De vrouw, die Goethe's vrouw schoffeerde
(voor Bettina von Armin (1785 -1859))
Jij bent geboren als Elisabeth Catharina Ludovica Magdalena Brentano op 4 april 1785 in Frankfurt am Main, in een rijke koopmansfamilie. De grote, Italiaanse Brentano familie behoort tot de Lombardische adel. De Brentano's handelden vooral in oosterse en Italiaanse wijnen, specerijen en citrusvruchten. De stamvader was Magnifico Ser Stefano de Brentano di Tremezzo. De voorouder Martino Brentano had zijn kantoor in het Huis Antwerpen aan de Neue Kräme en Antonie Brentano aan het Nürnberger Hof in Frankfurt am Main, wat tot 1848 bestond. Jouw oma Marie Sophie Gutermann von Gutershofen was een Duitse schrijfster. Zij was verloofd met de dichter/schrijver/neef Christoph Martin Wieland, maar zij trouwde met Georg Michael Anton Frank Maria von La Roche, met wie zij 8 kinderen kreeg, waarvan er 5 de kindertijd overleefden. Zij was de hofdame van haar schoonvader in Schloss Warthausen, waar zij Christoph Wieland weer ontmoette. Christoph trouwde in 1765 met Anna Dorothea von Hillenbrand, met wie hij 14 kinderen kreeg. Jouw oma debuteerde in 1771 met de roman 'Geschichte des Fräuleins von Sternheim', gepubliceerd door Wieland. Zij had een literaire salon in Koblenz, waar Goethe ook kwam, en Wilhelm Heinse, de filosoof Friedrich Heinrich Jacobi en zijn broer, de dichter Johann Georg Jacobi. Deze broers verzorgden het tijdschrift 'Iris', waar Goethe, Heinse, Jakob Michael Reinhold Lenz en jouw oma in publiceerden.
De schrijver Jakob Lenz was de zoon van de piëtistische dominee Christian David Lenz en hij was verliefd op de domineesdochter Friederike Elisabeth Brion, maar zij niet op hem. Zij had een korte, heftige liefdesrelatie met Goethe. Aangespoord door die dekselse Goethe werd Jakob Duitsland uitgezet. Goethe verbrak alle contacten met hem, omdat hij vond, dat hij een 'krankzinnige' was. Jakob leed aan paranoïde schizofrenie en hij overleed op 4 juni 1792 in een straat in Moskou. Hij werd 41 jaar. Jouw vader was Peter Anton Brentano en jouw moeder was Maximiliane von La Roche. Jouw broer Clemens Wenzeslaus Brentano was dichter/schrijver van de Duitse Romantiek. Hij is geboren op 9 september 1778 in Ehrenbreitstein. Hij was bevriend met de dichter/schrijver Carl Joachim Friedrich Ludwig von Arnim, geboren op 26 januari 1781 in Berlijn en een afstammeling van de Brandenburgse Uradel. Op 29 oktober 1803 trouwde Clemens met de schrijfster Sophie Friederike Schubart, geboren op 27 maart 1770 in Altenburg. Zij was eerder getrouwd met Karl Mereau, met wie zij Gustav en Hulda kreeg. Zij had minnaars (ook Clemens) en na Gustav's overlijden scheidde zij van Karl. Haar debuutroman uit 1803 is 'Amanda en Eduard'. Zij redigeerde 3 literaire bladen en zij publiceerde gedichten. Jij correspondeerde op jonge leeftijd met Goethe.
In 1835 verscheen jouw 'Goethes Briefwechsel mit einem Kinde'. In mei 1804 werd de zoon van Sophie en Clemens geboren, Achim Ariel, die na 6 weken overleed. Het was een gek huwelijk en in mei 1805 kregen zij een kind, die enkele weken later overleed. Het volgende kind was een miskraam. Sophie werd ziek en rooms. Zij overleed op 31 oktober 1806 na de bevalling van haar 6-de kind. Zij werd 36 jaar. Clemens hertrouwde in 1807 met Auguste Bussmann, de halfzus van Marie d'Agoult, die van 1835 tot 1839 met Franz Liszt samenwoonde, met wie zij 3 kinderen kreeg; Blandine Rachel, Francesca Gaetana Cosima en Daniel. Clemens ging in 1818 naar het klooster van Dülmen, waar hij de secretaris van de heilige non Anne Catherine Emmerich was. Clemens was jouw mentor en beschermheer. Door jouw broer en zussen werd jij 'de kobold' genoemd. Van 1794 tot 1797 werd jij in een Ursulinenkloosterschool in Fritzlar opgeleid en woonde jij een tijd bij jouw oma in Offenbach am Main. Van 1803 tot 1806 woonde jij bij jouw zwager, de jurist/historicus Friedrich Carl von Savigny, in Marburg met het Marburger Schloss en de Elisabethkirche. Carl was in 1804 met jouw zus Kunigunde getrouwd.
