Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Gesteund door jouw engelachtige vrouw

(voor Joachim Gasquet (1873 - 1921))

Jij bent geboren als Joachim Marius Alexandre Gasquet op 31 maart 1873 in Aix-en-Provence. Jouw vader was de rijke meesterbakker Henri Gasquet, een schoolgenoot van Paul Cézanne. Jij ging naar het Lycée Mignet. Als jongeling publiceerde jij in Aix-en-Provence diverse literaire tijdschriften; 'La Syrinx', 'Les Mois dorés' (1896 - 1898) en 'Le Pays de France' (1899 - 1902). In 1895 ontmoette jij Paul Cézanne na een expositie in Aix-en-Provence en dit deed jouw enthousiasme voor de Provence toenemen. Jij was een groot supporter van Paul en jij hielp hem tijdens zijn bezoeken aan het Louvre en in zijn atelier. Jij was dik bevriend met Paul en jij sprak en schreef met hem. In 1896 trouwde jij met de superknappe schrijfster Marie Girard, de dochter van de dichter Marius Girard (1838 - 1906). Marie is geboren op 15 augustus 1872 in Saint-Rémy-de-Provence, Bouches-du-Rhône. Hier verbleef Vincent van Gogh van 8 mei 1889 tot mei 1890 in het Saint-Paul Asylum, een 12-de eeuws Augustijner klooster. De ruïnes van de stad Glanum liggen vlakbij Saint-Rémy-de-Provence, door de Keltisch-Ligurische Salyes opgericht, met o.a. een triomfboog en een mausoleum van de Julii en de Heilige Bron. In 1901 werd jij rooms-katholiek.

Marie's vader Marius is op 10 mei 1838 in Saint-Rémy geboren en op 1 augustus 1906 overleden. Hij dichtte in het Frans en Provençaals. Marie's peetvader was de schrijver/dichter Joseph Étienne Frédéric Mistral, die in 1904 de Nobelprijs voor Literatuur ontving. Hij was mede-oprichter van de Félibrige en hij overleed op 25 maart 1914 in Maillane, zijn geboorteplaats. Hij werd 83 jaar en hij is in de Cimetière de Maillane begraven. Hij was getrouwd met de Bourgondische Marie-Louise Rivière, die in 1943 overleed en 27 jaar jonger was. Marie Girard verhuisde naar Parijs, waar zij voor de uitgeverij Flammarion werkte, in 1876 opgericht door Ernest Flammarion en de boekhandel Charles Marpon. Het zat in het voormalige Café Voltaire aan de Place de l'Odeon 1. Victor Hugo prees de biljarttafel van dit café en Paul Verlaine maakte er schulden. Enkele stamgasten waren: André Gide, Jean Moréas, Anatole France, Alfred Vallette en zijn vrouw Marguerite Vallette-Eymery, Paul Gauguin en Stéphane Mallarmé. Verder kwamen er leden van de Félibrige. Marie was een succesvolle romanschrijfster, die in 1892 werd gelauwerd als de Félibrige-koningin. Zij publiceerde o.a. haar debuutboek 'Une Enfance Provençale' (1926), 'Une Fille de Saint François' (1926), 'Sainte Jeanne d'Arc' (1929), '' La Féte-Dieu' (932), 'Sainte Bernadette de Lourdes' (1934) en 'La venérable Anne-Madeleine-Remuzat' (1935), over een heilige non van het Heilig Hart, die op 15 februari 1730 in Marseille overleed en 33 jaar werd. Haar hart wordt in de Sacré Coeur de Montmartre bewaard. In 1936 verscheen Marie's 'Tante la Capucine' en in 1945 'Capharnaüm' en 'L'Abbé André Boyer (1900 - 1934)'. In 1926 ontving Marie de Prix Alfred-Née en in 1941 de Prix General-Muteau van de Académie française. Marie is overduidelijk door het rooms-katholicisme geïnspireerd.

