Afgewezen en verdonkeremaand
(voor Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840 - 1893))
Je bent geboren op 7 mei 1840 in Votkinsk. Je vader Ilya Petrovich was een ingenieur en luitenant-kolonel bij het Ministerie van Mijnen. Je opa Petro Fedorovych Chaica was assistent-legerarts en gouverneur. Je moeder Alexandra d'Assier was de tweede vrouw van je vader. Beide ouders waren kunstzinnig en muzikaal. Je had vier broers: Nikolai, Ippolit, Anatoly en Modest (1850 - 1916), een toneelschrijver, vertaler en opera librettist. Je had een zus Alexandra en een halfzus Zinaida. Alexandra trouwde met Lev Davydov en ze kregen zeven kinderen, waaronder Vladimir (1871 - 1906), die later dik bevriend raakte met jou. Zijn depressiviteit probeerde hij met morfine en drugs te beteugelen, totdat hij voor zelfdoding koos. Je kreeg als kind les van Fanny Durbach, een Franse gouvernante, die je heeft geïnspireerd tot je eerste composities. Je studeerde piano spelen en op je tiende ging je in Sint-Petersburg naar de Keizerlijke School van de rechtspraak, waar je na zeven jaar afgestudeerd bent. Deze kostschool scheidde je van je moeder, wat zeer ingrijpend voor je was. Op je veertiende overleed je moeder aan de cholera, wat je de rest van je leven gepijnigd heeft. Aleksey Apukhtin (1840 - 1893), dichter/schrijver, werd je schoolvriend, net als Vladimir Gerard. Je ging vaak naar de opera en de pianofabrikant Franz Becker vervolgde je pianolessen, terwijl Rudolph Kündinger je muzieklessen gaf. Op je negentiende werd je ambtenaar bij het Ministerie van Justitie. Op je eenentwintigste kreeg je aan het Sint-Petersburg Conservatorium muzieklessen van de componisten Nikolai Zaremba en Anton Rubinstein. Na je afstuderen overwoog je nog even om weer ambtenaar te worden, maar de uitvoering van een compositie gaf je goede hoop. Je hield van Beethoven en Wagner. Op je zevenentwintigste was je hoogleraar muziektheorie aan het Conservatorium van Moskou, net als Nikolai Rubinstein, één van je beste vrienden, die in 1881 stierf aan tuberculose. Mily Balakirev (1837 - 1910) was een strenge beoordelaar, maar je compositie 'Romeo en Julia' kreeg groen licht, evenals je Tweede Symfonie. Je kreeg veel kritiek te verduren en zelfs de woede van Nikolai, terwijl Hans von Bülow, dirigent/componist/pianist, wel enthousiast reageerde. Hij was getrouwd met Cosima, de dochter van Franz Liszt en ze kregen twee kinderen. Ze kreeg na zes jaar een relatie met Richard Wagner en na drie kinderen met hem trouwde ze met de 24 jaar oudere Richard. Je eerste opera was 'The Voyevoda' en 'Undina' volgde, maar beide werken heb je verworpen. 'De Opritsjnik' bleef wel overeind staan. Je was grotendeels een vrijgezel, maar op je zevenendertigste trouwde je met Antonina Ivanovna Miliukova (1848 - 1917), die je twaalf jaar eerder had ontmoet bij de zangeres Anastasia Khvostova. Ze was je leerlinge aan het Conservatorium van Moskou, maar ze had te weinig geld om haar studie te voltooien. Na zes weken huwelijk zijn jullie duurzaam van elkaar gescheiden. Jouw homoseksualiteit was daar de reden van en het verdoezelen daarvan via een huwelijk was niet jouw idee, maar dat van je lafhartige omgeving. Tot een officiële scheiding is het nooit gekomen, want jij stuurde haar geregeld geld, zwijggeld, want ze kon, als ze kwaad wilde, jouw homofiele aard publiekelijk bekend maken. Ze kreeg drie kinderen van drie andere vaders en deze drie kinderen gaf ze als vondelingen aan een ziekenhuis. Na jouw overlijden zat ze twintig jaar in een inrichting. Dit korte huwelijk bezorgde je een emotionele overspannenheid en een writer's block, maar je kreeg ook een ware vriendin in Nadezhda von Meck Filaretovna (1831 - 1894), een markante zakenvrouw, die jou dertien jaar financieel heeft onderhouden, zodat je ongestoord kon componeren. Ze ondersteunde Nikolai en Claude Debussy ook. Ze was de mensenschuwe weduwe van Karl Otto von Meck, een multi-miljonair, met wie ze achttien kinderen kreeg, waarvan elf de volwassen werden. Ze was een despotische controlefreak en ze wilde je nooit ontmoeten, behalve dan in brieven, mits tederheden en seksualiteit werden vermeden. In 1890 stopte ze haar geldgaven, omdat haar familie dreigde de homoseksualiteit van jou openbaar te maken. Ze kregen jouw geld liever zelf en ze vonden jouw seksuele voorkeur schandalig en weerzinwekkend. Bovendien werd de tuberculose van Nadezhda steeds erger. Je reageerde woedend en angstig. Ze leefde maar twee maanden langer dan jou. Zelf had je vrede met je seksuele geaardheid. Het was de onkundige, botte tegendruk van de maatschappij, die je kwelde. Je sprak over suïcide, omdat je zwaar depressief was, ook al had je wereldwijd succes. Vanaf 1885 huurde je een landhuis nabij Klin, waar je tot rust kon komen. Op 6 november 1893 overleed je door cholera, net als je moeder, na het drinken van besmet water, al of niet bewust. Sommigen dachten dat je zelfdoding had gepleegd, omdat je de schande van de openbaring van je geaardheid niet mee wilde maken. Je bent hoe dan ook begraven in het Sint Aleksandr Nevski-klooster in Sint-Petersburg.
Geplaatst in de categorie: idool
Pjotr Iljitsj Tsjaik
191
Geef je reactie op deze inzending: