jaar. In 1860 maakte jij jouw eerste, succesvolle kunstwerk 'La Belle Hélène'. Je studeerde dieren tekenen bij de beeldhouwer Antoine-Louis Barye en de schilder/beeldhouwer Auguste Clésinger volgde jouw vorderingen. Je kreeg anatomielessen van professor Sappey en je ontmoette Eugène Delacroix en Gustave Courbet.

In 1863 exposeerde je als Marcello met drie bustes in de Salon van Parijs. De buste van Bianca Capello staat nu in het Paleis van Fontainebleau. Je ontmoette keizerin Eugénie de Montijo en Napoleon III, die jij zeer bewonderde. Carpeaux bezocht jou in Givisiez. Jij verwierp zijn huwelijksaanzoek voor zijn zoon. Je maakte een buste van keizerin Eugénie voor de troonzaal van het Parijse stadhuis. Je maakte bustes van Marie Antoinette, die jij zeer bewonderde. In mei en juni 1867 reisde jij met jouw moeder door Oostenrijk, Duitsland en Hongarije. In Boedapest waren jullie bij de kroning van keizerin Elisabeth aanwezig. Je maakte een kleine, marmeren buste van Elisabeth. Die zou niet misstaan op mijn bureau. In Madrid werkte je samen met jouw vrienden, de schilders Henri Regnault en Georges Clairin. Henri Regnault overleed op 19 januari 1871 in de Slag bij Buzenval. Hij werd 27 jaar. Georges was 50 jaar bevriend met Sarah Bernhardt, die hij veel portretteerde. Je ontmoette de revolutionaire generaal Milans del Bosch, van wie je een buste maakte.

Via de schrijver Prosper Mérimée bezocht je het Prado Museum en bewonderde je o.a. de schilderijen van Diego Velázquez. Vanaf januari 1876 woonde jij weer in Fribourg. Na Madrid ging je naar diverse steden in Italië. Je maakte nog een buste van barones van Keffenbrinck. In 1877 was je uitgeput door jouw hoest en gewrichtspijn. In december 1877 was je op advies van jouw artsen weer in Italië. In 1878 was je in Napels, Zwitserland of Parijs. Waar jouw hemoptysis maar het beste tot rust kwam. In 1879 woonde je in Castellammare di Stabia en schreef je aan jouw onvoltooide memoires. Jij overleed op 14 juli 1879 door tuberculose. Je werd 43 jaar en je bent in de Cimetière de Givisiez begraven.

Adèle d

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 27