Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De literaire moeder van Jack London

(voor Ina Coolbrith (1841 - 1928))

Jij bent geboren als Josephine Donna Smith op 10 maart 1841 in Nauvoo, Illinois. Jouw moeder was Agnes Moulton Coolbrith en jouw vader was Don Carlos Smith, de jongste broer van Joseph Smith, de oprichter en leider van het mormonisme. Op zijn 24-ste schreef Joseph 'The Book of Mormon', wat in maart 1830 verscheen. Jouw vader was een vroege bekeerling van de Kerk van Christus, later de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Jouw vader was de eerste redacteur van de mormoonse krant 'Times and Seasons' in Nauvoo, hij diende als zendeling en hij was lid van de bouwploeg van de Kirtland Tempel. Op 30 juli 1835 trouwde hij met jouw moeder. Jij was de jongste van drie dochters. Jouw vader overleed op 7 augustus 1841 door een longontsteking en malariakoorts. Hij werd 25 jaar en hij is in de Smith Family Cemetery in Nauvoo begraven. In september 1841 overleed er een zus van jou. In 1842 hertrouwde jouw moeder met Joseph Smith en was zij zijn 6-de of 7-de vrouw. Op 27 juni 1844 werd Joseph samen met zijn broer Hyrum door een woedende, achterlijke, zwaargestoorde menigte vermoord. Joseph werd 38 en Hyrum werd 44 jaar.

Jouw moeder verloor haar geloof en zij was ook bang door die primitieve gekken vermoord te worden. Zij verliet de mormonen en zij ging naar Saint Louis, waar zij met de advocaat/drukker William Pickett trouwde en met wie zij tweelingzonen kreeg. In 1851 reisden jullie in een wagontrein naar Californië. Jij las voor uit Shakespeare en Byron. Jullie gingen in Los Angeles wonen en William begon een advocatenpraktijk. Jullie verzwegen jullie mormoonse achtergrond. Jij correspondeerde wel met jouw neef Joseph Fielding Smith. Vanaf jouw 11-de schreef jij gedichten en in 1856 verscheen 'My Ideal Home' in een krant. In april 1858 trouwde jij met de ijzerwerker/acteur Robert Bruce Carsley. Hij misbruikte jou en jullie zoontje overleed. Jouw gedicht 'The Sorrow of the Mother' was een ode voor jouw overleden zoontje. William schoot een kogel in Robert's hand, die geamputeerd werd. Robert beschuldigde jou van ontrouw en op 30 december 1861 was de scheiding rond. In 1862 verhuisde jij met jouw moeder, William en de tweeling naar San Francisco om depressies tegen te gaan. Jij ging jezelf Ina Coolbrith noemen en jij was lerares Engels. Jij publiceerde gedichten in de literaire krant 'The Californian' en jij had contact met Francis Brett Hart, Samuel Langhorne Clemens (Mark Twain) en Charles Henry Webb.

Jij publiceerde ook in 'The Galaxy', net als Walt Whitman, Henry James en Mark Twain. En jij publiceerde in 'Overland Montly', net als Rose Emily Ridge, Alice Cary, Jack London en zijn tweede vrouw Charmian Kittredge. Jij was bevriend met de actrice/dichteres/schilderes Adah Isaacs Merken (Adelaide McCord), die op 10 augustus 1868 in Parijs overleed, mogelijk door tuberculose, peritonitis en/of kanker. Zij werd 33 jaar en zij is in de Cimetière du Montparnasse begraven. Op haar graf staat 'Gij weet het'. Jij was ook bevriend met de schrijfster/journaliste Josephine Woempner, die jij 'Jo' noemde. Samen met Brett Hart en Charles Warren Stoddard werd jij de 'Golden Gate Trinity' genoemd. Jij had ook contact met Ambrose Bierce en Cincinnatus Heine Miller, die jij het pseudoniem Joaquin Miller gaf, verwijzend naar de outlaw Joaquin Murrieta. Miller legde een lauwerkrans op het graf van Lord Byron bij de Church of St Mary Magdalene in Hucknall. Jij bewonderde Byron ook. Jij verzorgde jouw moeder, jouw ernstig zieke zus Agnes en een tienermeisje uit India, waarschijnlijk de dochter van Miller. Jij verhuisde naar Oakland en in 1876 overleed Agnes. Jij was bibliothecaresse voor de Oakland Library Association, die in 1878 de Oakland Free Library werd. Jij werkte 6 dagen per week en 12 uur per dag voor 80 dollar per maand. In de 19 jaar, dat jij daar werkte, publiceerde jij nauwelijks.

