(voor Jean Cocteau)
De luisterrijke tijd verstrijkt langs hooggelegen braampaden van marterschrik en schaterlach, taartentriomf en worsteling. De schone, vorstelijke badkuipvrouw bedekt haar getatoeeerde lichaam met de kletsnatte leeuwemanen van een azuurblauwe dubbelganger. Gedreven door de stuurloze driften van een wereldvreemde gedachtenstroom…
Hij dacht aan vuurtorens die vergingen zonder vuurtorenwachter, aan een Bic-pen die opgedroogd was, een puntenslijper die in een vergeten hoekje lag. Maar boven al dacht hij aan zijn gestorven oma die vijftien jaar in het verzorgingstehuis had gezeten en die sokken breide en dacht aan haar jeugd toen ze zo goed schaatsen kon.…
de geest van maarten toonder en sint brandaan waren nog rond en de vuurtorenwachter seint foppe welkom toe en hij legt aan doet de deur open en daar staat zijn moeder met de nachtjapon aan en samen zetten voet aan wal met de dieren achter hen aan.…
Jouw ouders waren vuurtorenwachters en jouw vader was ook een spoorwegstoker. Op jouw 8-ste overleed jouw vader. Jij bent geadopteerd door jouw oom, de lakenhandelaar Niels Frederik Hansen, en zijn vrouw Sabine Wunderlich. Als jong meisje heeft Emma Mulvad (Rönsholdt) jou bloemen leren schilderen.…
Je verhuisde al snel naar de Isles of Shoals, ten eerste naar White Island, waar jouw vader Thomas Laighton de vuurtorenwachter was. White Island ligt naast Seavey Island en tijdens eb is er een landbrug. Jij groeide hier op. De vuurtoren is in 2005 door schoolkinderen hersteld.…