Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Als chique courtisane een inspiratiebron voor Proust

(voor Laure Hayman (1851 - 1940))

Jij bent geboren als Laurence Marie Charlotte Hayman op 12 juni 1851 in de hacienda de la Mariposa in de Chileense havenstad Valparaiso, in 1544 gesticht door de conquistadore Pedro Gutiérrez de Valdivia, die door de Mapuche-indianen is vermoord en deels opgegeten. Van zijn botten maakten zij fluiten en zijn hoofd werd als drinkbeker gebruikt. Jouw ouders waren François Bernard Marie Hayman en Julie Augustine Clairet. Jouw vader was ingenieur/koopman en jij was van Belgische, Franse, Engelse en Creoolse afkomst. Jouw vader was in 1824 in Gent geboren als zoon van een Engelse consul in Gent. Jouw moeder was in 1929 in Montrouge geboren en jouw ouders zijn in 1858 in Montrouge getrouwd. Jij was een afstammelinge van de schilder/bibliothecaris Francis Hayman, in 1768 mede-oprichter van de Royal Academy aan Pall Mall. Joshua Reynolds was de eerste president en hij heeft Francis geportretteerd. Francis was de mentor van Thomas Gainsborough, van wie ik 'Lady Alston' uit 1765 noem.

In 1869 kreeg jij op 5, rue Treilhard in Parijs jouw zoon Joseph Edmond Romaric. Na een jaar werd bekend dat de vader de Joodse Albert Jean Baptiste Edmond Romaric David was, een luitenant in het 2-de voltigeursregiment van de Keizerlijke Garde. Zijn vader was een marine-officier uit Düsseldorf en zijn moeder was de kolonelsdochter Marie-Anne Thunot. Zijn broer was de avonturier/wapenhandelaar/mythomaan/kapitein/duelist Marie-Charles David de Mayrena, die in 1883 vanuit Nederland naar Nederlands-Indië ging. Hij veroverde het Vietnamese Moi-land en hij was koning van de Sedangs. Hij had een leger van 20.000 man opgebouwd, een eigen grondwet en Kon Jarai als hoofdstad. Zijn Annamite-minnares was de koningin. Frankrijk ontkende het bestaan van zijn koninkrijk en hij werd naar het eiland Tioman verbannen, waar hij zwaluwnesten aan de Chinezen verkocht. Hij overleed op 11 november 1890 en hij werd 48 jaar. In september 1871 overleed jouw moeder op 2, rue Maleville. In oktober 1871 werd jouw zoon Jean Baptiste Albert Henri op dit adres geboren. Hij overleed na 13 maanden in het huis van een zager in Nogent-l'Artaud, met wie jij samenwoonde.

In Nogant-l'Artaud zag jij de ruïnes van de Koninklijke Abdij van St. Claire, waar 46 abdissen hebben geregeerd. Het was in 1299 gesticht door Blanche d'Artois, koningin van Navarra en gravin van Champagne. Haar dochter Jeanne was ook koningin van Frankrijk. Jeanne overleed op 2 april 1305, vergiftigd en vermoord door ene Nossle, die in 1313 is opgehangen. De bisschop van Troyes Guichard was hoogst verdacht, maar hij werd na 5 jaar gevangenschap vrijgelaten, al pochtte hij, dat hij zowel Blanche als Jeanne had vergiftigd met de hulp van een heks en de Jacobijnse monnik Jean de Tayac. Jeanne werd 32 jaar. Zij was getrouwd met Filips IV de Schone, met wie zij 7 kinderen kreeg, o.a. Isabelle de France, die door haar huwelijk met Edward II koningin van Engeland werd. In 1900 overleed jouw zoon Joseph Edmond Romaric in Parijs. Hij werd 31 jaar en hij is in Père Lachaise begraven. Albert Jean Baptiste David overleed in 1914. Na het overlijden van jouw vader werd jij een courtisane, gestimuleerd door jouw moeder. Jouw klanten waren o.a. de hertog van Orleans, Vharles de La Rochefoucauld hertog van Estrées, de koning van Griekenland, Karl-Egon IV von Fürstenberg, Louis Weil, de oudoom van Marcel Proust, Dr. Adrien Proust, de vader van Marcel, en prins Alexis Karageorgevich, de enige van wie jij hield.

Jij leefde van het geld van de Joods-Nederlandse bankier/filantroop Raphaël-Louis Bischoffsheim, die op 20 mei 1906 overleed. Hij had een villa op 38 via Romana in Bordighera, in 1884 deels door Auguste Monet geschilderd. Jij woonde samen met de Haïtiaanse Mimi Pegère en de brigade de répression du proxémétisme hield jou scherp in de gaten. Jij woonde op 85, rue du Faubourg-Saint-Honoré, in 1768 gebouwd als Hotel de La Vaupalière. Jij woonde in een klein herenhuis op 4, rue La Pérouse, waar jij bezoek ontving van o.a. Marcel Proust, Paul Bourget en Jacques-Émile Blanche. Blanche portretteerde Marcel in 1892. Blanche was getrouwd met Rose Lemoinne en hij had een landgoed in Offranville. Jij verhuisde naar 34, avenue du Président-Wilson. Jij ontmoette Marcel Proust voor het eerst in de herfst van 1888, toen hij 17 was en jij 37. Jij bleef goed bevriend met hem. Jij noemde hem 'jouw kleine porceleinen psycholoog'. Jij stond ook model voor Odette de Crécy en Mademoiselle Sacripant in 'À la recherche du temps perdu' van Marcel. Jij was ook de maîtresse van Paul Bourget, getrouwd met Minnie David en wonend op 20, rue Barbet-de-Jouy. Marie Kann was ook zijn maîtresse. Zij woonde op 33, rue de Monceau en zij was een drugsverslaafde. Zijn verhouding met Marie inspireerde hem tot de roman 'Un crime d'amour'. In 1879 ben jij door Félix Tournachon aan de Rue d'Anjou-Saint-Honoré gefotografeerd.

Jij inspireerde Paul tot het korte verhaal 'Gladys Harvey'. In oktober 1888 gaf jij een exemplaar aan Marcel Proust, gebonden met de zijde van één van jouw petticoats, met bloemenfiguren geborduurd. Voorin schreef je 'Je moet niet alles in Gladys Harvey leuk vinden'. Marcel wandelde en lunchte veel met jou, maar zijn liefde voor jou bleef platonisch, gezien zijn homoseksualiteit. Rond 1880 ben jij door Raimundo de Madrazo y Garreta geschilderd en in 1882 door Julius LeBlanc Stewart, in zijn Parijse atelier. Jij was een gedreven beeldhouwster en jij exposeerde in 1905 op de Salon d'Automne. In 1907 exposeerde jij de buste 'Vrouw met druiven' op de Salon en in 1910 een marmeren sculptuur van een naakte vrouw. Jij exposeerde van 3 tot 15 november 1913 in de Galerie Georges Petit. Jij verzamelde Saksisch porcelein. Isadora Duncan en de actrice Gertrude Norman poseerden voor jou. Jij modelleerde ook wassen beeldjes voor de porceleinfabriek in Sèvres, samen met de keramist Émile Decoeur of alleen. In 1936 liet jij in Hotel Drouot een deel van jouw erfgoed veilen, o.a. eigen sculpturen, meubels en kunstvoorwerpen. Jij overleed op 22 april 1940 op 11, rue Balzac in Parijs. Jij werd 88 jaar en jij bent bij jouw oudste zoon Joseph Edmond Romaric David in Père Lachaise begraven.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
29 augustus 2022


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 46



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)