'Verboden te acteren' als indirect doodvonnis

(voor Zorka Janu (1921 - 1946))

Jij bent geboren als Zora Babková op 9 juli 1921 in Praag. Jouw ouders waren Karel Babka en Ludmila Babková. Jouw zus was de beroemde actrice Lída Baarová, geboren als Ludmila Babková op 14 september 1914 in Praag. Op jouw twaalfde speelde jij in de komedie 'Madla z cihelny' (Dochter van de stenenmaker) uit 1933, waarin jouw zus de hoofdrol speelde en met Helena Busová. Jij studeerde drama aan het Conservatorium van Praag. In 1938 speelde jij in de komedie 'Cech panen kutnohorských' (De Maagden Club), met Adina Mandlová, die een relatie met de nazi Karl Hermann Frank had, waardoor zij later bijna werd vermoord. En met Hana Vítová (Jana Lasková), die ook een bekende zangeres was. Haar ouders waren operazangers. Haar tweede man Bedrich Radl was de hoofdredacteur van het filmtijdschrift 'Kinorevue'. Ze woonden in het huis, waar Bedrich's eerste vrouw, de actrice Svetlana Svozilová, ook woonde. Jana en Bedrich kregen samen de dochter Beriska Rádlová, die op haar 18-de zelfdoding pleegde, vanwege haar ongelukkige verliefdheid op de oudere acteur Jiri Suchý. Zij probeerde in de badkamer haar polsen door te snijden en daarna sprong zij uit een dakraam van de familievilla in Hanspaulka, aan de Moldau-oever bij Mánes, Praag. Hierna werd Jana een alcoholiste, net als Svetlana. Bedrich was ontrouw en Jana en hij zijn gescheiden.

In 1938 speelde jij ook in de film 'Skola základ zivota' (Wat ik op de middelbare school leerde). Ludmila had een affaire met Joseph Goebbels, nadat deze duivel haar bij de acteur Gustav Fröhlich had opgezocht. Hij wilde vanwege jou van zijn vrouw Magda scheiden, maar Adolf Hitler stak daar in 1938 een onbuigzaam stokje tussen. In 'Tulak Macoun' uit 1939 speelde jij met Bedrich Frankl, die op 9 september 1943 in het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau overleed en 33 jaar werd. In 1939 speelde jij ook in het romantische drama 'Ohnivé léto' (Vurige zomer), met jouw zus Ludmila in de hoofdrol. Het gaat over een driehoeksverhouding, met jouw zus als Rosa en jij als Cervena Klárka, die van Símon, gespeeld door Svatopluk Benes, houdt, terwijl Símon van Rosa houdt. Cervena probeert zelfdoding te plegen door in de rivier te springen, maar zij wordt door twee jonge mannen, die verliefd op haar zijn, gered, waarbij één van de redders verdrinkt. Tijdens de opnames werd jij verliefd op de schrijver/dichter Frantisek Kozik (1909 - 1997), die in 1938 met de actrice Zdenka Svabikova trouwde. Hun dochter is de toneelschrijfster Alena Kozíkova (1941, Praag). Frantisek's tweede vrouw was de schrijfster Olga Horáková. Hij was mogelijk de bio-vader van de rockzanger Miki Volek, die op zijn 53-ste door een slokdarmbloeding overleed, als gevolg van zijn alcohol/drugs gebruik.

In 1940 speelde jij in 5 films; als Jirina Krátká de hoofdrol in de romantische komedie 'Cekanky' van Vladimir Borský, over een oude graaf, die zijn vrouwelijke personeel verbiedt om te trouwen. Met Anna Letenská, geboren als Anna Svobodová, die op 24 oktober 1942 in het concentratiekamp Mauthausen is vermoord en 38 jaar werd. Anna werd in een bunkerkamer doodgeschoten, in een 'spreekkamer voor medisch onderzoek', waar 135 vrouwen en meisjes om de 2 minuten werden doodgeschoten. Anna's man Vladislav Caloun werd op 26 januari 1943 doodgeschoten. Dit was als represaille voor de moord op de SS-officier/Reichsprotektor Reinhard Heydrich. Jij speelde een hoofdrol in het drama 'Pacientha Dr. Hegla', gebaseerd op een roman van Marie Pujmanová (1893 - 1958), wiens zus Anna Hennerová in 1920 tragisch overleed. Anna was kort getrouwd met de toneelschrijver Jan Bartos, die op 6 mei 1946 in Praag zelfdoding pleegde en 53 jaar werd. In de komedie 'Baron Prásil' speelde jij gravin Carla. Eind 1940 verbleef jij in een zenuwsanatorium in Vráz, bij een neogotisch kasteel uit 1875. In 1941 speelde jij in de komedie 'Z ceských mlýnu' (Geloof het of niet) en in 1944 tenslotte als Helenka in de komedie 'Kluci na rece' (Jongens en de rivier), met de acteur/schrijver Jindrich Plachta in de hoofdrol.

Op die foto met die charmante hoed zie jij er werkelijk beeldschoon uit, maar dit schone beeld verborg een manisch-depressieve inborst. Jij hield van Tsjechische dichters en velen kende jij persoonlijk. Na de Tweede Wereldoorlog werd jouw zus Ludmila in de gevangenis gestopt. De hele familie werd op verdenking van collaboratie gevangen genomen. Jouw vader verloor een been. Jouw moeder overleed op 15 oktober 1945 tijdens het verhoor door het Tsjechische vergeldingstribunaal. Jij mocht niet meer acteren en jij werd verbannen. Jij probeerde al eens zelfdoding te plegen door benzine te drinken, maar het effect was enkel maagklachten. Gelukkig had je geen lucifers bij de hand. Op 24 maart 1946 pleegde jij zelfdoding in Praag. Jij sprong uit een raam. Jij werd 24 jaar en jij bent bij jouw moeder in het Krematorium Strasnice aan de Vinohradska in Praag begraven. Jouw zus Ludmila, die tijdens jouw zelfdoding nog gevangen zat, werd na 18 maanden wegens gebrek aan bewijs vrijgelaten. Zij speelde in 1953 als Signora Giulia Curti in 'I vitelloni' van Federico Fellini. Jouw vader overleed op 11 november 1965 en Ludmila overleed op 27 oktober 2000 in Salzburg. Jouw vader en zus zijn bij jouw moeder en jou begraven. Op de grafsteen staat nog een naam: Marie Marcela Babková, geboren op 20 april 1919 en overleden op 1 februari 2005. Gezien de achternaam en de geboortedatum zou je toch denken, dat Marie een zus van jouw zus Ludmila en jou was, maar zij had andere ouders, dus mogelijk was zij een geadopteerde zus.

Jouw levensverhaal verscheen in het boek 'Dagboek van Lída Baarová's zus' van de homoseksuele schrijver Adam Georgiev (1980, Praag), die vooral homoliteratuur schrijft. In 2010 verscheen Adam's boek 'Arthure, ty devko umeni' (Arthur, jij hoer van de kunst), fictieve brieven van Paul Verlaine aan Arthur Rimbaud. De regisseuse Agnieszka Holland schreef de inleiding. De krant 'Právo' omschreef het als 'een getuigenis van lichamelijke passie en literaire creatie'. Mooi om te weten dat mijn boek 'De fictieve brieven van Arthur Rimbaud' (Umbra, 1998) een tegenhanger heeft gekregen. De historische biografiefilm 'The Devil's Mistress' uit 2016 gaat over jouw zus Ludmila en Joseph Goebbels, van wie zij de minnares was. Tatiana Pauhofová speelde Ludmila, Anna Fialová speelde jou en Karl Markovics speelde Joseph.