Paul Cézanne en Émile Zola studeerden vroeger ook aan het Lycée Mignet. Op jouw 19-de publiceerde jij 'La Syrinx'. In 1900 verscheen jouw dichtbundeldebuut 'L'Enfant'. In 1901 verscheen jouw dichtbundel 'L'Arbre et les vents', in 1903 'Les Chants séculaires', in 1909 'Les Printemps' en in 1911 'Le Paradis retrouvé'. In 1913 verscheen jouw roman 'Tu ne tueras point'. Jij publiceerde ook veel artikels en kritieken in tijdschriften en kranten. Jij was o.a. bevriend met Emmanuel Signoret, Marc Lafargue en André Gide. Marie publiceerde als Marie Gasquet. Marie en jij waren lid van de Félibrige, opgericht op 21 mei 1854 in Châteauneuf-de-Gadagne. Jij was eerst een symbolist en vanaf 1901 een naturalist. Jij was ook een monarchist. Jij ontmoette Paul Cézanne pas goed in maart of april 1896. Paul en jij waren tot 1900 met elkaar bevriend. Tussen 1901 en 1904 was er weinig contact en in 1904 was er een rumoerige ontmoeting, waarna het contact definitief stopte. In 1896 heeft Paul ju geportretteerd, wat nu in de Nationale Galerie Praag hangt. In de winter van 1912-1913 schreef jij een boek over Paul, wat in 1921 verscheen, kort voor jouw overlijden. De gesprekken in het boek over Paul heb jij grotendeels verzonnen. Marie en jij woonden eerst in Aix en later in Eguilles, in jullie huis van Font Laure. Als monarchist was jij lid van de extreem-rechtse Action française, in 1899 opgericht door o.a. de journalist/politicus Maurice Pujo en de journalist/politicus/dichter Charles Maurras, lid van de Félibrige. Charles Maurras was jouw vriend.

Jij overleed op 6 mei 1921 in Parijs, door de gevolgen van de verwondingen uit de Eerste Wereldoorlog. Jij werd 48 jaar. In 1931 verscheen postuum jouw roman 'Narcisse', gepubliceerd door jouw vriend, de schrijver/literatuurcriticus Edmond Jaloux, geboren op 19 juni 1878 in Marseille. Edmond trouwde op 5 december 1916 met Germaine Ouire, die in 1950 de Prix Louis-Barthou kreeg voor de postume werken van Edmond, die op 22 augustus 1949 in Lutry overleed. Hij werd 71 jaar en hij is in de begraafplaats Blois-de-Vaux op 2, route de Chavannes in Lausanne begraven. Gabrielle Chasnel (Coco Chanel) is daar ook begraven. Op 16, square des Poètes in Parijs staat een monument voor jou, met naast jouw portret een naakte vrouw/muze, gemaakt door Auguste Guénot. Marie overleed op 26 februari 1960 in Saint-Rémy-de-Provence en zij werd 87 jaar. De archieven van Marie en jou bevinden zich in de Bibliothèque les Méjanes op 8-10, rue des Allumettes in Aix-en-Provence. Deze bibliotheek is ontstaan uit de rijke bibliotheek van Jean-Baptiste Marie de Piquet, markies de Méjanes (1729 - 1786), een bibliofiel met zo'n 80.000 boeken. Hij was getrouwd met Marie Gabrielle de Massilian, met wie hij in 1760 de zoon Joseph Marie Marc Antoine kreeg, die door een ongeluk na een half jaar overleed.

De dichter/kunstcriticus Emmanuel Signoret is geboren op 14 maart 1872 in Lançon-de-Provence en hij studeerde in Aix-en-Provence. In Parijs bezocht hij de meeste, literaire kringen en werkte hij mee aan tijdschriften. Zijn tijdschrift was 'Le Saint-Graal'. In 1899 werd zijn dichtbundel 'La Souffrance des eaux' door de Académie française bekroond. Hij leed aan tuberculose en in 1896 ging hij naar Puget-Théniers, waar hij Eugénie Toesca ontmoette, met wie hij in 1897 trouwde en in Cannes ging wonen. Zij kregen samen 3 kinderen, o.a. de dichter Emmanuel. Jouw vriend Emmanuel overleed op 20 december 1900 berooid. Hij werd 28 jaar en hij is in de Cimetière du Grand Jas de Cannes begraven. Er is in Cannes een straat naar hem vernoemd. In Lançon-de-Provence staat een buste van hem. Jouw vriend, de dichter/schilder/kunstcriticus Marc Jean Eugène Lafargue, is geboren op 15 mei 1876 op 62, rue de la Pomme in Toulouse. Hij trouwde op 23 december 1904 in Parijs met Lydie Gabrielle Vayssié. In 1926 ging hij bij zijn zieke moeder en zus in Toulouse/Saint-Simon wonen en bij zijn vrouw, die ook ziek was. Hij werd assistent-bibliothecaris bij de gemeentelijke bibliotheek van Toulouse. In 1926 overleden zijn vrouw en zijn moeder. Hij had angsten en hartproblemen. Hij overleed op 7 mei 1927 en hij is in de Cimetière de Terre-Cabade in Toulouse begraven.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
23 december 2022


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 43



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)