In spirituele en mysterieuze nevelen gehuld

(voor Katharine Nash Rhoades (1885 - 1965))

Je bent geboren op 30 november 1885 in New York City. Jouw vader Lyman Rhoades was een bankier en jouw moeder was Elizabeth Nash (1856 - 1919). Jij was het middelste kind tussen twee broers, Lyman Nash en Stephen Nash Rhoades. Jij ging naar de Veltin School for Girls, opgericht in 1886 in Manhattan door Louise Veltin, die tot 1900 de directrice was, opgevolgd door de kunstlerares Isabelle Sprague Smith, bij wie jij kunst studeerde. De kunstlerares Edna Boies Hopkins gaf ook les op deze privéschool. De beeldhouwster Malvina Cornell Hoffman ging ook naar deze school. Zij was net zo oud als jij en later intiem bevriend met de prima ballerina Anna Pavlova. Op jouw 19-de kreeg jij jouw eerste privé-kunstlessen. Je was een kunstschilderes, dichteres en illustratrice. In 1904 debuteerde je in New York City en werd je de vriendin van de schilderes Marion Hasbrouck Beckett.

Op jouw 23-ste ging jij samen met Malvina Hoffman en Marion Hasbrouck Beckett naar Parijs, waar jij tot 1910 kunst studeerde. Je reisde vaak met Marion en de journaliste/kunstbeschermvrouw Agnes Elizabeth Ernst Meyer naar Voulangis, waar jullie bij de fotograaf/schilder Edward Steichen, zijn vrouw Clara Smith en hun dochters Mary en Kate op bezoek gingen. Van 1908 tot 1910 was jij een leerlinge van Robert Earle Henri, die in 1910 'The Dancer' en 'Dutch Girl' schilderde. In 1913 exposeerde je op de Armory Show in New York, o.a. met het olieverfschilderij 'Talloires'. Je was een geliefd model voor de Joodse fotograaf Alfred Stieglitz, Edward Steichen, Francis Picabia, de kunstenaar/schrijver/galeriehouder Marius de Zayas, de modernistische schilder Arthur Beecher Carles, een goede vriend van Steichen, zijn dochter Mercedes Matter was een schilderes/schrijfster/kunstlerares, en de modernistische schilder/schrijver Marsden Hartley, die een groot bewonderaar van de excentrieke schilder Albert Pinkham Ryder was, die hem inspireerde om kunst als een spirituele zoektocht te zien.

Marsden Hartley was homoseksueel en zijn vriend, de Pruisische luitenant Karl von Freyburg, werd in de Eerste Wereldoorlog vermoord. Marsden's geliefde, de jonge visser Alty Mason, verdronk met enkele van zijn familieleden op zee.

Voor het fototijdschrift 'Camera Work' van Stieglitz, wat van 1903 tot 1917 verscheen, maakte jij gedichten en illustraties. Je publiceerde ook in het kunst- en literair tijdschrift '291', gemaakt door Stieglitz, Marius de Zayas, Agnes Elizabeth Meyer en de fotograaf/schrijver Paul Haviland, getrouwd met Suzanne Lalique, de dochter van de beroemde glasontwerper René Jules Lalique en Marie-Louise Lambert Alice Ledru (1870 - 1909). Paul was bevriend met de sopraan Julie Loraine Wyman, die hij graag fotografeerde. Loraine's moeder, de operazangeres Julie Moran, pleegde in 1907 zelfdoding in het New Yorkse appartement van haar dochter Caroline, geboren in 1882.

Rond 1913 was jij de secretaresse van de industrieel/kunstverzamelaar/mecenas Charles Lang Freer, die aan neurasthenie leed. In 1914 exposeerde je samen met Marion Beckett in de National Arts Club en in 1915 had jij samen met Marion Beckett een expositie in de 291 Gallery van Stieglitz. Je toonde voor het eerst avant-garde schilderijen. In 1915 maakte Stieglitz een mooie portretfoto van jou. Je had wellicht een liefdesverhouding met Stieglitz, voordat hij zijn minnares en muze Georgia O'Keeffe ontmoette en stapelgek op haar werd. In 1915 schilderde jij 'Standing Nude', waarop een naakte vrouw in een woonkamer poseert/pronkt, naast een bloem in een pot op de vensterbank. Het suggereert dat de vrouw ook een vensterbankbloem is. Met de schaamstreek als potgrond en de torso als stelen met bloemen. Jij had een liefdesaffaire met Arthur Beecher Carles. Van jouw schilderijen van voor 1920 heb jij er veel verbrand. Je gebruikte kubistische stijlelementen en je hielp mee aan de vorming van de Dada-beweging. Op 25 september 1919 overleed Charles Lang Freer en jij werd zijn erfenisbewaakster, samen met de andere erfbeheerders Eugene Isaac Meyer en zijn vrouw Agnes Ernst Meyer, die samen vijf kinderen kregen, o.a. de charmante uitgever van de Washington Post Katharine Graham, die naar jou vernoemd is. In 1923 werd de Freer Gallery of Art geopend, op 1050 Independence Avenue in Washington, D.C., gebouwd door de architect/kunstenaar Charles A. Platt.

In 1937 was jij de mede-oprichter van een religieuze bibliotheek, wat nu een onderdeel van de Jessie Ball duPont Library aan de Universiteit van het Zuiden in Sewanee is. De dichter Aaron McCollough studeerde aan die universiteit, net als de schrijver/dichter H. Tom Kirby-Smith, die de leraar van de dichteres Claudia Emerson (1957 - 2014) was, die in 2006 de Pulitzer Prize voor haar dichtbundel 'Last Wife' won en in 2008-2010 de Dichter Laureaat van Virginia was.

Jij overleed op 26 oktober 1965 en jij werd 79 jaar. Je bent begraven in de Hillside Burial Grounds in Sharon, Connecticut, bij jouw ouders en andere familieleden.
Van 27 augustus tot 27 september 2019 was er een overzichtstentoonstelling van jouw werk en enkele dagboeken in de Gallery 406 op Kirkwood Ave Ste 112 in Bloomington, Indiana, getiteld "The Meaning of Blue: The Paintings of Katharine Nash Rhoades'.

Katharine Nash Rhoades Stieglitz Beecher

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

3.2 met 5 stemmen 72