Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Talenwonder in woordenloze pijn

(voor Henry Wadsworth Longfellow (1807 - 1882))

Je bent geboren op 27 februari 1807 in Portland, in de staat Maine. Je vader Stephen Longfellow (1776 - 1849) was advocaat en politicus. Je moeder was Zilpa Wadsworth. Je groeide op in een statig huis, in 1785 gebouwd door je opa Peleg Wadsworth (1748 - 1829), een generaal, getrouwd met Elizabeth Bartlett (1753 - 1825). Ze kregen tien kinderen. Je ouders zijn in het statige huis getrouwd en ze kregen acht kinderen. Jij was de tweede. De anderen waren: Stephen, Elizabeth, Anne, Alexander, Maria, Ellen en Samuel, een dominee en hymne-schrijver. Op je zesde ging je naar een privé-academie en je leerde perfect Latijns. Je moeder gaf je Robinson Crusoe en Don Quichot te lezen. Op je dertiende publiceerde je een eerste gedicht in een krant. 's Zomers zat je in Hiram op de boerderij van opa Peleg. Op je vijftiende ging je naar het Bowdoin College in Brunswick, waar je Nathaniel Hawthorne (1804 - 1864) ontmoette, een schrijver, die je trouwe vriend bleef, bekend van met name 'The Scarlet Letter', over overspel. Hij was getrouwd met de lieftallige, aantrekkelijke Sophia Amelia Peabody (1809 - 1871), schilderes/illustrator. Ze gebruikte opium tegen de migraine. Ze kregen drie kinderen. Sophia was bevriend met de schrijfster Annie Adams Fields, een spil binnen de literaire wereld. Op je achttiende was je afgestudeerd en had je al een begin van je literaire carrière gemaakt. Je werd professor in de moderne talen en je reisde naar Frankrijk, Spanje, Italië, Duitsland en Engeland. Je leerde Frans, Spaans, Portugees en Duits. In Madrid was je idolaat van de schrijver Washington Irving (1783 - 1859), die daar alles over Columbus opsnorde. Je had veel verdriet, want je zus Elizabeth overleed door tuberculose, twintig jaar. Je bleef professor aan het Bowdoin College en je vertaalde boeken in het Frans, Spaans en Italiaans. In 1833 verscheen je vertaalde poëzie van de Spaanse dichter Jorge Manrique (1440 - 1479). In zijn gevechten voor Isabella de Eerste van Castilië verloor hij zijn leven. In 1835 verscheen je reisboek 'Outre-Mer: A Pelgrimage Beyond the Sea'. Op je vierentwintigste trouwde je met Mary Storer Potter (1812 - 1835), een jeugdvriendin uit Portland. Je woonde met haar in Brunswick. Aangemoedigd door Irving bleef je prozastukken schrijven. De president van het Harvard College beloofde je het hoogleraarschap Moderne Talen aan, mits je eerst nog een jaar in Europa zou studeren. Je ging samen met de zwangere Mary op reis en je studeerde Duits, Deens, Zweeds, Fins, IJslands en Nederlands. Na zes maanden zwangerschap kreeg Mary in Rotterdam een miskraam en na een paar weken is ze aan de gevolgen overleden, tweeëntwintig jaar. De adem werd je benomen, je ziel werd verduisterd. Mary werd gebalsemd en in een eiken kist is ze begraven op Mount Auburn Cemetery bij Cambridge en Watertown. Je was lange tijd ten diepste bedroefd en na drie jaar schreef je 'Footsteps of Angels' voor haar. Je werd een Harvard-professor, waardoor je in Cambridge ging wonen, in een in 1759 gebouwd huis, waar president George Washington (1732 - 1799) ooit zijn hoofdkwartier had, als commandant van het Continentale Leger. In 1839 verscheen je eerste dichtbundel 'Voices of the Night', veelal vertalingen en zestien eigen gedichten, en twee jaar later 'Ballads and Other Poems', met de beroemde gedichten 'The Village Blacksmith' en 'The Wreck of the Hesperus'. Charles Sumner (1811 - 1874), een radicaal-republikeinse politicus/senator, bleef dertig jaar je vriend. Hij had Spaans, Frans, Duits en Italiaans in Europa geleerd. Je werd met al je levenscellen hoteldebotel verliefd op de erudiete, hoogst schone Frances Elizabeth Appleton (1817 - 1861), de dochter van Nathan Appleton (1779 - 1861), een politicus en steenrijke handelaar, en van Maria Theresa Gold, die in 1833 overleed door tuberculose. Je liep vaak van Cambridge naar Boston om je hartedievegge te zien. Dan liep je ook over de Boston Bridge, die in 1906 de Longfellow Bridge werd, een prachtig gebaar. Je werd neurotisch en depressief, waardoor je voor een half jaar naar een Duits kuuroord ging, in een voormalig benedictijns klooster. Na zeven jaar (brief)verkering wilde Frances in 1843 eindelijk met je trouwen en kon de liefde gevierd worden. Je schoonvader kocht je kolossale woning als huwelijksgeschenk en je bent er altijd blijven wonen. Je schreef het liefdessonnet 'The Evening Star' voor je diepbeminde vrouw en jullie kregen zes kinderen: Charles, Ernest, Fanny, Alice Mary, Edith en Anne Allegra. De literaire verdiensten stegen en in 1854 stopte je met je werk als professor en werd je full-time schrijver. In 1861 vloog de jurk van Frances in brand en zij overleed de dag erna aan de brandwonden. Innerlijk overleed jij ook. Je gezicht was door de reddingspoging zodanig verbrand, dat scheren te pijnlijk werd en dus liet je je baard staan. In 1879 schreef je 'The Cross of Snow' ter innige nagedachtenis aan Frances. Zielsbedroefd gebruikte je laudanum en ether om de geestespijn te harden. Je leed aan een buikvliesontsteking, welke pijn je met opium bestreed, en op 24 maart 1882 overleed je en je bent begraven bij je twee meest geliefde vrouwen op Mount Auburn Cemetery, bij wie je dubbele rust vond.

Schrijver: Joanan Rutgers, 10 oktober 2012


Geplaatst in de categorie: idool

1.0 met 8 stemmen 118



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)