Jij werd de vriendin van de dichteres Karoline von Günderrode, die jij in Frankfurt ontmoette. Karoline wilde graag met Carl von Savigny trouwen, maar hij koos voor Kunigunde. Karoline en jij waren bijna alle dagen samen. In 1804 verscheen haar dichtbundeldebuut 'Gedichte und Phantasien'. In 1804 kreeg zij een liefdesrelatie met de getrouwde filoloog/archeoloog Georg Friedrich Creuzer, met wie zij naar Rusland wilde gaan, maar Georg beëindigde de relatie in juni 1806. Op 26 juli 1806 pleegde Karoline zelfdoding door zichzelf aan de oever van de Rijn bij Oestrich-Winkel in de borst te steken. Zij werd 26 jaar. Zij kon moeilijk vrienden maken en zij kon zichzelf moeilijk dicht bij de mensen voelen en zij voelde zichzelf door haar rol als vrouw beperkt. Op 18 februari 1807 overleed jouw oma in Offenbach am Main. Zij werd 76 jaar en zij is bij de buitenmuur van de St. Pancraskerk in Offenbach am Main begraven. In 1840 verscheen jouw briefroman 'Die Günderrode', over Karoline's leven en deels fictief. Op 11 maart 1811 trouwde jij met Carl Joachim (Achim) von Armin, de zoon van de Pruisische kamerheer Joachim Erdmann von Arnim, overleden in 1804, en Amalia Caroline von Labes, overleden op 17 april 1781, drie weken na Achim's geboorte. Zij werd 19 of 20 jaar. Achim's vader was ook koninklijk gezant in Kopenhagen en Dresden en directeur van de Berlijnse Hofopera.
Achim's oudere broer was Carl Otto. Achim was bevriend met Clemens en Friedrich Carl en hij bezocht Germaine de Stäel, Friedrich en Dorothea Schlegel en de gebroeders Grimm. Kort na jullie huwelijk bezochten jullie Goethe in Weimar en was daar jouw verbale ruzie met zijn vrouw Christiana Vulpius. Jij koesterde een grote passie voor Goethe, maar na de pijnlijke woordenwisseling met Christiana verbrak Goethe de vriendschap met jou. Christiana werd uit afgunst door meerdere vrouwen niet gepruimd. Zij overleed op 6 juni 1816 door een beroerte en een nierkwaal, na twee dagen schreeuwend van de pijn en doodsangst. Die rare, stoïcijnse, harteloze, ego-centrische Goethe verscheen niet eens aan haar sterfbed. Zij werd 51 jaar en zij is in het Jakobsfriedhof in Weimar begraven. Achim en jij kregen samen 7 kinderen, o.a. jullie dochter Maximiliane, geboren op 23 oktober 1818 in Bärwalde, overleden op 31 december 1894 in Schöneberg en begraven in het Alter Domfriedhof St. Hedwig in Berlijn-Mitte. Haar man was Eduard Ernst von Oriola en hun kinderen waren Joachim Roderich en Roderich Deodat. Op 4 maart 1821 werd in Berlijn jullie dochter Armgart geboren, die op 17 januari 1880 in Karlsruhe overleed en in het Hauptfriedhof Karlsruhe is begraven. Haar man was Albert von Heyking en hun dochter was Elisabeth. Op 30 augustus 1827 werd in Berlijn-Mitte jullie jongste dochter Giesela geboren, die een schrijfster werd. Samen met haar zussen heeft Giesela de Kaffeter-kring opgericht, wat later een literaire salon werd, met als ereleden Hans Christian Andersen en de dichter/toneelschrijver Emanuel von Geibel. In 1859 trouwde Giesela met de Germanist/kunsthistoricus/schrijver Herman Grimm, de zoon van Wilhelm Grimm en Henriette Dorothea Wild. Giesela overleed op 4 april 1889 in Florence. Zij werd 61 jaar en zij is in de Cimitero Evangelico degli Allori in Florence begraven.
In Berlijn werkte Achim aan de erfenis van Heinrich von Kleist. Hij was verbonden met de Pruisische patriotten, zoals de schrijver/baron Friedrich de la Motte Fouqué, die in 1803 met de schrijfster Caroline Philippine von Biest trouwde. Hun dochter was Marie Luise Caroline (1803 - 1864) en Philippine overleed op 31 juli 1831. Zij werd 57 jaar. Tijdens de Duitse veldtocht van 1813 voerde Achim het bevel over een Landsturm-bataljon. Jij bleef in Berlijn wonen, terwijl Achim vanaf 1814 in het Künstlerhaus Schloss Wiepersdorf woonde. Dat was jullie gezinshuis/landhuis ten zuiden van Berlijn, waar Achim op 21 januari 1831 door een beroerte overleed. Hij werd 49 jaar. De echte sonnetten van Goethe, die in 'Goethes Briefwechsel mit einem Kinde' staan, zijn niet voor jou, maar voor Minna Herzlieb geschreven. Minna was ongelukkig getrouwd met professor Karl Wilhelm Walch en na een psychische inzinking overleed zij op 10 juli 1865 in een psychiatrisch ziekenhuis in Görlitz. Zij werd 76 jaar. In 1840 verscheen 'Das Leben der Hochgräfin Gritta von Rattenzuhausbeiuns', wat jij samen met Giesela schreef. Giesela las vooral de sprookjes, romans en gedichten van de dichter/schrijver Wilhelm Hauff, die in februari 1827 met zijn nicht Luise Hauff trouwde en die op 18 november 1827 door tyfus overleed. Hij werd 24 jaar en hij is in het Hoppenlau-Friedhof in Stuttgart begraven. Op 11 november 1827 werd de dochter van Luise en Wilhelm geboren, Wilhelmine, die op 2 januari 1845 overleed. Luise overleed op 30 juli 1867 en zij werd 61 jaar. Op hun graf staat 'Auch Sie ruhen nur eine Weile'.
Jij overleed op 20 januari 1859 in Berlijn, in de aanwezigheid van jouw kinderen. Jij werd 73 jaar en jij bent in het kerkhof bij de Schlosskirche in Wiepersdorf, Niederer Fläming, begraven.
10 oktober 2022
Geplaatst in de categorie: idool