Jij hielp de 10-jarige Jack London, die jou zijn 'literaire moeder' noemde. En jij hielp Angela Isadora Duncan. Haar vader Joseph Duncan was smoorverliefd op jou. In 1881 verscheen jouw dichtbundel 'A Perfect Day, and Other Poems'. Henry Wadsworth Longfellow, Edward Rowland Sill en John Greenleaf Whittier waren bijzonder enthousiast. Jij was een kruiwagen voor Frank Gelett Burgers, getrouwd met de wonderschone schrijfster/actrice Estelle Loomis, en voor de dove dichteres/journaliste Laura Catherine Redden, die van 1876 tot 1894 met de advocaat Edward Whelan Searing was getrouwd, met wie zij de dochter Elsa (1880 - 1963) kreeg. Ambrose Bierce werd erg negatief kritisch op jouw werk en de vriendschap eindigde. Samen met anderen beschuldigde jij hem van een aandeel in de zelfdoding van de jonge, excentrieke dichter David Lesser Lezinsky, die zichzelf in de kelder op Eddystreet 1126 in San Francisco door zijn hoofd schoot. Hij werd 31 jaar. Die beschuldiging was onkies, unfair en onterecht gemeen van jou. In september 1892 kreeg jouw neef Henry Frank Peterson jouw bibliotheekbaan. Iemand zei: 'We hebben een bibliothecaresse nodig, geen dichteres!'. Jij was ook bevriend met de schrijfster Charlotte Perkins Gilman, die op 17 augustus 1935 met een overdosis chloroform zelfdoding (euthanasie) pleegde. Zij had al aan een suïcidale depressie geleden en zij had een ongeneeslijke borstkanker. Zij werd 75 jaar.

Omdat jij een vrouw was, kon jij niet de bibliothecaresse van San Francisco worden. In 1895 verscheen jouw dichtbundel 'Songs from the Golden Gate'. In 1898 werd jij wel bibliothecaresse bij de Mercantile Library Association in San Francisco en ging jij in de Russian Hill te S.F. wonen. In 1899 werd jij parttime-bibliothecaresse bij de Bohemian Club, waar jouw eerste taak het redigeren van de dichtbundel 'Songs from Bohemia' van Daniel O'Connell was. Daniel was op 23 januari 1899 door een longontsteking overleden en hij werd 49 jaar. Zijn laatste gedicht 'The Chamber of Sleep' schreef hij 10 dagen voor zijn overlijden. Jij werkte ook voor het tijdschrift 'The Land of Sunshine', met de redacteur Charles Fletcher Lummis, die van 1880 tot 1891 met de schrijfster/arts Mary Dorothea Rhodes was getrouwd, een vertrouwelinge van jouw vriendin Charlotte Perkins Gilman. Jij kreeg last van reuma en in april 1906 is jouw huis op 1604 Taylor Street afgebrand. Jij verloor 3000 boeken, incluis onbetaalbare, gesigneerde, eerste drukken, kunstwerken van William Keith, persoonlijke brieven van beroemdheden en een deels autobiografisch, geschiedkundig manuscript, die je niet opnieuw begonnen bent. Jouw literaire vrienden verzamelden geld voor een nieuw huis voor jou. Vooral de schrijfster Gertrude Atherton deed een flinke duit in de pot.

Volgens de geruchten was jij o.a. de minnares van Hart, Stoddard, Clemens en Miller. In jouw nieuwe huis op 1067 Broadway op Russian Hill ging jij door met jouw literaire salon, waar vanaf 1913 ook de California Literature Society maandelijks bijeenkwam, opgericht door de schrijfster/literatuurhistorica Ella Sterling Clark. Op 30 juni 1915 werd jij de eerste California Poet Laureate. Tijdens de feestelijke benoeming wilde jij deze eer met Josephine Clifford McCracken delen, die ook op het podium werd ontvangen. Op 29 februari 1928 overleed jij in Berkeley, waar jij met jouw witte, Perzische katten woonde en waar jij door een nichtje werd verzorgd. Jij werd 86 jaar en jij bent in de Mountain View Cemetery in Oakland begraven, net als William Keith. In 1986 heeft de Ina Coolbrith Circle een grafsteen op jouw ongemarkeerde graf geplaatst, met een laurierkrans boven jouw naam en met de eretitel 'California's First Poet Laureate'.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
17 mei 2022


Geplaatst in de categorie: idool

5.0 met 1 stemmen 63



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)