De lyrische eilandbewoonster

(voor Celia Thaxter (1835 - 1894))

Je bent geboren als Celia Laighton op 29 juni 1835 in Portsmouth, New Hampshire, net als de schrijfsters Eliza Buckminster en Helen Dore Boylston. Je verhuisde al snel naar de Isles of Shoals, ten eerste naar White Island, waar jouw vader Thomas Laighton de vuurtorenwachter was. White Island ligt naast Seavey Island en tijdens eb is er een landbrug. Jij groeide hier op. De vuurtoren is in 2005 door schoolkinderen hersteld. Op een ansichtkaart uit 1910 is te zien hoe klein en afgelegen het was op vuurtoreneiland. Er stond een groot huis met een rood zadeldak naast de witte vuurtoren.

Daarna gingen jullie naar het Smuttynose Island, tien kilometer vanaf de kust van New Hampshire. Op 6 maart 1873 heeft de visser Louis Wagner op dit eiland de Noorse vrouwen Anethe Matea Christensen en Karen Christensen gewurgd en met een bijl vermoord. In 1875 schreef jij er een verslag in 'The Atlantic Monthly' over, getiteld 'A Memorable Murder'. Op 25 juni 1875 is Louis in de Maine State Prison van Thomaston opgehangen. Hij ontkende heel heftig en zijn schuld is onzeker. Vervolgens gingen jullie naar Appledore Island, het grootste eiland, waar jij later een kunstenaarskolonie aanvoerde. Jij was 12 jaar, toen jouw vader zijn hotel Appledore House bouwde. Van 1849 tot 1850 studeerde je aan het Mount Female Seminary in Zuid-Boston.

Op 13 september 1851 trouwde jij met Levi Lincoln Thaxter. Je was 16 jaar en jullie gingen naar Watertown, waar jullie in een huis van jouw vader woonden. In 1854 gingen jullie in Newburyport wonen. In 1856 werd jullie eigen huis gebouwd, in Newtonville, nabij de Charles River, op 524 California Street. Hier woonde jij tot 1880. Op 28 augustus 1858 werd jullie zoon Roland geboren, later een belangrijke mycoloog. Jullie eerdere zonen waren Karl en John. Je begon gedichten te schrijven en jouw eerste gedicht was 'Land-locked', wat in 1861 in 'The Atlantic Monthly' werd geplaatst. Beloond met 10 dollar. Jouw eerste dichtbundel was 'Driftwood'. In 1861 verscheen de dichtbundel 'Land-locked'. In 1878 verschenen 'Among the Isles of Shoals' en 'The Nursery for youngest readers'.

In 1861 verhuisde je naar het jouw zo geliefde Appledore Island terug. Je werd de gastvrouw van het Appledore House, het hotel van jouw vader. Jij had er ook een salon, waar jij schrijvers en kunstenaars ontving. Jij ontving o.a. de componist/pianist Edward Mac Dowell en zijn vrouw Marian Griswold Nevins, een pianiste en filantroop. Edward leed aan een Seizoensgebonden affectieve stoornis. Verder o.a. Ralph Waldo Emerson, Nathaniel Hawthorne, Henry Wadsworth Longfellow, de Quaker-dichter John Greenleaf Whittier, mede-oprichter van 'The Atlantic Monthly', de schrijfster/dichteres Sarah Orne Jewett, die met de schrijfster Annie Adams Fields een Boston-huwelijk had en samenwoonde, William Morris Hunt en Childe Hassam. Jouw vriend William Morris Hunt overleed in de zomer van 1879. Hij was zwaar depressief en hij heeft zichzelf verdronken. Jij vond zijn ontzielde lichaam.

In 1879 kochten Levi en jij 75 hectare grond langs Seapoint Beach op Cutts Island, op Kittery Point. Daar werd jullie Champernowne Farm gebouwd, in de Queen Anne stijl. Het was een groot huis, waar jullie in 1881 naartoe gingen. In 1881 ging je met jouw broer Oscar op vakantie in Europa. Het grootste deel van het huwelijk woonden Levi en jij apart. Jij reisde met jouw oudste zoon, die vanaf zijn kindertijd geestesziek was, naar de eilanden, terwijl Levi met de andere zonen naar Florida reisde. Levi overleed in 1884. De impressionistische schilder Childe Hassam schilderde jou diverse malen, o.a. in 1892 in jouw bloementuin. In 1886 verscheen 'The cruise of the Mystery and other poems'. In 1890 verscheen 'My lighthouse, and other poems' en in 1894 'An Island Garden'. Jouw vriend John Whittier hoopte, dat jouw herinneringen aan jouw reis naar Italië jou zouden troosten, zo 'op die eenzame, winderige kust waar ze alleen maar kan kijken naar het desolate, door de winter gebeten weiland en de koude grijze zee'.

Jij overleed plotseling op 24 augustus 1894 op het Appledore Island. Je werd 58 jaar en je bent nabij jouw huis op Appledore Island begraven. Dit huis is in 1914 samen met het Appledore House hotel afgebrand. Jouw kleindochter Rosamond Thaxter (1895 - 1989) woonde tot haar overlijden in jouw huis op Kittery Point op Cutts Island. In 1962 verscheen haar biografie over jou, getiteld 'Sandpiper'.



The sandpiper


Across the lomely beach we flit,
One little sandpiper and I,
And fast I gather, but by bit,
The scattered drift-wood bleached and dry.
The wild waves reach their hands for it,
The wild wind raves, the tide runs high,
As up and down the beach we flit,
One little sandpiper and I.

Above our heads the sullen clouds
Scud, black and swift, across the sky:
Like silent ghosts in misty shrouds
Stand out the white light-house high.
Almost as far as eye can reach
I see the close-reefed vessels fly,
As fast we flit along the beach,
One little sandpiper and I.

It watch him as he skims along,
Uttering his sweet and mournful cry;
He starts not at my fitful song,
Nor flash of fluttering drapery.
He has no thought of any wrong,
He scans me with a fearless eye;
Stanch friends are we, well tried and strong,
The little sandpiper and I.

Comrade, where will thou be to-night,
When the loosed storm breaks furiously?
My drift-wood fire will burn so bright!
To what warm shelter canst thou fly?
I do not fear for thee, though wroth
The tempest rushes through the sky;
For are we not God's children both,
Thou, little sandpiper, and I?


Celia Thaxter

Celia Thaxter Levi William Hunt

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 38